Droogte zorgt voor minder legsels heikikkers
Het aantal legsels van de zeldzame heikikker nam dit voorjaar drastisch af in het Nationaal Park Hoge Kempen. Dit komt hoogstwaarschijnlijk door droge zomers en wisselvallige winters. Zal de heikikker het overleven? Of moeten we ons zorgen maken over de soort?
De heikikker is een relatief kleine kikker van ongeveer 7cm. Tijdens de paartijd kleuren de lijfjes van sommige mannetjes blauw, een indrukwekkend spektakel. Hij komt in België alleen voor in de provincies Limburg en Antwerpen, maar ook daar zit hij maar op een paar plaatsen, de oppervlakte van zijn geschikte leefgebieden, vooral de grotere heide-, moeras- en laagveengebieden, is afgenomen in de laatste eeuw.
Legsels tellen
Amfibiën expert Peter Engelen telt de legsels van de heikikker sinds 2005 op een achttal locaties in het Nationaal Park Hoge Kempen. Gemiddeld daalden het aantal legsels dit jaar met maar liefst 94%. “Vorig jaar telde ik op een locatie 603 legsels, dit jaar waren dat er 0,” zegt Peter Engelen.
Voorlopig is Engelen de enige in België die al een lange periode systematisch legsels telt, daarom zijn er alleen exacte cijfers voor het Nationaal Park Hoge Kempen. “Er zijn maar een paar dagen om de piek van de heikikker te vinden, het is dus onmogelijk om op alle locaties tegelijk te tellen. Mijn collega’s in Nederland van het Nationaal Park Hoge Veluwe gaven ook aan dat ze minder heikikkers zien en soms ook geen voortplanting kunnen vaststellen,” zegt Engelen.
Droogte
De hoofdreden voor de drastische vermindering van legsels is volgens Engelen de warme, droge zomer van 2018. De heikikker voedt zich met waterafhankelijke weekdieren zoals slakken en regenwormen die het moeilijk hadden vorige zomer. De heikikker kon weinig eten en begon in een slechte conditie aan zijn winterslaap. Het aantal eicellen dat een vrouwelijke heikikker na die winterslaap aanmaakt, hangt af van haar hoeveelheid vetcellen. Dus hoe minder ze kon eten tijdens de droge zomer, hoe minder vetcellen en ook eicellen ze later heeft.
Wisselvallige winter
Voor amfibieën zoals heikikkers zijn ook stabiele, lange en koude winters cruciaal. Want tijdens een koude winter kunnen ze veel dieper slapen. Ze worden dan pas wakker als de temperatuur voor hun optimaal is. Voorbije winter was alles behalve stabiel waardoor de heikikkers regelmatig ontwaakten uit hun winterslaap. Hoe vaker ze wakker werden, hoe meer energie ze verbruikten, waardoor ze als het ware minder uitgerust aan het belangrijke voorjaar begonnen.
De legsels van de heikikker bestaan uit zo’n 1.500 tot 2.500 eitjes. Elk eitje bestaat uit een doorzichtige dril en een zwarte kern.
Kikkerdril kwaliteit
Door de wisselvallige winter en droge zomer zijn er niet alleen minder legsels, ook de kwaliteit van de legsels is afgenomen. De legsels van de heikikker bestaan uit zo’n 1.500 tot 2.500 eitjes, normaal zit er in de doorzichtige kikkerdril een zwarte kern. Engelen merkte ook dat er minder zwarte kernen waren, waardoor er uit de ‘weinige’ legsels ook minder kikkers komen.
Kooractiviteit
Tijdens de paartijd kleuren sommige mannetjes blauw en maken ze geluiden die we kooractiviteiten noemen. In het Nationaal Park Hoge Kempen begint de heikikker normaal als eerste, in Limburg, met roepen en 5 tot 10 dagen later is er ook kooractiviteit in de vennen bij Opglabbeek. “Waar we normaal 100.000 mannetjes konden horen, roept er deze lente slechts hier en daar een dier.” Nog een teken dat er een probleem is.
Herpakken
Hopelijk zal de heikikker zich herstellen, maar als het zo droog blijft, kan het gevaarlijk worden. “De dieren zijn flexibel, dus die zullen zich normaal wel herpakken,” aldus Peter Engelen. “Het kan zijn dat ze zich deze lente te zwak voelden en volgend jaar weer gewoon zullen paren. We hebben een paar goeie jaren nodig om de populatie weer op peil te krijgen,” Hopen dus op een nattere zomer en een koudere winter.