Het grote wie/wat/waar van slijmzwammen
Zijn het schimmels of zwammen? Planten of dieren? Slijmzwammen lijken wel kenmerken van al die rijken in zich te dragen, maar vormen een klasse (of misschien wel een rijk) apart. Het zijn eencellige organismen die bijzondere vormen en kleuren aannemen, toch zijn we ons vaak niet bewust van hun aanwezigheid. Maar eens je van hun bestaan op de hoogte bent, zal je er vast enkele tegenkomen tijdens een natte boswandeling.
Slijmzwammen kregen hun schimmelachtige naam omwille van hun uiterlijke gelijkenissen met zwammen. Maar wanneer je hun DNA erop naslaat, blijken ze zelfs geen gemeenschappelijke voorouder te hebben met die naamgenoten. Waar ze precies thuishoren, daar zijn wetenschappers nog niet helemaal uit, maar vast staat dat ze meer weg hebben van een amoebe dan van een schimmel. De coolste slijmzwammen zijn de ‘myxomyceten’ met een plasmodium, omdat die zich kunnen voortbewegen met behulp van een soort schijnvoetjes.
Breinloze beslissingen
Dat lees je goed: deze gekke organismen zijn in staat om in hun plasmodiumstadium actief te bewegen in de voor hen interessantste richting. En dat doen ze … zonder hersenen of zelfs maar een centraal zenuwstelsel! Onderzoekers vinden het zo’n fascinerend studieobject dat ze slijmzwammen de gekste taken laten uitvoeren. Zo stond er ooit in Nature een artikel over een slijmzwam die binnen enkele uren de uitgang van een doolhof vond en berichtte New Scientist over een team wetenschappers dat een slijmzwam aan het stuur van een robot plaatste met als opdracht licht te vermijden. Dat alles doen slijmzwammen op automatische piloot: speciale receptoren ontvangen informatie over de omgeving (licht, vocht, geur …) en plannen op basis daarvan de meest geschikte beweegrichting.
Zo’n plasmodium is een raar ‘beestje’: allemaal cellen die samensmelten tot een groot geheel met meerdere celkernen – soms wel 10.000. Meestal bedekken ze slechts enkele vierkante centimeters, maar sommige soorten maken plasmodia van een vierkante meter of groter. Voeden doen deze slijmzwammen zich met andere micro-organismen, zoals schimmels en bacteriën. Eens ze voldoende gegeten hebben, ontstaan er uit het plasmodium onbeweeglijke vruchtlichamen met sporen erin. Die vruchtlichamen zijn afhankelijk van de soort microscopisch klein tot enkele tientallen centimeters in diameter. Met behulp van de wind verspreiden de sporen zich in de omgeving, waar ze kunnen ontkiemen tot nieuwe exemplaren.
Slijmzwammen met ronkende namen
Slijmzwammen leven zowat overal in de omgeving en je ziet ze vaak op rottend hout, plantenresten, boombasten of gewoon op de bodem. Vocht is onontbeerlijk voor deze organismen en in tijden van droogte verschrompelt hun plasmodium tot een schijnbaar levenloos ‘sclerotium’ dat zich met een noodvoorraad aan voedsel verbergt tot beter weer.
Wil je op zoek gaan naar deze glibberige organismen, kies je dus best een regenachtige dag uit. Hou je soortherkenningsapp in de aanslag om de ronkende namen van ‘jouw’ slijmzwammen te leren kennen. Deze soorten kan je bijvoorbeeld tegenkomen in ons land:
Heksenboter
Het plasmodium van heksenboter heeft een felgele kleur die niet te missen is. De soort verkiest dood hout om zich over te verplaatsen. In andere landen heeft het organisme al even tot de verbeelding sprekende namen zoals 'trollenboter', maar er zijn er ook die het 'hondenkots' noemen.
Foto: © Luc Heeman via Waarnemingen.be (CC-BY-NC-ND)
Blote billetjeszwam
Onze favoriete naam-van-een-slijmzwam moet wel de blote billetjeszwam zijn. Al spreken natuurkenners vaker over de 'gewone boomwrat' of de 'bloedweizwam', maar dat vinden wij dan weer net iets minder leuk om de aandacht van de lezer mee te trekken. De vruchtlichamen groeien op hout dat in een ver stadium van verrotting is.
Foto: © lief via Waarnemingen.be (CC-BY-NC-ND)
Glanzend druivenpitje
Ook bij deze slijmzwam zijn het de vruchtlichamen die in het oog springen. Ze groeien in grote groepen op kruidige planten, maar ook op naaldbomen. De druifvormige vruchtlichamen worden slechts een millimeter of drie lang, maar met hun glanzende gelige tot roodbruine kleur springen ze vast in het oog.
Foto: © Philippe Deflorenne via Waarnemingen.be (CC-BY)
Gewoon ijsvingertje
De kleine vruchtlichamen van deze slijmzwam groeien op dood loofhout en worden niet langer dan ongeveer een centimeter. Ze zien eruit als kleine, glazige ijspegeltjes die hier vrij algemeen voorkomen.
Foto: © Bernadette Bonants & Hans Manni via Waarnemingen.be (CC-BY-ND)
Zilveren boomkussen
Deze slijmzwam is heel algemeen en tref je vooral in het voorjaar aan. Hij verkiest dood hout om op te groeien en het is vooral het sporenstadium dat eruitziet als een zilveren, papierachtig kussen. Wanneer het kussen 'rijp' is, scheurt het open en worden de sporen verspreid.
Foto: © Heinz Schimmel via Waarnemingen.be (CC-BY-NC-ND)