Hoe zou het nog zijn met het korhoen in de Hoge Venen?
In 2017 ging een ambitieus project van start om de populatie van het korhoen in België weer op te krikken. Tien individuen werden geïmporteerd vanuit Zweden naar onze Hoge Venen, gevolgd door nog 43 vogels tijdens de volgende jaren. Wat is er van hen geworden, vier jaar later?
Een paar jaar geleden bereikte het aantal koerhoenders een triest dieptepunt in ons land: er werden er slechts 3 geteld in 2017. Om het uitsterven van de soort te voorkomen, trokken de Universiteit van Luik, het KBIN, het DNF (de Waalse tegenhanger van het ANB) en het WWF naar Zweden om er enkele exemplaren op te halen. Ze startten met 10 vogels in 2017, een jaar later kwamen daar 18 vogels bij en in 2019 werden nog eens 25 korhoenders uitgezet in de Hoge Venen. Omwille van de strenge coronaregels konden er vorig jaar helaas geen extra vogels ingevoerd worden. “We hebben dat jaar gebruikt om onze monitoring verder op punt te zetten”, vertelt Pascal Poncin, professor aan de Universiteit van Luik en hoofd van het programma. “We beschouwen de reddingsoperatie als een succes, ook al kwamen er dit jaar geen vogels bij. De vangsten van de voorbije jaren doen wat ze moeten doen en dat kunnen we nu beter dan ooit opvolgen. We zijn dan ook erg blij dat de vogels zich hier ondertussen ook voortplanten.”
Hoe worden de korhoenders gemonitord?
Tijdens de laatste weken van april wordt de korhoenpopulaite jaarlijks geteld door het DNF en een aantal vrijwilligers. Vorig jaar werden - omwille van COVID-19 - enkel DNF-medewerkers toegelaten op het terrein. De laatste telling vond gisteren plaats, maar waarom precies in dit seizoen? “Het korhoen is bijzonder actief rond de eerste mei, wanneer ze zich volop aan het voortplanten zijn”, legt Pascal Ghiette van het DEMNA (Département de l’Etude du milieu naturel et agricole) uit. In 2020 werden 12 mannetjes geteld. “We tellen eigenlijk enkel de mannetjes, omdat die zich tijdens de paartijd uitgebreid etaleren in zogenaamde ‘arena’s’. Het is wel opletten geblazen om niet dubbel te tellen: dezelfde hanen durven wel eens in verschillende arena’s opduiken. Dat is typisch voor een bedreigde populatie: onze hanen proberen zoveel mogelijk vrouwtjes te ontmoeten. Wanneer een populatie gevestigd is, wisselen de hanen zo goed als nooit van paradeplek. We kunnen met zekerheid zeggen dat er minstens 8 hanen waren vorig jaar, want die hebben we tegelijkertijd op dezelfde plaats gezien. We vermoeden dat er op dit moment een tiental hanen en evenveel hennen leven in de Hoge Venen, maar het is nog even afwachten op de nieuwe resultaten. Helaas wordt het aantal vrouwtjes wel eens onderschat, omdat ze zich eerder discreet opstellen. Zelfs tijdens de balts!”
“Dit project is geen herintroductie, maar een poging om de bestaande populatie aan te sterken”, voegt Dylan Delvaux toe, project-assistent aan de Universiteit van Luik. “In het begin waren we even sceptisch over het succes van het project, maar dat kwam waarschijnlijk door problemen met de zenders die sommige korhoenders dragen. Elke vogel is geringd, maar slechts enkele dragen zenders met zonnepanelen.”
Het korhoen heeft last van predatie
Volgens Pascal moeten we toch nog even voorzichtig zijn met juichen, want het sterftecijfer onder korhoenders ligt erg hoog. De eerste twee maanden na het vrijlaten, valt tot 90% van de vogels ten prooi aan vossen. Die lusten ook jonge kuikens en eieren, net zoals wasberen en kraaiachtigen. Om dat probleem te verhelpen, plaatst het DNF regelmatig vallen voor roofdieren. “Voor vossen werken de vallen niet goed, maar ze houden wel wasberen tegen. Die vallen misschien geen volwassen korhoenders aan, kuiken en eieren zijn niet veilig voor hen. Ook kraaien zijn dol op hun eieren, daarom vangen we hen met behulp van een lokvogel.”
De hoge mortaliteit onder deze vogels is moeilijk te verklaren, omdat ze in hun land van herkomst (Zweden) dezelfde predatoren kennen. “We vermoeden dat de vogels na het uitzetten licht gedesoriënteerd zijn omdat ze zich op onbekend terrein bevinden. Gelukkig is de uitval door predatie veel lager bij korhoenders die in ons land geboren worden. Anders was het misschien helemaal gedaan met deze symboolsoort.”
Dylan is overigens minder pessimistisch: “We hebben een duidelijke populatiegroei gezien. Je mag niet vergeten dat we zijn begonnen met één of twee mannetjes en dat we er nu al een stuk of tien tellen. De predatiedruk is hoog tijdens die eerste maanden, maar dat is ook eigen aan de plaats in de voedselketen die het korhoen inneemt. Het is en blijft een prooidier en we kunnen de Hoge Venen moeilijk onder een stolp plaatsen voor hen. Bovendien weten we dat de vrouwtjes een nest maken en dat sommige zelfs al twee jaar op rij gebroed hebben. We zien wel degelijk vogels die in België geboren zijn, een duidelijk succes. Zelfs al gooien roofdieren roet in het eten, de populatie groeit en dat maakt ons blij.” De universiteit hoopt dat toekomstige, uitgezette vogels makkelijker integreren. “Korhoenders communiceren met elkaar door te ‘koeren’. Misschien voelen ze zich minder verloren wanneer ze bij hun aankomst verwelkomd worden door een reeds aanwezige groep.”
Een positieve noot om mee af te sluiten: verschillende Zweedse individuen hebben het minstens twee jaar overleefd. Het enige probleem dat overblijft: de zenders die stopten met werken in juli 2020. De zonnepanelen waarmee ze zijn uitgerust, raken soms los door een schokkende beweging, maar het is onmogelijk om te weten te komen of de zenders niet meer reageren omdat de drager overleden is of omdat de weelderige plantengroei op de Hoge Venen te veel schaduw op de zonnepanelen werpt. Nu is het dus hoopvol afwachten op de resultaten van de nieuwe tellingen!