Droog, droger, droogst: verandert België stilaan in een woestijn?
Blij zijn met een fikse regenbui: het is een gevoel dat we ons pakweg 20 jaar geleden amper konden voorstellen. De klimaatopwarming heeft ons in snelheid gepakt: het is warmer dan ooit en we kampen met een nooit geziene droogte. Zuidelijke soorten rukken op, we krijgen te maken met bosbranden en de natuur kreunt onder het watergebrek. Hoe ver kan de slinger doorslaan? Is een Belgische woestijn science fiction of een realistisch toekomstscenario?
Hitterecord 2019 enkel mogelijk door droogte
Als je het enkele jaren geleden gevraagd zou hebben aan VUB-klimatoloog Lander Van Tricht, dan zou hij stellig geantwoord hebben dat de kaap van 40°C onmogelijk overschreden kon worden in ons klimaat. En toen kwam de zomer van 2019, de zoveelste in een rij van hete, droge zomers. Op 25 juli van dat jaar werd de warmste temperatuur ooit gemeten in ons land: 41,8°C in Begijnendijk bij Aarschot.
Dat het hitterecord er kwam tijdens een periode van extreme droogte, was volgens Lander te verwachten: “In normale omstandigheden doet water dienst als een temperatuurbuffer. We weten allemaal dat de temperatuur gematigder is in de buurt van een zee of oceaan, maar ook het water in onze bodem speelt een belangrijke rol als temperatuurbegrenzer. Hoe meer water er in de grond zit dat kan verdampen, hoe trager de omgeving opwarmt. Het is dus heel logisch dat een periode van droogte gepaard gaat met hogere temperaturen.”
Klimaatopwarming sterk voelbaar in België
Wereldwijd is het vandaag de dag gemiddeld 1°C warmer dan tijdens het pre-industriële tijdperk, maar in België hebben we veel straffere cijfers te melden. Lander: “De globale temperatuurstijging wordt getemperd door de grote oppervlakte aan oceanen op onze aardbol. De temperatuur boven zo’n watermassa warmt slechts traag op, terwijl we in België nu al een stijging van 2,25°C observeren.”
Hoewel we aan den lijve ondervinden dat ons land opwarmt, zijn het toch cijfers om van te schrikken. Bovendien is een temperatuurstijging niet de enige klimaatverandering die ons te wachten staat: “Klimaatmodellen voorspellen dat onze winters natter en onze zomers droger worden. Als er ‘s zomers dan eens regen valt, is het snel en intens zoals de onweersbuien waarmee we gisteren en vandaag te maken krijgen. Een droge, uitgeharde bodem houdt die regen amper vast, waardoor we in een vicieuze cirkel terechtkomen. De bosbranden waarmee we tegenwoordig te maken krijgen, zoals onlangs nog in natuurgebied de Liereman, hebben eveneens zware gevolgen voor de natuur. En dan heb ik het niet alleen over het enorme verlies aan biodiversiteit, maar ook over hun gigantische wateropslagcapaciteit die letterlijk in vlammen opgaat.”
Zo zag natuurgebied de Liereman eruit vlak na het blussen
Een Belgische woestijn?
Moeten we ons dan zorgen maken? Zal hier binnenkort niks meer groeien en wordt water het nieuwe goud? Lander nuanceert de situatie: “Van een echt woestijnklimaat zijn we nog erg ver verwijderd. We spreken over een woestijngebied wanneer er minder dan 200 liter water per vierkante meter per jaar valt - of een gebied als ‘woestijn’ aanzien wordt heeft dus niks te maken met de aanwezigheid van zand. Behalve de Noord-Afrikaanse zandvlaktes kennen we bijvoorbeeld ook stenige woestijnen op de Tibetaanse hoogvlaktes en ijskoude woestijnen in Antarctica.”
“In Vlaanderen valt er ongeveer 850 liter per jaar en in de Hoge Venen tot het dubbele”, gaat Lander verder. “Dat die hoeveelheid ooit herleid wordt tot woestijnnormen, kan ik me moeilijk voorstellen. Het zou zelfs goed kunnen dat er in de toekomst gemiddeld meer neerslag zal vallen in België. Toch wordt het opletten in extra droogtegevoelige gebieden zoals de Kempen. De zandgrond daar droogt sneller uit en warmt sneller op. Ook grote akkers die dun begroeid zijn met veel blootliggende aarde zijn extra kwetsbaar. Een woestijngevoel is dan niet ver weg en alleen een doordacht waterbeleid zal rampscenario’s kunnen afwenden.”
Een regenbui sijpelt moeilijk in de grond na een periode van droogte
We moeten anders omgaan met water
Dat waterbeleid moet grofweg op twee pijlers steunen, somt Lander op: “Ten eerste moeten we het water langer vasthouden. Jarenlang hebben we onze infrastructuur opgebouwd met het idee dat water zo snel mogelijk afgevoerd moest worden. Getuige daarvan zijn ons goed uitgebouwde rioolsysteem, grote niet-doorlaatbare oppervlakken en ingenieuze dijken die het water moesten houden waar we het het liefst hadden: in rivieren en beken. Die mindset is gelukkig stilaan aan het keren. Moderne parkeerterreinen worden uitgerust met onverharde stukken waar het water kan insijpelen, er is de ambitieuze betonstop en men laat waterlopen zoals de Dijle op gecontroleerde wijze overstromen zodat de omgeving het water kan opnemen. Ook op kleinere schaal kan je je steentje bijdragen, door regenwater op te vangen en met mondjesmaat te verspreiden over je tuin.”
Een tweede aandachtspunt is zoveel mogelijk voorkomen dat water verdampt: “Bij warme temperaturen droogt ‘naakte’ grond erg snel uit. Met enkele eenvoudige ingrepen kan je dat water langer vasthouden. Zorg bijvoorbeeld voor een groene bodembedekker of wat schors in je perkjes. Dat is goed voor de waterhuishouding in je bodem én je zal minder vaak moeten gieten. Maai ook eens wat minder vaak je gras. Een kortgeschoren gazon heeft extra veel water nodig om te groeien. Bovendien kan het zonlicht de bodem sneller opwarmen als die slechts bedekt wordt door korte sprietjes. Overdag een sproeier op je grasmat zetten is helemaal nefast, want 75% van het water verdampt meteen. Alleen door allemaal samen op een nieuwe, doordachte manier met water om te springen, gaan we een groene toekomst tegemoet.”