Boommarter
Dit schattige snuitje verstopt zich al lange tijd in de bossen van het zuiden van ons land, waar hij zich veilig voelt. En ook in Brabant en Brussel duikt de boommarter sinds enkele jaren op.
Herken de boommarter
(Martes martes)
Vaak wordt de boommarter verward met zijn neven, de steenmarter en de wezel. Nochtans bezit hij veel unieke kenmerken, waardoor je hem uit de duizend kan herkennen.
Zo ziet de boommarter eruit:
- De vrouwtjes worden tussen 40 en 55 cm lang, de mannetjes tussen 50 en 60 cm (staart van 20-25 cm niet meegerekend) en weegt tussen 700 g en 2,5 kg – vergelijkbaar met de steenmarter
- Zijn vacht is donkerbruin van kleur
- Hij heeft een zwarte neus (in tegenstelling tot de roze neus van de steenmarter)
- De bef of keelvlek is eerder gelig of crèmekleurig dan wit en eindigt in een enkele punt (die van de steenmarter is in tweeën gedeeld)
- De zolen van zijn poten zijn bedekt met haren, wat hem een uitstekende isolatie in de winter geeft
- Hij heeft poten die iets langer zijn dan bij andere marterachtigen
- Zijn oren zijn groter dan die van de steenmarter
Op het menu
De boommarter is een echte carnivoor. Hij jaagt op allerlei kleine zoogdieren, waaronder knaagdieren zoals woelmuizen, veldmuizen, spitsmuizen en andere muizen. Daarnaast kan hij zich ook richten op grotere prooien zoals eekhoorns, konijnen of zelfs hazen.
Tijdens de zomermaanden kan de boommarter nesten van vogels zoals merels, mezen of lijsters aanvallen en hun jonge kuikens of eieren verslinden. Tegen een handvol vers en zoet fruit, zoals aardbeien of frambozen, zegt hij ook geen nee. In de zomer kunnen ook kevers en amfibieën op zijn menu staan en neemt hij weleens zijn toevlucht tot een hommelnest. Is het weer te koud voor zijn gewoonlijke prooien om zich te laten zien, dan neemt de boommarter ook genoegen met aas.
Leefgebied
Boommarters zijn vooral actief tussen de schemering en de late nacht, maar geven de voorkeur aan bossen boven stedelijke omgevingen, in tegenstelling tot steenmarters. De enige boommarters die zich overdag verplaatsen, zijn over het algemeen vrouwtjes vergezeld van hun jongen. In open gebieden komt de boommarter bijna nooit voor, al is hij wel eens waargenomen in Brabant en in het Zoniënwoud. In ons land kan je hem vooral vinden in de Ardennen, de Famenne en de Hoge Venen. In Vlaanderen wordt hij steeds zeldzamer, hoewel hij per uitzondering al eens werd gespot in de Kempen.
Zijn biotoop bevindt zich dus in de bossen, waar hij zijn huisje maakt in holle bomen, verlaten nesten (vooral van zwarte spechten en eekhoorns) of nestkasten voor uilen. Ook dassenburchten wil hij weleens hergebruiken, maar evengoed verstopt hij zich tussen vegetatie of tussen scheuren in rotsen. Met zijn scherpe klauwen kan hij net zo gemakkelijk in bomen klimmen alsof hij zich op de begane grond voortbeweegt.
De boommarter is solitair van aard en heeft zijn eigen territorium, of het nu om een mannetje of om een vrouwtje gaat. Het is echter niet ongebruikelijk dat de domeinen van meerdere individuen elkaar overlappen.
Boommarterliefde
De paartijd is het enige moment dat de boommarter afwijkt van zijn kluizenaarsbestaan. De vrouwtjes kunnen tussen juni en augustus meerdere keren paren, maar zullen slechts één keer per jaar bevallen. Onder boommarters kan het verleidingsspel er nogal pittig aan toe gaan: de mannetjes en vrouwtjes vechten met elkaar, jagen elkaar op en grommen ondertussen dreigend. Zodra het mannetje het hart van zijn partner heeft veroverd, kan de paring tussen 15 en 90 minuten duren. Een indrukwekkende performance! De jongen worden pas veel later geboren, in de lente van het volgende jaar. De effectieve draagtijd duurt echter slechts 28 tot 30 dagen. Hoe dat komt? Dankzij een vertraagd implantatieproces, wat vrij gebruikelijk is bij marterachtigen. Mama marter is namelijk in staat haar zwangerschap uit te stellen – dit heet diapauze of kiemrust – zodat de omstandigheden ideaal zijn om haar jongen groot te brengen.
In de lente nestelt mevrouw zich vervolgens in een verlaten nest of een holte in de bomen, knus aangekleed met mos en bladeren. Hoewel de boommarter de aanwezigheid van mensen over het algemeen vermijdt, kan ze zich indien nodig ook op een zolder nestelen om tussen de één en zes, maar meestal drie jongen te werpen. Blind en volledig afhankelijk van hun moeder bij de geboorte, krijgen de kleintjes ongeveer acht weken borstvoeding en durven ze tijdens die twee maanden niet uit hun hol te komen. Pas op een leeftijd van zes maanden zijn ze klaar om voor zichzelf te zorgen. Wanneer het vrouwtje 15 tot 18 maanden en het mannetje 24 tot 27 oud is, is de boommarter in staat om zichzelf voort te planten. Je leest het goed, ook bij boommarters worden de meisjes sneller volwassen!
Relatie met de mens
In tegenstelling tot de steenmarter zal de boommarter zich zelden in de buurt van huizen laten zien, wat hem vrijstelt van de misdaden die zijn neef worden verweten, zoals het stelen van kippen of het knagen aan kabels. De gelijkenis met de steenmarter verwart echter nog steeds veel mensen. De boommarter wordt niet als een plaag beschouwd, maar hij werd wel lang bejaagd omwille van zijn pels en zijn haren, die als basis voor penselen dienden.
De grootste bedreigingen voor de boommarter zijn tegenwoordig het wegverkeer en de versnippering van zijn leefgebieden. Omdat hij bossen nodig heeft om te overleven, kan de ontbossing hem fataal worden, aangezien hij hierdoor geen prooi of toevlucht meer kan vinden.
Wist je dat de boommarter …
- zo genoemd wordt om hem te onderscheiden van zijn neef, de steenmarter? Van het geslacht Martes zijn in België acht heel verschillende soorten aanwezig, met name de steenmarter, de bunzing, de wezel, de hermelijn, de Amerikaanse nerts, de Europese otter en … de das!
- voor een goede gezondheid van de eekhoornpopulaties zorgt? Door de zwakkere individuen te verslinden, voorkomt hij mee dat ziektes zich verspreiden.
- zijn territorium afbakent door te urineren en geurstoffen af te scheiden? De klieren op zijn buik hebben een bijzonder krachtige geur die al zijn soortgenoten waarschuwt voor zijn aanwezigheid.
- vooral op de grond jaagt, ook al leeft hij voornamelijk in bomen?