Ga naar main content
shutterstock-1444320941-e1565264771797.jpg

Oeverzwaluw

De oeverzwaluw is de allerkleinste van onze zwaluwen. In tegenstelling tot zijn neefjes – de boerenzwaluw en de huiszwaluw – zoekt de oeverzwaluw geen mensen op. Ontdek hier alle eigenaardigheden van deze bijzondere holengraver.

on-fiche-oeverzwaluw.png

Herken de oeverzwaluw

(Riparia riparia)

De oeverzwaluw broedt in holen op heel specifieke locaties en is daarom makkelijk te herkennen. Zo ziet hij eruit: 

  • 12 cm lang (kleiner dan een huismus) 
  • mild gevorkte zwaluwstaart
  • grijsbruine rug en vleugels
  • witte buik en kin, met bruine borstband

Op het menu

De jacht van de oeverzwaluw is spectaculair om te zien. Hij scheert laag over het water om kleine, vliegende insecten in de vlucht te vangen. 

Leefgebied

De oeverzwaluw is een trekvogel. Van maart tot juni komt hij aan in ons land. Tijdens het broedseizoen zoekt hij steile wanden van rivieroeversen open wateren op om een nest te graven. Tegenwoordig is hij ook te vinden in steile wanden die door de mens gemaakt zijn, zoals zand-, grind- en kleigroeves. Overwinteren doet onze oeverzwaluw in het zuidwesten van Afrika. Vóór de grote trek vind je hen in grote rietvelden. Van eind juli tot oktober vertrekken ze naar hun winterplek. 

Oeverzwaluwenliefde

Oeverzwaluwen broeden het liefst in groep. ‘s Zomers vormen ze kolonies van meer dan 50 broedparen. Vooraleer ze hun intrek nemen op een nieuwe plaats, zwermen ze enkele dagen boven de locatie om de geschiktheid ervan in te schatten. 

 

Het mannetje van de kleine zwaluw graaft een nestholte in steile, verticale wanden met een vrije uitvliegroute. Hij graaft een nestgang van 60 tot 120 cm diep, die eindigt in een nestkamer. Die wordt knus ingericht met zachte materialen zoals gedroogd gras, haren en veren. 

Het vrouwtje broedt een vijftiental dagen in de periode van mei tot augustus. Vier tot zes kuikens blijven 20 tot 24 dagen in het nest. Bij langdurig goed weer beginnen de ouders nog aan een tweede legsel. Vaak verhuizen ze daarvoor naar een andere kolonie. 

Relatie met de mens

Door het verbouwen en verharden van rivieroevers door de mens, verdwijnen de natuurlijke broedplaatsen van de oeverzwaluw. De kleine vogel past zich makkelijk aan en heeft z’n zinnen nu gezet op grote afgravingen, zoals zand-, klei- en grindgroeves. Ook op bouwterreinen waar gegraven wordt, zie je het kleine vogeltje opduiken. Oeverzwaluwen die daar broeden, mogen niet verstoord worden. Pas na het broedseizoen kunnen de bouwwerkzaamheden hervat worden. Op afgravingen is het aan te raden om een ‘veilige’ wand vrij te houden waar de oeverzwaluw z’n ding kan doen. 

Must see: Het ravijn van de oeverzwaluw