Alumnus Pim Niesten, drijvende kracht achter 'Onze Natuur'
"Het avontuur opzoeken, dat is mijn lang leven”, zegt bioloog Pim Niesten. Hij ziet het als de rode draad – of is het een groene? – die loopt door zijn bezigheden bij de scouts, als preses en als natuurfilmer. Na avonturen in verre brousses, hooglanden en woestijnen leverde hij in Onze Natuur het overtuigende bewijs dat ook het bescheiden België over fabuleuze fauna en flora beschikt. Het bracht Niesten ook weer naar zijn alma mater KU Leuven, die partner is van het project.
‘Pientere addax’, zo luidt de totem die de jonge Pim Niesten toebedeeld kreeg bij de scouts in zijn thuisstad Mechelen. “De addax is een antilope die in de woestijn leeft, een sociaal dier met een groot uithoudingsvermogen. Eigenschappen waarin ik me inderdaad wel herken, en die ook van pas komen in mijn job”, vertelt Niesten, met uitzicht op de tuin die kijkers van zijn rubriek in Iedereen beroemd kunnen kennen. Hij filmde er ook eekhoorns voor Onze Natuur. “Vanochtend nog heb ik een zelfgebouwd nestkastje geïnstalleerd dat me toelaat om de mezen beter te filmen.”
Mechelse microkosmos
In zijn jeugdjaren moest hij het nog zonder eigen lapje groen stellen, dus trok de jonge Pim er geregeld op uit om zijn groeiende liefde voor de natuur te voeden. “Het Vrijbroekpark, dat niet ver van ons huis lag, deed zowat dienst als onze tuin. En zodra ik wat zelfstandiger werd, fietste ik met gelijkgezinden naar het Mechels Broek om er observaties of trektellingen van vogels te doen.”
“Als we met het gezin op reis gingen naar Italië of Frankrijk, stond er ook altijd een brok natuur op het programma, vaak bergtochten. We hebben thuis lange tijd geen tv gehad – een bewuste keuze van mijn ouders – maar ik had veel boeken over de natuur, en in de bioscoop keek ik met grote ogen naar films als Microcosmos (Franse natuurfilm over insecten en andere ongewervelden uit 1996 – red.).”
Het werd Pim Niesten snel duidelijk dat hij zelf achter de camera wou staan om fauna en flora in beeld te brengen. “Een plan B heb ik nooit gehad”, zegt hij. Hij stippelde een opleidingspad uit om hem naar dat beroep van natuurfilmer te brengen: eerst de natuur, dan het filmen. “Ik koos voor biologie in Leuven omdat ik wist dat die studie me een sterke basis zou bieden. Ik had Latijn-wetenschappen gedaan en voelde aan dat het een opleiding was die me zou liggen.”
Paddenstoelen met passie
Een gevoel dat bleek te kloppen, mede dankzij het docentenkorps. “Ik heb bijvoorbeeld goede herinneringen aan professor Frans Vandesande, die we ‘papa Frans’ noemden, vanwege zijn aangename, rustige manier van lesgeven. Hij deed wat aan David Attenborough denken”, vertelt Niesten.
“Wat ik ook fijn vond, was dat de proffen dicht bij de studenten stonden. Zeker toen ik in de eerste licentie preses van Bios werd, had ik veel contact met hen. Je kon gewoon even langslopen, bijvoorbeeld om te vragen of ze mee wilden doen aan de proffentap. Bios was een heel open, niet te fanatieke studentenvereniging. Voor mij voelde het aan als een logisch verlengde van de jeugdbeweging. We legden in onze activiteiten geregeld de link met biologie – ik denk aan de paddenstoeltochten, met passie begeleid door professor Podoor.”
“Tijdens de blok maakte ik de klik en verlegde ik de aandacht van het studentenleven naar de leerstof. Ik ben nogal een pietje precies, en kende mijn cursussen van voor naar achter en van achter naar voor. Zelfs in dat jaar waarin ik preses was en veel aan mijn hoofd had, haalde ik grote onderscheiding.”
Savannehemel
De bolleboos beloonde zichzelf na het behalen van zijn diploma met een jaar Marseille, waar hij marinebiologie ging studeren. “Qua levenservaring een waardevol jaar, maar de studie zelf was minder: ik heb er veel lessen geskipt.” Terug in België trok Niesten naar filmschool Narafi – nu deel van LUCA School of Arts – in Brussel. “Ik volgde er de bachelor ‘Film, TV en Video’, die een brede basis bood, met een praktische insteek. Tijdens groepswerken kon je telkens weer van een ander aspect proeven: camerawerk, geluid, montage, regie … Het was de juiste keuze: als ik nu in het veld zit, ben ik met van alles tegelijk bezig.”
Een stage bij een Nederlandse natuurfilmproducent leverde een eerste job op in Zuid-Afrika, waar Niesten een groep bavianen voorbereidde op de komst van een filmcrew. Een opdracht waarbij hij zijn biologische kennis meteen kon inzetten. “Je moet vooral geduld hebben. Het duurde enkele weken voor de bavianen gewend waren aan mijn aanwezigheid, maar ze namen me uiteindelijk helemaal op in hun groep. Ik won hun vertrouwen en kreeg zelfs een hoge plaats in de hiërarchie. Ze hebben ook eens hun kleintjes bij me achtergelaten toen ze een oorlog uit te vechten hadden met een andere bavianengroep.”
Kort na die ervaring reisde hij naar Zimbabwe om er als tweede cameraman wilde honden – de plaatselijke variant van onze wolf – te filmen. “Ik herinner me de eerste zonsondergang aan de lodge daar: op één avond kwam er tien keer zoveel wildlife voorbij als tijdens een hele maand in Zuid-Afrika. Een kudde gnoes, gevolgd door zebra’s, buffels, giraffen, enkele leeuwen … Echt een savannah heaven.”
Een hemel die een hel had kunnen worden, als één van zijn vele avonturen in Zimbabwe fout was afgelopen. “We zijn bijna gecrasht met een minivliegtuigje, we hebben op een platform met een defect roer stuurloos rondgedobberd op een gigantisch meer, we zijn achterna gezeten door een olifant die geagiteerd was geraakt door buskruit van rangers ... Het was een paar keer kantje boord.”
Enig exemplaar
Inmiddels heeft Niesten genoeg anekdotes verzameld voor tientallen avonden aan het kampvuur. Hij mag National Geographic en BBC tot zijn opdrachtgevers rekenen, en filmde kiwi’s in Nieuw-Zeeland, kokoskrabben op Kersteiland en cactuswoestijnen in Noord- Amerika. Het is een cv dat geen enkele andere natuurfilmer in ons land kan voorleggen – ‘een soort waarvan er maar één exemplaar in België rondloopt’, zoals Knack Focus Niesten omschreef.
Niet verwonderlijk dus dat meerdere productiehuizen, geïnspireerd door het succes van de Nederlandse natuurfilm De Nieuwe Wildernis, ongeveer op hetzelfde moment bij hem kwamen aankloppen voor een project in eigen land. De ambitieuze plannen van Hotel Hungaria voor een reeks over onze natuur bekoorden Niesten het meest. Mede dankzij een virtuoze trailer die hij maakte – een bende boomvalken vliegt laag over een vijver en hapt insecten uit de lucht – kwam het Vlaams Audiovisueel Fonds over de brug met financiële steun.
Omdat een natuurdocumentaire van dit kaliber pionierswerk is in België, kroop er heel wat tijd in de voorbereiding en het uitkristalliseren van wat de formule zou worden: thematische afleveringen rond de elementen water, aarde, lucht, vuur, hout en steen. Leidraad voor de opnames was een wishlist van dieren en planten die de makers in beeld wilden brengen. Het filmen nam tweeënhalf jaar in beslag, goed voor 960 draaidagen en een schat aan beelden waaruit Niesten en co. konden putten voor de zevendelige natuurdocumentaire op Canvas, een bioscoopfilm, een rubriek in Iedereen beroemd, en een online platform rond het project.
(Ge)wilde kat
Voor Onze Natuur moest Niesten zijn medewerking aan een project op de Galapagoseilanden vroegtijdig stopzetten, maar dat heeft hij zich niet beklaagd. “Door al die opdrachten in het buitenland had ik de Belgische natuur misschien een beetje verwaarloosd. Ze heeft me op veel plaatsen echt verrast.” Soortgelijke gevoelens weet Onze Natuur ook op te roepen bij de kijker: ontroering bij het zien van jonge vosjes die voor het eerst hun omgeving verkennen, verwondering bij het magische blauwe licht dat het organisme zeevonk afgeeft, ontzetting bij de klapekster die een muizensaté maakt door zijn buit op een tak te spiesen.
Een ander jachttafereel uit Onze Natuur behoort tot de persoonlijke hoogtepunten voor Niesten. Hoofdrolspeler: de wilde kat, een soort die niet op de wishlist stond wegens moeilijk te vinden en te volgen. Maar toen Niesten op weg naar opnames toch enkele wilde katten spotte, voelde hij dat het erin zat. “Ik besloot het erop te wagen en koos voor een weiland waar ook prachtige, filmische koeien stonden. De eerste dag kwam er geen wilde kat opdagen, de tweede dag ging ik ‘alles of niks’ en zette mijn tent op een riskante, minder verdoken positie. Toen in de verte een wilde kat opdook, leek het echt of hij in de arena gestapt kwam. Het was een prachtige zomeravond, met magnifiek licht. Ik had alleen nog een finaliteit nodig voor het verhaal, en die kreeg ik: op twintig meter voor mijn neus, en net toen ik hem mooi close in beeld had, ving de wilde kat met een fenomenale sprong een rat.”
Ook de Belgische flora levert prachtige beelden op. Zo is de beukenkathedraal van het Zoniënwoud één van de decors in de aflevering over hout, die illustreert hoe bossen ademen, groeien en zich continu verjongen. En hoe ze een rijkdom aan leven herbergen.
Voor Niesten betekende Onze Natuur ook een weerzien met zijn alma mater KU Leuven, die partner is van het project en wetenschappelijke expertise levert (zie kaderstuk). Enkele opnames brachten hem naar Leuven. Toen hij watervlooien wou filmen in een studiosetting, herinnerde Niesten zich experimenten met die diertjes in het Laboratorium Aquatische Ecologie van de universiteit. Hij ging er aankloppen voor advies en kreeg zo ook de ‘acteurs’ te pakken voor bevreemdende beelden waarin de watervlooien als transparante aliens tegen een zwarte achtergrond op en neer dansen, met een bevalling als bonus. Ook voor het bemachtigen van libellenlarven kreeg Niesten Leuvense hulp. Een brainstorm met het Netwerk Plantbewustzijn van de Plantentuin Meise – waar KU Leuven-onderzoekers uit verschillende disciplines deel van uitmaken – bood dan weer inspiratie voor extra verhalen op de website en sociale media van Onze Natuur.
Burn-out
Ondanks alle mooie ervaringen en aha-erlebnissen was de opnameperiode van Onze Natuur allerminst een walk in the park voor Niesten. Meer dan in verre buitenlanden voelde hij in België de ogen van zijn toekomstige kijkers op zich gericht. “Ik wou tonen wat ik waard ben, met alle druk van dien. Ik had nooit gedacht dat ik als natuurfilmer in een burn-out zou kunnen belanden – ik mag doen wat ik graag doe – maar dat is wel wat er gebeurd is. Ik ben er even onderdoor gegaan.”
De respons die het project uiteindelijk te beurt viel, is meer dan een pleister op de wonde. De film lokte meer dan 250.000 kijkers naar de bioscoop, recensies hadden het over ‘een huzarenstuk’ en ‘een filmische mijlpaal’, en ook op de tv-reeks kreeg Niesten enthousiaste reacties. “Het doet me extra veel plezier dat verhalen zoals dat over de lentevuurspin – we hebben unieke beelden gemaakt van twee mannetjes die vechten om een vrouwtje én van de paring – even goed aanslaan bij de kijker als de meer ‘knuffelbare’ dieren”, zegt Niesten.
Kikker in de koolmijn
Het is maar de vraag welke plaats de mens verdient op de aaibaarheidsschaal. Aflevering na aflevering wordt de menselijke aanwezigheid in Onze Natuur steeds prominenter. De laatste aflevering gaat dieper en explicieter in op onze impact op de natuur. “Natuurfilmers is weleens verweten dat ze idyllische beelden van het wilde Afrika tonen en denken dat die schoonheid mensen er vanzelf toe zal brengen om daar zorg voor te dragen. Dat is inderdaad wat naïef gebleken”, zegt Niesten. “Wij hebben bewust vermeden om in Onze Natuur een beeld van een ‘wild België’ op te hangen, alsof de mens er niet is. We wilden ook tonen dat het verlies van biodiversiteit niet alleen een verhaal is van leeuwen, olifanten en panda’s in verre uithoeken van de wereld. Het gaat evengoed om de dieren en planten waarmee we onze achtertuin delen.”
In dat opzicht kan je de kikker beschouwen als een kanarie in de koolmijn. “We wilden de paartijd van de heikikker in beeld brengen omdat de mannetjes dan korte tijd prachtig blauw kleuren”, vertelt Niesten. “Dat is pas tijdens het derde jaar van filmen gelukt. In de voorgaande jaren was het in de periode van de paartijd simpelweg te droog en te warm, en was er van voortplanting amper sprake. Als dat scenario zich nog enkele keren herhaalt, zijn we die beesten gewoon kwijt. Dat soort gevolgen van de klimaatverandering zie ik de laatste tijd constant in mijn werk.”
Antarctica
Het is niet alleen uit hoofde van zijn beroep dat Niesten bezorgd is om de toekomst van onze planeet: hij heeft twee dochters. De combinatie van zijn job met een gezinsleven omschrijft hij als een constant zoeken naar het juiste evenwicht. “Wanneer ik vertrek naar een nieuw avontuur, besef ik heel goed dat ik mijn vrouw en kinderen achterlaat met de dagelijkse beslommeringen. Mijn afwezigheid probeer ik achteraf goed te maken door heel bewust bezig te zijn met de kinderen.”
En er was wel weer wat te compenseren de voorbije tijd. Recent trok hij voor een groot project over ‘wild Europa’ onder meer naar Scandinavië. Hij toont ons imponerende beelden van muskusossen in een wolk van opwaaiende sneeuw. “Je hoeft niet héél ver van huis te zijn om in een totaal andere wereld terecht te komen”, zegt hij.
Maar zijn ultieme professionele droom ligt toch minder dicht bij de Mechelse deur: “Ik zou heel graag eens op Antarctica werken, dat heb ik nog nooit gedaan. Net toen ik met Onze Natuur begonnen was, kreeg ik de vraag om er te gaan filmen. Het deed pijn om dat af te wimpelen, maar er zullen nog wel kansen komen. Ik besef dat het daar pittig kan worden, maar dat schrikt me niet af: ik hou nu eenmaal van extreme omstandigheden.” ● (rvh)
Sonar, een magazine van KULeuven, september 2023.