De boodschap achter de bijendans
En 1, 2, 3 én 1, 2, 3 ... Naar rechts, naar voren en bijtrekken. Dansen, het is en blijft voor sommigen een hele uitdaging. Honingbijen daarentegen zijn er een kei in. Tijdens hun dans vertellen ze elkaar alles over de lekkerste bloem in de buurt en waar die juist te vinden is. De verkenner-honingbij helpt de andere bijen dus letterlijk aan de dans!
De verkenners wijzen de weg
Honingbijen reizen niet in groep, maar als individuen. De verkenner-bij gaat op zoek naar lekkere nectar. Zodra zij een smakelijk snackje gevonden heeft, neemt zij een proevertje mee terug naar de bijenkorf, waar ze da anderen eerst een beetje van laat smullen. Vervolgens begint ze uit te leggen waar de bloemen precies staan, en dat doet ze op een opmerkelijke manier: via een sierlijke dans. Schuddend met haar achterlijf loopt ze over de raten. De richting waarin ze loopt, geeft ook de richting aan hoe de bijen moeten vliegen. Als ze naar boven loopt, staan de bloemen in de richting van de zon. Loopt ze naar beneden, dan moeten de bijen juist de andere kant op vliegen. Doordat honingbijen in staat zijn om uv-licht waar te nemen, kunnen ze de zon zelfs op bewolkte dagen perfect waarnemen.
Verschillende soorten dans
Zoals wij de salsa, de tango en het ballet hebben, hebben bijen de rondedans, de kwispeldans en de sikkeldans. In elk geval is het de kwantiteit en de kwaliteit van de voedselbron die de levendigheid van de dans bepalen. Beginnen alle verkenners enthousiast te dansen, dan wijst dat op nectar van zeer goede kwaliteit.
De rondedans
Deze dans wordt vooral gebruikt voor voedselbronnen die binnen de 50 meter van de bijenkorf staan. Nadat ze aan iedereen in de bijenkorf een hapje van de gevonden nectar heeft uitgedeeld, begint de verkenner-bij in een kleine cirkel te lopen, gevolgd door enkele andere werksters. Tussendoor loopt ze de cirkel ook in de omgekeerde richting. Die dans wordt vaak herhaald en kan in totaal zo’n tien minuten duren, maar geeft geen informatie over de richting. Bijen die na een rondedans tot foerageren worden aangezet, vliegen de korf uit in alle richtingen tegelijk, op zoek naar de voedselbron waarvan ze weten dat die in de buurt staat.
Geur helpt hen op twee manieren om de nieuwe bloemen te vinden. Bijen die naar de dans kijken, ruiken de bloem die de dansende verkenner-bij heeft achtergelaten. Bovendien laat de verkenner ook haar eigen geur achter op de bloem die de rekruten helpt te leiden.
De sikkeldans
De sikkeldans wordt gebruikt als het voedsel tussen de 50 en 150 meter van de korf staat. Tijdens de overgang van rondedans naar kwispeldans loopt de verkenner-bij eerder in een sikkelvormig patroon.
De kwispeldans
Zodra de voedselbronnen op meer dan 150 meter van de bijenkorf staan, wordt de rondedans vervangen door de kwispeldans. Dan danst ze in de vorm van een liggende acht: eerst een stukje rechtdoor om vervolgens in een halve cirkel te dansen. Daarna gaat opnieuw rechtdoor en maakt ze een halve cirkel de andere kant op. De kwispeldans geeft meer informatie over de richting en de energie die een bij zal nodig hebben om naar haar doel te vliegen. En ook de duur van dit magnifieke schouwspel vertelt de andere bijen iets: hoe sneller de bij danst, hoe korter de afstand tot de voedselbron. Danst de verkenner-bij dus trager, dan staat die fameuze, heerlijke bloem op een grotere afstand van de korf.
De richting van de voedselbron wordt aangeduid door de richting van de danser. Als ze recht naar boven waggelt, zal de nectar te vinden zijn in de richting van de zon. Maar als ze bijvoorbeeld 50 graden naar links waggelt, betekent dit dat de nectar zich ook op 50 graden links van de zon bevindt.
Nobelprijs voor de bijendans
Oostenrijkse etholoog Karl von Frisch is de ontdekker van dit systeem. Met dit knap staaltje onderzoek won hij zelfs de Nobelprijs voor de fysiologie – dik verdiend, volgens ons. Want door inzciht in de bijendans te krijgen, zijn we toch al een stapje dichter in het begrijpen van de eigenaardige insectenwereld!