Havik
Voor een middelgrote roofvogel is de havik in veel opzichten indrukwekkend. De baltsvertoningen van een koppeltje haviken combineren snelheid en behendigheid, hun jachttechnieken zijn een perfecte mix van kracht en wendbaarheid, en hun hooggelegen nest kan omvangrijke afmetingen aannemen.
Herken de havik
(Accipiter gentilis)
De havik lijkt sterk op zijn neef de sperwer, en het is niet altijd gemakkelijk om de twee te onderscheiden. Aan de hand van deze kenmerken kan je hem toch herkennen:
- hij is bruingrijs tot leigrijs van kleur
- zijn buik is wit gestreept met zwart
- de juvenielen zijn bruiner dan volwassenen
- de havik heeft brede, witte wenkbrauwen
- hij heeft een lange, rechthoekige staart met een afgeronde punt
- hij is groter en heeft langere vleugels dan de sperwer
- hij heeft grote, gele ogen
- de vrouwtjes zijn veel groter dan de mannetjes; ze meten 58 tot 64 cm (108-127 cm spanwijdte), terwijl de heren tevreden zijn met 48 tot 57 cm (93 tot 105 cm spanwijdte)
Op het menu
Niets is bestand tegen de havik. Hij voedt zich voornamelijk met vogels, maar zal niet aarzelen als hij een muis of een woelmuis ziet lopen. Soms waagt hij zich zelfs aan een eekhoorn of een konijn. Deze sluwe jager kan in een hinderlaag gaan zitten door op een paal of een tak neer te strijken en van daaruit alles wat beweegt te observeren – of te beluisteren. Maar hij kan ook alzwevend zijn prooi lokaliseren. En zodra zijn maaltijd in zicht is, stormt hij er met hoge snelheid – tot 100 km/u – op af.
Deze jonge havik plukt zijn prooi vooraleer hij hem verslindt
Leefgebied van de havik
Deze roofvogel is een echte boswachter; hij geeft de voorkeur aan beboste gebieden, maar heeft ook open plekken in zijn jachtgebied nodig om zijn prooi gemakkelijker te lokaliseren. Uiterst wendbaar beweegt de havik zich op een sierlijke manier tussen de bomen. De laatste jaren is het aantal haviken sterk toegenomen, vooral ten zuiden van de Samber- en Maasvallei. In stedelijke gebieden of open landschappen is hij daarentegen zeldzamer. Als sedentaire roofvogel trekt hij niet naar het zuiden voor de winter, want deze opportunistische jager vindt altijd wel een prooi die aan zijn eisen voldoet.
Havikenliefde
Haviken zijn echte snelheidsduivels en houden van luchtacrobatiek. Wanneer ze in maart op zoek gaan naar een partner, aarzelen ze dus niet om hun kunstjes te laten zien. Om de ander te behagen, winnen zowel het mannetje als het vrouwtje hoogte alvorens naar beneden te duiken – een vlucht die gepaard gaat met hun opmerkelijke geschreeuw.
Het koppel maakt een nest hoog in de bomen. Daarvoor verzamelen ze takken en bouwen ze een structuur die een doorsnede van bijna een meter kan aannemen. De toekomstige ouders bouwen verschillende nesten in hun territorium en kunnen de nesten die hen het meest bevallen jaar na jaar hergebruiken.
Als alles klaar is, legt het vrouwtje één tot vijf lichtblauwe eieren die ze in 32 tot 38 dagen uitbroedt. Ze verlaat het nest pas als haar jongen in staat zijn om voor zichzelf te zorgen en worden tot dat moment gevoed door haar trouwe partner. Eenmaal uit het ei moeten de jongen nog een veertigtal dagen wachten voordat ze kunnen vliegen en worden ze door hun ouders nog zes extra weken gevoed, in totaal dus zo’n drie maanden. Voor vogels zijn haviken dus echte nestklevers!
Relatie met de mens
De havik, die vóór de jaren vijftig en zestig vrij zeldzaam was, profiteerde van de beschermingsmaatregelen die voor alle roofvogels gelden en is sindsdien goed hersteld. Hij wordt niet langer als bedreigd beschouwd en is goed vertegenwoordigd in onze bosrijke gebieden.
Wist je dat de havik ...
- een bijzonder omvangrijk nest heeft in vergelijking met roofvogels met dezelfde spanwijdte?
- zijn prooi eerst pluimt vooraleer hij hem verslindt? Een hoopje veren van een duif, ekster of gaai kan dus wijzen op de aanwezigheid van een havik in de buurt.
- een perfect zicht en gehoor heeft, maar niet zo goed kan ruiken?