Ga naar main content
shutterstock-614824781-e1564492100578.jpg

Rode bosmier

Bosmieren zijn goed georganiseerde, harde werkers en samen zijn ze tot grootse dingen in staat. In onze bossen wonen verschillende soorten, soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. De rode bosmier leeft in een verrassende symbiose met bladluizen, die de mieren van voedsel voorzien. 

on-fiche-rodebosmier.png

Herken de rode bosmier

Aan de rand van een bos kan je mierenkoepels met druk bezige rode bosmieren aantreffen. Zo herken je ze: 

  • roodbruine kop met donkere stukken
  • roodbruin borststuk en donker achterlijf 
  • rechtopstaande haartjes op de rug
  • 1 cm (werksters) of iets groter (mannetjes en koningin)

Op het menu

Bosmieren eten zowat alle prooien die ze kunnen vinden in het bos: wormen, kevers, sprinkhanen, slakken …  Daarnaast zijn ze ook actieve ‘veetelers’: ze houden bladluizen als huisdier. De mieren voederen de bladluizen in ruil voor honingdauw, een suikerrijk goedje dat de bladluizen uitscheiden en waar de mieren verslaafd aan zijn. De bosmieren ‘melken’ de luizen met behulp van hun voelsprieten. In het voorjaar brengen de herder-werksters hun bladluizen naar bomen waar ze kunnen smullen van heerlijke plantensappen, in het najaar gaan de bladluizen mee naar het mierennest om te overwinteren. 

Leefgebied

Bosmieren leven in gigantische mierenhopen met binnenin een ingenieus gangenstelsel. Meestal vind je zo’n koepel aan de rand van een dennenbos of in een licht loofbos, waar genoeg zonlicht valt om de hoop warm te houden. 

De doorsnee mierenhoop – met enkele honderdduizenden mieren – is 40 cm hoog, maar soms ontstaan er samenlevingsvormen met verschillende mierenvolken in één burcht. Zulke megahopen huisvesten miljoenen mieren en kunnen dan ook enkele meters hoog en een tiental meter breed worden. Binnenin vind je heuse steden en dorpen die met elkaar in verbinding staan. 

 

Bosmierenliefde

In één kolonie leven meerdere koninginnen, die hun leven wijden aan het leggen van eitjes. Daaruit komen werksters, die het hol verzorgen en beschermen, de larven opvoeden en de bladluizen hoeden. 

In het voorjaar legt de koningin speciale eitjes, waaruit gevleugelde ‘prinsessen’ en mannetjesmierenkomen. Die verlaten allemaal tegelijk het nest en gaan op zoek naar een partner. De mannetjes sterven meteen na het paren, de bevruchte koninginnen kunnen nu voor de rest van hun leven eitjes leggen. 

In tegenstelling tot andere mierensoorten, kan de bosmierkoningin niet in haar eentje een kolonie starten. Ze vormt een team met enkele verwante koninginnen of ze komt per ongeluk terug in het ouderlijk nest terecht waar ze een stukje van mag betrekken. 

Sommige royalties voelen zich zelfs zo verheven, dat ze zich laat adopteren door een andere mierensoort. De werksters van die soort zien er geen graten in om de bosmier te helpen met haar kroost en ze verdrijven zelfs hun eigen koningin! Geleidelijk aan sterven de oude werksters uiten blijft enkel het eigen broed over. 

Relatie mens en rode bosmier

De aanwezigheid van bosmieren is een indicator voor een gezond bos. De roodbruine drukdoeners zijn erg belangrijk in het bos-ecosysteem, omdat ze insectenplagen helpen voorkomen. Maar door hun ligging nabij bosranden zijn de nesten erg kwetsbaar. Daarom wordt de rode bosmier in België intensief beschermd. 

Soms worden volledige kolonies uitgegraven en verplaatst, om deze belangrijke diertjes niet verloren te laten gaan in ruil voor bijvoorbeeld een nieuw bouwwerk. Bij kapwerkzaamheden worden bomen in de buurt van een mierenkoepel gespaard, omdat die kostbaar ‘weiland’ voor de bladluizen vormen. 

Wist je dat de bosmier …

  • geen angel heeft om mee te steken? Wel kan ze ongewenst bezoek flink te grazen nemen door met mierenzuur te sproeien
  • de temperatuur in haar koepelnest perfect onder controle heeft? Ze maakt de ingangen groter of kleiner, naargelang de situatie buiten. 
  • tot 400 keer haar eigen gewicht kan verplaatsen? 
  • een geduchte vijand is? Bij onraad storten ze zich met duizenden tegelijk op hun aanvaller. Soms voeren ze maandenlang oorlog met rivaliserende kolonies.