Woudaap
Heb je al gehoord van de woudaap, onze kleinste reiger? Deze waadvogel in miniatuurformaat is in ons land vrij zeldzaam en niet zo makkelijk te spotten. Zijn motto: wil je een gelukkig leven leiden, zorg dan dat je goed verstopt zit!
Herken de woudaap
(Ixobrychus minutus)
Dacht je dat alle reigers grote, imposante vogels waren? Dat klopt niet helemaal. De woudaap is de kleinste van alle Europese reigers en heeft een veel fragielere bouw dan de blauwe reiger. Zo herken je onze kleine waadvogel:
- hij meet 33 tot 38 cm en heeft een spanwijdte van 40 tot 58 cm – zowat de grootte van een waterhoen of een duif
- de kruin en de rug van het mannetje zijn zwart, zijn nek en buik zijn beige tot oker van kleur en de iris van zijn ogen is oranje
- het wat saaiere vrouwtje heeft een chocoladekleurige kruin en rug, en een gele iris
- de jongen lijken op volwassen vrouwtjes, maar hebben zwarte en gele strepen op de buik – ze hebben veel weg van roerdompen
- hij heeft een lange, gele snavel in de vorm van een dolk, typisch voor reigers
- tijdens de vlucht strekt hij zijn lange, gele poten naar achteren
Op het menu
Zoals veel watervogels slokt de woudaap een heleboel dieren op die in de buurt van het water leven: kleine vissen, amfibieën (kikkers, salamanders), waterinsecten, larven (libellen), weekdieren en wormen.
Tijdens de jacht ligt de woudaap op de loer tussen het riet en verrast hij zijn prooi.
Leefgebied van de woudaap
Deze kleine waadvogel houdt vooral van ondergelopen rietvelden, vijvers en moerassen met riet en lisdodde of zelfs wilgen, omdat hij daar genoeg te vissen vindt en het perfecte nest voor zijn nakomelingen kan bouwen. Bij ons is hij vrij zeldzaam – wil je hem tegenkomen, dan moet je naar Henegouwen of Vlaanderen. De woudaap is discreet en actief in de schemering, wat maakt dat je hem moeilijk in zijn habitat kan observeren, behalve wanneer het mannetje in het voorjaar over zijn territorium vliegt. Om zich onopgemerkt voort te bewegen, versmelt hij met het riet dat zijn leefgebied vormt.
In de herfst verlaten de woudapen ons om het winterseizoen in Afrika, ten zuiden van de Sahara, door te brengen. Het volgende voorjaar keren ze pas terug.
Woudapenliefde
Rond april keren de woudapen terug naar onze streken. De mannetjes komen als eerste aan en verdedigen hun territorium door hun stem te gebruiken. Je kan ze dan soms ’s ochtends of ’s avonds horen zingen; hun zang klinkt een beetje als een kwaak of een blaf. Het gebeurt weleens dat paartjes zich verzamelen in kleine kolonies als de omstandigheden optimaal zijn. De woudaap geeft de voorkeur aan rietvelden of struikgewas dicht bij de kust en waar het water ondiep is; over het algemeen zijn de nesten niet erg hoog. Meneer woudaap verzamelt de eerste bouwmaterialen van het nest, bestaande uit riet en grassen, en de werkzaamheden op de werf worden overgenomen door mevrouw woudaap zodra ze zijn bouwproject goedgekeurd heeft.
Het vrouwtje legt tussen vier en zes eieren (maximaal negen) die ze in ongeveer twintig dagen uitbroedt. Hierbij wordt ze af en toe afgelost door haar partner zodat ze zichzelf kan voeden. De jongen kunnen al heel vroeg stappen (na zo’n vijf tot zes dagen) en zijn zelfs in staat om volwassen woudapen te imiteren door rechtop te gaan staan, terwijl ze nog steeds bedekt zijn met donsveertjes. Ze blijven ongeveer een maand bij hun ouders voordat ze het nest verlaten, wanneer ze instinctief geleerd hebben om zelfstandig te vissen.
Relatie met de mens
Net als zijn leefgebied, de wetlands, wordt de woudaap steeds zeldzamer en bedreigder. De moerassen en rietvelden zijn niet alleen in verval, maar zijn ook behoorlijk versnipperd geraakt. Watervervuiling en de afwatering van wetlands bedreigen ook onze kleine reiger, die geen geschikte plaatsen meer vindt om zijn nest te bouwen. De woudaap heeft er een hekel aan gestoord te worden, dus de minste activiteit (bijvoorbeeld maaien) riskeert dat de kans afneemt dat het vrouwtje de broedperiode helemaal uitzit.
Daarnaast sterven ook heel veel woudapen in hun overwinteringsgebieden, die te droog geworden zijn, of tijdens hun trek door gebrek aan voldoende pleisterplaatsen. De woudaap staat op de Rode Lijst van bedreigde soorten in heel Europa.
Wist je dat de woudaap ...
- bij gevaar het liefst van al loopt of klimt? Hij is nochtans perfect in staat om te vliegen, maar zijn eerste reflex gebiedt hem om vaste grond onder zijn poten te houden.