Ga naar main content
vilda-snoek.jpg

Als een vis in zoet water

Net zoals onze bossen en velden bruisen onze waterlopen van het leven. Onze beken, rivieren en meren worden bevolkt door bijzondere rijkdom aan soorten met o.a. vissen, weekdieren en schaaldieren. Je hoeft niet naar de andere kant van de wereld te reizen om vissen tegen te komen die minstens even interessant zijn als hun exotische verre neven. Duik met ons mee kopje onder en ontdek onze kandidaten voor de ”Belgische Vijf Onder Water!”

De bekendste

Dé superster van onze rivieren is zonder twijfel de forel: familie van de zalm, wijdverspreid in België en makkelijk herkenbaar aan zijn gestroomlijnde taille en kleine, ronde vlekken op het ganse lichaam behalve de buik. De forel is een echte wildwaterfan met een voorkeur voor koele rivieren en stromen waar zomerse hittegolven geen vat op hebben. Hij smult van kleine dieren zoals wormen, larven en visjes. De meest voorkomende variëteiten in ons land zijn de beekforel en de regenboogforel, waarvan de laatste afkomstig is uit Noord-Amerika en in de 19de eeuw werd uitgezet in Europa. 

Bronforel

De grootste

In deze categorie nomineren we uiteraard de snoek. Deze reus meet tot 1,5 meter en kan wel 25 kg wegen. De snoek is een roofdier in hart en nieren die aast op andere vissen zoals brasem of barbeel, rivierkreeften of amfibieën, maar hij deinst er ook niet voor terug om jonge soortgenoten te verschalken. Als liefhebber van kalm water vind je deze roofvis vooral in stilstaande meren of rustige rivieren en beken. Hij ligt doodstil op de bodem en ‘sluipt’ heimelijk op zijn prooi af, om zich dan vliegensvlug op zijn kansloze slachtoffer te storten. Zelf is de snoek helaas ook een begeerde prooi, maar dan in de hengelsport. Om te voorkomen dat zijn populatie keldert door overbevissing, mag er slechts bepaalde periodes per jaar op snoek gevist worden. 

De zwaarste

Hoewel de snoek met stip onze langste zoetwatervis is, gaat de prijs voor zwaarste vis ontegensprekelijk naar de karper: die kan wel 30 kg wegen voor één een meter vis! Toch wegen Belgische exemplaren zelden meer dan een kilo. In Azië (vooral in China en Japan) staat de (koi-)karper symbool voor doorzettingsvermogen en succes omdat het dier zich volgens de legende een weg doorheen wilde rivieren en watervallen baant om uiteindelijk te veranderen in een draak. Een prachtig verhaal dat deze zware vis alle eer aandoet. 

Karper

De wereldreiziger

Ook al zijn ze niet permanent ‘gedomicilieerd’ in België, sommige soorten passeren wel degelijk ons land tijdens hun voortplantingstrek. Onze eerste nominatie gaat naar de Atlantische zalm, die op z’n retour is in de Maas. Zijn soortnaam verklapt al dat de zalm uit de Atlantische Oceaan afkomstig is, maar hij komt zich voortplanten in onze rivieren. In de winter legt het vrouwtje er haar eieren. Zodra ze bevrucht zijn door het mannetje, keren de toekomstige ouders terug naar zoute wateren. 

Een tweede langeafstandszwemmer is de paling, die enkele jaren bij ons verblijft voordat hij naar de Sargassozee vertrekt om zich voort te planten. De jonge aaltjes keren terug naar de kust en de cyclus herbegint. Helaas betaalt deze glibberige vis een zware tol voor zijn populariteit in de keuken: zijn populatie is met maar liefst 90% gekrompen gedurende de laatste jaren. Het vangen van paling is tegenwoordig dan ook aan strenge regels onderworpen. 

De kleurrijkste

De bittervoorn wordt nauwelijks groter dan 10 cm, maar schittert als een echte superster met zijn prachtig gekleurde schubben. Sommigen noemen hem de mooiste vis van ons land, geen wonder dat hij opdook in onze longlist voor de Belgische ‘Big Five’. Tijdens de paaitijd krijgen de mannetjes van de bittervoorn een bijzondere paarse gloed over hun lichaam, waarmee ze de vrouwtjes pogen te verleiden. Voor hun voortplanting doen bittervoorns beroep op zoetwatermosselen. De vrouwtjes leggen hun eitjes in een levende mossel en de mannetjes laten er hun ‘hom’ (vissensprema) overheen stromen. 

Bittervoorn

De ‘rockster’

In deze categorie willen we het hebben over een stoere vis met stekels op de rugvin: de baars. Als een echte carnivoor voedt hij zich met andere vissen, schaaldieren, insecten, larven en bij voedselschaarste zelfs een occasionele soortgenoot. Zijn wetenschappelijke naam ‘Perca’ dankt de baars aan het Griekse woord ‘perkanos’, dat de groengele kleur van rijpende vijgen aanduidt - exact de kleur van zijn schubben. 

Nog zo’n vis met een hanenkam om ‘u’ tegen te zeggen, is de pos - eveneens een vis uit de familie van de ‘echte baarzen’.  Met zijn hypergevoelige zijlijn kan hij prooien waarnemen midden in de nacht en op grote diepte. Maar hij gebruikt dat zintuig ook om vervuiling te detecteren in zijn leefgebied. Omdat hij niet zo’n goede zwemmer is (voor een vis tenminste), verkiest de pos kalme wateren met een zwakke stroming.

Twee possen

Het opper-schaaldier

Wist je dat de Europese rivierkreeft of edelkreeft nog steeds aanwezig is in enkele Waalse wateren? Ze wordt helaas ernstig bedreigd door de aanwezigheid van geïmporteerde, Californische rivierkreeften. Deze exoten dragen een schimmel met zich mee die nefast is voor onze edelkreeften. Daarom is het ten strengste verboden om nog inheemse rivierkreeften te vangen. Er werd ook een beschermingsprogramma in het leven geroepen met als doel de Europese rivierkreeft te redden en onze waterwegen te herbevolken vooraleer de soort definitief verdwijnt. 

De strafste comeback

Onze natuur heeft soms mooie verrassingen voor ons in petto. De vele inspanningen die natuurverenigingen leverden om de beekparelmossel te redden, werpen eindelijk hun vruchten af: het weekdier duikt her en der weer op in onze rivieren. Omwille van haar aantrekkelijke naam ging de beekparelmossel in de 20ste eeuw bijna aan haar roem ten onder, hoewel slechts enkele exemplaren ook effectief een parel met zich mee dragen. Gelukkig kan deze parelmossel rekenen op één handige superpower: haar lange levensverwachting! Het weekdier leeft gemiddeld 100 jaar en soms zelfs dubbel zo lang. Dankzij het beschermen van Natura 2000-zones en het LIFE-project van o.a. Natagora en natuurgebied De Hoge Venen, begonnen de mosselen zich met succes terug voort te planten. 

En dan hebben we het nog niet gehad over …

De Belgische zoete wateren herbergen prachtige levensvormen en we hebben er nog zoveel om over te vertellen. Heb je al gehoord van de lamprei? Een bijzondere zoetwatervis zonder onderkaak, lijkend op een kleine paling (10 - 15 cm) en bewoner van snelle rivieren. 

Nog zo’n liefhebber van wild water is het bermpje: een kleine bodemkruiper met een hoofd dat doet denken aan dat van een meerval. Hij leeft in de Ourthe en de Semois, maar laat zich enkel ‘s nachts betrappen op activiteit. 

Loche franche

En laten we vooral de stekelbaars niet vergeten, die als een kleine ‘Bob de Bouwer’ een nestje maakt om een vrouwtje te verwelkomen. Als een echte vaderkloek verdedigt hij vurig ‘zijn’ eieren. Check alles over deze soort in onze soortenbank!

Meer over


Gerelateerde artikels