Uitgetest: Wildplukworkshop in de bossen van Geel
“Mijn favoriete planten worden door de meeste tuiniers bestempeld als pure horror!” Aan het woord is Ann Helena Kenis van vastegrond.be, bevlogen ‘onkruidliefhebster’ die ons met een gezonde dosis humor de beginselen van het wildplukken bijbrengt. In en om haar prachtige wilde tuin in het Kempense Geel troont ze ons mee van plant naar plant, terwijl ze honderduit vertelt over de smaak, textuur en medicinale eigenschappen van alles wat onderweg haar aandacht trekt.
Wildplukken: hoe begin je eraan?
“De belangrijkste regel bij wildplukken”, steekt Ann van wal, “is dat je met je handen afblijft van alles wat je niet kent. Voor je het weet zit je dagenlang op de pot of nog erger. Maar minstens even belangrijk is het om alleen te plukken wat in overvloed aanwezig is. Zie je een zeldzaam mooi bloemetje, weersta dan aan de verleiding om het mee te nemen want zo bedreig je de toekomst van dat plantje op die locatie. Neem alleen mee wat je nodig hebt en laat al de rest lustig verder groeien.”
Nog meer tips vliegen om ons de oren terwijl de aandacht van Ann als een vlinder van bloem naar bloem fladdert. “Vandaag is het overtrokken en is de dauw nog niet opgedroogd. Dat zijn geen ideale omstandigheden om te gaan plukken, liever wacht je tot de zon begint te schijnen en het water verdampt. Dan komen de aroma’s beter tot z’n recht. Als je rechtstreeks wil proeven zonder wassen, dan raad ik aan om onder brandnetels of braambessen te plukken. Geen hond die daar zijn pootje optilt”, lacht Ann smakelijk. Onderweg maakt ze ons warm voor al het lekkers dat ze vooraf bereid heeft met ingrediënten uit haar natuurlijke tuin. Maar niet voordat ze ons enkele van haar favoriete planten heeft getoond:
1. Zevenblad tegen verzuring
“Dit prachtige plantje is één van mijn favorieten, terwijl het in de meeste tuinen gewoonweg geen kans krijgt. Het is makkelijk te herkennen aan (knipoogt) zijn zeven blaadjes. Deze plant heeft mooie, witte, eetbare bloemen en werkt ontstekingsremmend én ontzurend. Het is dus een goede remedie voor reuma en jicht. De jonge plantjes, glanzend van jeugdigheid, kan je rauw opeten. De smaak situeert zich ergens tussen peterselie en wortel. Oudere planten zijn wat stugger en kan je klaarmaken zoals spinazie of verwerken in een omelet.
2. Smalle weegbree met natuurlijke slijmstoffen
“Nog zo’n anti-inflammatoire plant is de smalle weegbree, al zijn hier vooral de slijmstoffen interessant. Tegenwoordig smeren hipsters hun huid in met slakkenslijm, maar in dit plantje zit een plantaardige variant. Dat is een stuk minder goor en je hoeft achteraf je handen geen tien keer te wassen. De volledige plant is eetbaar, ook de bloemen en zaden. Die laatste zijn vergelijkbaar met vlozaad of psyllium, dat gebruikt wordt om glutenvrij gebak wat meer body te geven. De slijmstoffen hebben een weldadig effect op je luchtwegen, maar je kan ook op een blaadje kauwen wanneer je last hebt van ontstoken tandvlees. Ook hier geldt dat je de jonge blaadjes rauw kan eten, terwijl de grotere bladeren beter tot hun recht komen wanneer je ze bakt.”
3. Gewone berenklauw
“Dit is een beetje een controversiële plant, maar die reputatie is volgens mij helemaal onterecht. Ja, als je er al te ruw mee omgaat, scheidt hij bitterstoffen af die je huid lichtgevoeliger maken waardoor je brandwonden krijgt in de zon. Maar als je hem met liefde behandelt, hoef je er helemaal niet bang voor te zijn. Het is allemaal een kwestie van juist hanteren: het is niet de bedoeling om jezelf in te wrijven met de sappen van deze plant, maar hij is wel degelijk eetbaar. Bovendien is deze inheemse berenklauw heel voedzaam: hij zit boordevol vitamine C, bevat hoogwaardige eiwitten en smaakt zoet dankzij 10% plantaardige suikers. De jonge zaden kan je bijvoorbeeld verwerken in een dessert, de oude, gedroogde zaden zijn geroosterd heerlijk in een kom soep of op je aardappelen. Qua geneeskracht wordt deze plant gebruikt bij aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, zoals bijvoorbeeld MS.”
Een wilde tuin vol lekker groen van bij ons
Ann weet van geen stoppen en benoemt in een handomdraai elk plantje in haar hectaren grote tuin. Hier is trouwens geen kortgemaaide grasmat te vinden, alle (on-)kruiden krijgen er de plaats die ze verdienen en mogen zaad maken. Onderweg krijgen we nog veel meer informatie te verwerken over de mooie rode kleur die Sint-Janskruid aan olie geeft, de weldadige effecten van duizendblad op je bloedsomloop en het heerlijke aroma van bijvoet.
Aan tafel!
Twee uur later, met een hoofd dat barst van de botanische informatie, schuiven we mee aan Ann's tuintafel. Zelf de handen uit de mouwen steken in de keuken is er omwille van de coronaregels vandaag niet bij, maar we laten ons gewillig bedienen van een rijkelijke vegan lunch met diverse wildplukingrediënten. Een pasta pesto van zevenblad, tapenade van smalle weegbree, hamburgers met bloemen van bijvoet en zaad van grote weegbree, en een dessertje met braambes en de nog groene zaden van berenklauw worden stuk voor stuk met veel ‘mmm’s’ en ‘aah’s’ naar binnen gespeeld. Als kers op de taart krijgen we de recepten mee naar huis om zelf te kokerellen. En natuurlijk willen we ook jullie zo’n receptje niet onthouden:
Tapenade van smalle weegbree
“Heerlijk op een broodje of bij een stuk pompoen dat je in de oven hebt laten garen, bij bloemkool, bij patatjes, bij verse tomaatjes, bij gegrilde courgette met (vegan) mozarella, door een bakje bruine rijst, bij boontjes…” Eigenlijk past het volgens Ann zowat bij alles!
- Neem een grote pan en vul die met 1 cm rijstolie (rijstolie heeft een hoger rookpunt dan bijv. olijfolie, en is daardoor gezonder in gerechten die je op hoge temperatuur klaarmaakt).
- Knip een 30-tal gewassen blaadjes smalle weegbree met een schaar in stukken van ongeveer 2 à 3 cm (de pan zou vol moeten liggen). Zorg dat de blaadjes goed droog zijn zodat ze niet gaan spetteren).
- Gooi ze in de warme olie (niet de allerhoogste stand van je vuur), doe er wat zout bij en een scheut appelazijn.
- Roer de weegbree regelmatig om tot hij knapperig is.
- Haal de pan van het vuur en voeg 1 à 2 eetlepels sumak bij het gerecht vlak voor het serveren (sumak is een kruid te koop bij de Turkse of Marokkaanse winkel). Je kan de sumak ook vervangen door een paar druppeltjes citroensap en wat lookpoeder.