Ga naar main content
vilda-59369-zomertortel-yves-adams-1900-px-55133.jpeg
Yves Adams

Zomertortel

Deze kleine duif, vroeger noemden we haar gewoon ‘tortelduif’ is onze enige duif die ‘s winters heel ver weg warmere oorden uitzoekt. Ze overwintert ten zuiden van de Sahara, als ze tenminste ontsnapt aan de ontelbare jagers die onderweg op de loer liggen. Ook in ons land gaat de zomertortel nog steeds achteruit: op 20 jaar tijd verdween 90% van haar populatie.

Alles over de zomertortel op één fiche
Alles over de zomertortel op één fiche

Herken de zomertortel

(Streptopelia turtur)

In twee verliefde tortelduifjes zie je met niet al te veel verbeelding dé perfecte liefde ontluiken. Met veel genegenheid ontfermt het koppel zich over elkaar met de tedere zoenen als ware het een stel pubers met hormonen in overdrive. Dat we deze duivensoort steevast in verkleinwoord aanspreken, heeft trouwens een goede reden: het is de kleinste duif die in onze contreien rondvliegt. 

Zo kan je de zomertortel herkennen: 

  • Snelle, behendige vlieger
  • Duifgrijze kop en lila borst
  • Vleugels met reebruin-en-bijna-zwart patroon
  • Gekartelde zwart-witte strepen op de zijkant van de hals
  • Rode ogen en poten, rechte snavel
  • Zwarte staart met witte rand 
  • Maakt een rollend, koerend geluid dat typisch is voor de zomertortel 

Op het menu

De zomertortel zoekt haar lekkers liefst op de grond, bijvoorbeeld in de akkers en weiden van het cultuurlandschap. Ze eet meestal vegetarisch met een focus op zaden en granen. Ter afwisseling, of wanneer er niks anders te vinden is, neemt ze ook haar toevlucht tot een jong blaadje of een insect wanneer dat zich aandient. 

Leefgebied van de zomertortel

Deze duif heeft haar naam niet gestolen, althans wanneer je het vanuit ons standpunt bekijkt. Het is immers de enige duivensoort die je in ons land alleen ‘s zomers aantreft. In de vroege herfst (september of oktober) trekt ze weg via de West-Europese kust richting zuiden, helemaal tot in tropisch Afrika ten zuiden van de Sahara. 

Pas eind april of zelfs begin mei komt de zomertortel terug om hier te broeden. Dat doet ze in struiken, hagen, houtwallen en bosranden, liefst in de buurt van water. Ook in parken en grote tuinen wordt deze vogel regelmatig gespot, als er tenminste genoeg schuilplekken zijn, want de tortel houdt niet van aandacht. 

Tortelduifjes

Terwijl de houtduif het jaarrond poogt te broeden, heeft de zomertortel door haar trekgedrag een veel kleinere ‘window of opportunity’. Ze legt 1 tot 3 stellen eieren per seizoen, ten laatste eind juli, afhankelijk van de hoeveelheid voedsel die beschikbaar is. Per legsel komen er slechts 1 tot 3 jongen ter wereld in een eenvoudig, soms zelfs ronduit slordig nest van takken en twijgen. 

De jongen worden gedurende een kleine maand verzorgd door beide ouders. Die maken in de krop een melkachtige vloeistof aan: duivenmelk. Dat energierijke goedje is tijdens de eerste levensdagen een prima voedingsbron voor hun kuikens, die de melk rechtstreeks uit de krop van hun ouders slurpen. 

Omdat de tortels zo schuw zijn, hebben ze het voorbeeld van andere duiven die de stad hebben ingepalmd niet gevolgd. Daardoor zijn hun overlevingskansen en hun broedsuccessen aanzienlijk lager.  

Twee zomertortels drinken van een plas
Yves Adams

Relatie van de zomertortel met de mens

De zomertortel heeft het de voorbije eeuwen niet makkelijk gehad in Europa. Door het intensiveren van de landbouw verdwenen haar favoriete plekjes om te broeden: hagen, bosjes en houtkanten in de buurt van voedselrijke akkers. Bovendien zijn er op en langs die akkers steeds minder hoogwaardige zaden te vinden, door een shift in gewassenvoorkeur, het vroegtijdig oogsten en het onderdrukken van kruidenrijke randen. 

Daarnaast wordt de zomertortel helaas nog steeds druk bejaagd, ook al is dat in Europa verboden. De vogel wordt aanzien als een lekkernij of gewoon als ‘makkelijk doelwit’ tijdens een uitputtende trek. Daardoor worden er jaarlijks naar schatting tegen het miljoen exemplaren afgeschoten en weggevangen in het Middellandse Zeegebied, vooral op plekken waar de trekvogels uitrusten zoals in Malta en Cyprus. 

En dan zijn er nog de omstandigheden op hun overwinterplekken, die er ook op achteruit gaan. Een combinatie van toenemende droogte en het verdwijnen van bosrijke leefgebieden doet ook daar de overwinteringskansen drastisch afnemen. 

Om de zomertortel een hart onder de riem te steken, is er in Vlaanderen een soortenbeschermingsprogramma uitgerold. Dat is broodnodig want jaarlijks strijken hier naar schatting niet meer dan 200 paartjes neer, terwijl de vogel hier in lang vervlogen tijden heel algemeen was. Nog zo’n verontrustende schatting: op 20 jaar tijd zou de populatie met 90% afgenomen zijn. Dat maakt van de zomertortel een van de meest bedreigde vogelsoorten in Noordwest-Europa. In ons land wordt de focus gelegd op het herstellen van het voedselaanbod, terwijl er op Europees niveau gewerkt wordt aan sensibiliatie omtrent de jacht op deze mooie duivensoort. 

Wist je dat de zomertortel …

  • in het Engels ‘turtle dove’ heet? Toch heeft haar naam niks te maken met een schildpad. ‘Turtle’ of ‘tortel’ komt van de Latijnse soortnaam ‘turtur’ die verwijst naar de rollende zang van de vogel.