Waarom zijn deze 5 soorten vernoemd naar de maand mei?
Alle vogels leggen een ei en de fruitbomen staan volop in bloei. Onze natuur toont zich van haar mooiste kant in mei, de bloeimaand bij uitstek. Sommige dieren en planten hebben de maand mei zelfs in hun naam staan. Denk maar aan de meikever, de meivis of de meidoorn. Is er een speciale reden waarom deze soorten vernoemd zijn naar de vijfde maand van het jaar? Of had het evengoed april of juni kunnen zijn?
Meidoorn
De eenstijlige meidoorn is een struik die het hele jaar door stekelige doornen heeft. Vanaf half mei verandert deze prikkelachtige plant echter in een zachtaardige, bloeiende struik met witte bloemen. Deze dichtvertakte struik is dan ook een populaire plaats voor vogels om te schuilen. Deze struik is in het voorjaar dus helemaal in zijn (k)nopjes, maar ook ‘s winters heeft de meidoorn nog iets in petto. Hij geeft tijdens de koudere maanden namelijk kleur aan de natuur met zijn prachtige donkerrode bessen. De meidoorn is dus zeker en vast zijn naam waardig, en heeft eigenlijk meer te bieden dan zijn naam doet vermoeden.
Meikever
De meikever is misschien wel de meest gekende uit dit rijtje van meisoorten. Deze kever uit de familie van bladsprietkevers heeft z’n naam niet gestolen. In mei zetten de vrouwtjes namelijk hun eitjes af onder de grond. Daar komen na enkele weken larven uit die twee jaar op rij in het voorjaar uit de bodem komen om zich dik en rond te vreten aan allerlei planten- en kruidenwortels. In het najaar kruipen de engerlingen terug onder de grond om te overwinteren. Tijdens hun tweede ondergrondse winter ontwikkelen ze zich tot volwassen meikevers. Pas daarna beginnen ze aan hun leven als vliegende meikever boven de grond.
Maar er is nog een belangrijkere reden waarom de maand mei zo goed bij deze kevers past. In deze maand vliegen de meikevers namelijk massaal uit op zoek naar loofbossen, tuinen en boomgaarden. Je komt ze dus vooral in mei tegen, maar steeds vaker ook al in april, meestal in de buurt van eiken en beuken. Wist je trouwens dat in de familie van de bladsprietkevers ook een junikever en julikever te vinden zijn?
Meidoornspanner
De meidoornspanner is zonder twijfel het buitenbeentje in deze lijst. Deze moeilijk te spotten nachtvlinder zal je niet snel tegenkomen, en al helemaal niet in de maand mei. Hij vliegt namelijk erg vroeg op het jaar uit: van januari tot maart. Als vlinderliefhebber moet je dus niet in mei maar wel al vroeg op het jaar goed uitkijken naar deze bijzondere vlindersoort. Deze vlinder uit de familie van de spanners is eigenlijk vernoemd naar de meidoornplant, de gastheer waar hij als rups graag vertoeft. De enige reden waarom deze vlinder de maand mei in zijn naam heeft staan, is omdat de meidoorn zijn waardplant is. En dan moet het strafste van al eigenlijk nog komen: in België en Nederland lijkt het erop dat meidoornspanners eigenlijk meer bij sleedoorn dan bij meidoorn lijkt voor te komen. Misschien moeten we dan toch eens nadenken over een nieuwe naam?
Meivis
In tegenstelling tot de aprilvissen op 1 april is de meivis niet om mee te lachen. Door overbevissing en bodemvervuiling verdween de fint of gestipte reuzenharing, zoals de meivis ook genoemd wordt, uit het stroomgebied van de Rijn, de Schelde en de Maas. Sinds 2003 wordt deze vissoort in het Belgische deel van de Schelde gelukkig wel weer gespot. Waar hebben meivissen hun naam aan te danken? Aan de periode waarop ze aan het paaien gaan. Finten zijn anadrome vissen. Ze leven dus in zee, maar wanneer de watertemperatuur boven 11°C gaat, trekken ze naar de monding van rivieren om hun eitjes af te zetten. Daar zwemmen en spartelen deze glinsterende vissen bij zonsondergang in cirkels om elkaar heen.
Het paaiseizoen valt normaal gezien in mei. Al spotten we hier in België steeds vroeger op het seizoen paaiende finten als gevolg van de uitzonderlijk warme temperaturen. Ook dit jaar waren de meivissen er vroeg bij. Daarom besloot het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) zijn jaarlijkse fintentelling al op 28 april 2019 te houden. Op basis van recente waarnemingen lijkt het trouwens alsof onze finten ook steeds verder stroomopwaarts paaien. Zou de opwarming van de aarde en het zeewater binnenkort wel eens voor een naamsverandering kunnen zorgen? Dan spreken we niet meer van meivis maar wel van aprilvis.
Meiworm
We hebben ons niet vergist, er staat wel degelijk een meiworm op de foto. Meiworm is namelijk een andere naam voor het insect dat we beter kennen als de gewone oliekever. Deze glanzende, bolle kever kom je vooral in het voorjaar tegen. Al is de bijnaam ‘meiworm’ intussen wat achterhaald. In 2019 werden er in april dubbel zo veel gewone oliekevers waargenomen in vergelijking met de maand mei van dat jaar.
Schrappen we de bijnaam meiworm in de toekomst dan maar beter of veranderen we hem naar ‘bijworm’? Bijen spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de gewone oliekever. De pasgeboren larven hebben haakachtige voorpoten en klampen zich vanop een bloem vast aan voorbijvliegende solitaire bijen. Zo vliegen ze mee tot in het bijennest waar ze zich tegoed doen aan de eitjes. Daarna vervelt de larve tot pootloze larve. Wanneer hij een tweede keer verpopt, komt hij als volwassen oliekever uit de pop en verlaat hij het bijennest. Een huzarenstukje dat alleen bij bepaalde soorten van solitaire bijen lukt. Aangezien het niet zo goed gaat met een aantal bijensoorten, wordt het dus ook steeds moeilijker om de gewone oliekever in bepaalde streken waar te nemen.
Wil je op de hoogte blijven van recente waarnemingen van deze ‘meisoorten’ of andere inheemse fauna en flora? Neem een kijkje op www.waarnemingen.be voor de laatste updates.