Een tapijt van daslook in het Hallerbos
De lente ruikt naar ... look
Over de kleur en de geur van de lente hoeven we je niets meer te vertellen. Hoewel, sommige planten ruiken niet naar rozengeur of maneschijn, maar wel naar… knoflook.
Daslook
In schaduwrijke loofbossen, op leemgrond, zie je van maart tot en met juni groene, langwerpige bladeren 30 à 40 boven de grond uitpiepen. De tijd van de daslook is aangebroken! Vanaf april staat dit bolgewas uit de narcisfamilie ook in bloei en vormt het een tapijt van witte bloemschermen.
Daslook lijkt op de giftige (!) plant Lelietje-van-dalen en heeft ook iets weg van het meiklokje, maar met een goede (speur)neus kan je je niet vergissen. Wrijf een blad tussen je vingers en je weet meteen of je met daslook te maken hebt of niet: een ui- of lookachtig aroma komt vrij. Daarom is dit bolgewas zo populair bij wildplukkers. In het voorjaar kan je daslookbladeren plukken en gebruiken in salades en sauzen. Na de korte groeiperiode verdwijnen de bladeren en bloemen van de daslook en blijven enkel de ondergrondse bloembollen over. Zij wachten geduldig op een nieuwe lente.
Look-zonder-look
Ongeveer tegelijkertijd groeit en bloeit er nog een ander, naar look geurend kruid dat je met je ogen toe en je neusgaten wijd open terugvindt: look-zonder-look. Deze kruisbloemige plant bloeit van april tot juni op schaduwrijke, vochtige grond in loofbossen, langs bospaden en beken. Tijdens de bloeiperiode krijgt de plant langwerpige vruchten (hauwen). Dankzij zijn lengte (kan tot 100 cm hoog groeien) in combinatie met de felgroene, hartvormige bladeren, lange bladsteel en trosjes van viertallige witte bloemen is look-zonder-look opvallender en makkelijk te herkennen dan daslook. Ook bij deze plant komt een ui- of lookgeur vrij als je over de bladeren wrijft. Dit kruid werd in de volksgeneeskunde als anti-astmamiddel gebruikt.