Gezwind door de geschiedenis van het Zwin
Daar ergens in Knokke-Heist ligt het eerste natuurreservaat van Vlaanderen: Het Zwin, ook wel gekend als de ‘internationale luchthaven voor vogels’. Het Zwin is een prachtig gebied rijk aan unieke fauna en flora met een zeer innemende geschiedenis. Reis je even mee terug in de tijd? En breng daarna zeker een bezoekje aan het Zwin Natuur Park om het met eigen ogen te zien!
De Zwinstreek is de ideale plaats om te proeven van een natuurgebied met een veelomvattende historie. Je vindt er sporen van een meer dan duizendjarige geschiedenis. De dijken tonen de pogingen van de mens om landbouwgrond te winnen, terwijl forten en bunkers je dan weer herinneren aan de turbulente oorlogsjaren. Historische stadjes zoals Sluis en Damme herinneren ons aan een rijk handelsverleden.
Terug naar de wortels: een verhaal van stormen…
Vooraleer we je meenemen in de geschiedenis van het Zwin, is het belangrijk om de huidige situatie te kennen. Het Zwin bevindt zich in de oosthoek van de Belgische kust tussen het Belgische Knokke-Heist en het Nederlandse Cadzand. Het huidige Zwinnatuurgebied bestaat uit drie delen:
- Westelijk deel: Vlaams natuurreservaat Zwinduinen -en polders (222 ha)
- Bezoekerscentrum met park: Zwin Natuur Park (20 ha)
- Huidige slikken -en schorrengebied met duinreep: Zwin natuurgebied, dat zich ook verder uitstrekt over de grens (213 ha)
Het Vlaams gewest en de Vlaamse gemeenschap zijn eigenaar van de natuurgebieden aan Belgische kant. Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid staat in voor het beheer ervan. Het park en bezoekerscentrum daarentegen zijn in handen van de provincie West-Vlaanderen.
Het Zwin is een verhaal van stormen. Voor het ontstaan van dit gebied, dien je terug te keren naar de eerste helft van de twaalfde eeuw. Geologen gaan uit van een reeks stormen die toen aan de grondslag lagen van een reusachtige geul (die tot aan het huidige Damme reikte) en ‘het Zwin’ werd genoemd. Het gebied heeft trouwens zijn naam te danken aan het woord ‘zwin’. Een zwin is een geul in haakvorm die eerst dwars op, maar dan afbuigt en evenwijdig aan het strand loopt. Je vindt ze dikwijls op het strand. Bij laag water zijn het de langerekte plassen die overblijven en waar kinderen in ravotten. De gigantische geul was een reusachtig zwin en kreeg zo een eigennaam: Het Zwin.
…verzanding en bedijking
Al snel start in het Zwin een proces van verzanding. Dat proces is enerzijds natuurlijk – de verzanding in het Zwin is onvermijdelijk –, maar wordt anderzijds verder in hand gewerkt door menselijke inmenging, al hebben ze dat in de twaalfde eeuw nog niet echt door. Wat gebeurt er precies? De geulen slibben natuurlijk toe, er komt veel zand in te liggen en de omliggende schorren komen bij springtij steeds minder onder water. Dat gaat niet onopgemerkt voorbij en verschillende mensen zien tal van gunstige opportuniteiten. Als ze rond die drogere stukken grond een dijk plaatsen, kan er helemaal geen water meer bij en dat schept mogelijkheden om aan landbouw te doen: runderen en schapen houden en graan zaaien.
De versnelling van het verzandingsproces is dus voor een stuk te wijten aan mensenwerk. Hoe meer er bedijkt werd, hoe meer schorren geen water meer konden opnemen bij springtij en hoe minder zand er nog via de geulen kon teruggeduwd worden naar de zee bij laagtij. In 1872 werd de laatste dijk geïnstalleerd. Die dijk kreeg de naam Internationale Dijk omdat hij zich zowel op Belgisch als Nederlands grondgebied bevindt. De Internationale Dijk bakent het Zwin af zoals we het lang gekend hebben. Het is in 2019 dat een ontpoldering de Zwinvlakte 120 ha groter maakte.
De uitbreiding van het Zwin
Ongeveer twee jaar geleden heeft men het Zwin een stuk groter gemaakt. Er kwam 120 ha bij, waarvan 10 ha in Nederland. Die expansie gaat ook verzanding tegen. Door het Zwin groter te maken, verhoogt de dynamiek van het gebied: meer water stroomt in en uit het Zwin. De uitbreiding van het natuurdomein is een maatschappelijke keuze ter compensatie van het verlies aan schorren en slikken in de Westerschelde. Er wordt steeds dieper gebaggerd in de Schelde zodat reusachtige schepen makkelijk toegang hebben tot Antwerpen. Maar als je steeds meer baggert, vallen de schorren aan de rand weg. Bij de laatste toelating werd dan ook beslist dat het verlies gecompenseerd moest worden. Het Zwin is dan één van de weinige plaatsen in Vlaanderen waar die compensatie mogelijk is.
Schorren lijken op het eerste zicht vrij onbelangrijk, maar dat zijn ze zeker niet. Schorrengebied is uiterst cruciaal als kraamkamer voor de larven van vissen – de kleine versies van tong, pladijs en Noordzeegarnalen. Die dieren kweken immers niet in de woelige zee, maar zoeken rustige en luwe plaatsen zoals slikken- en schorrengebied. Het verlies van schor betekent dus kleinere overlevingskansen voor soorten zoals tong en pladijs. Er werd 120 hectare landbouwgrond geruild voor natuur, maar die natuur heeft ook een econonmische waarde.
Leon Lippens: peetvader van natuurreservaat het Zwin
Het Zwin Natuur Park ligt niet voor niets in de Graaf Léon Lippensdreef in Knokke-Heist. Leon Lippens is de peetvader, beschermer en stichter van het natuurreservaat in 1952. Maar de weg naar een beschermd reservaat was lang en niet zonder enige kronkels. Het Zwin kende voor 1952 nog verschillende andere doeleinden.
Een kleine opsomming van de andere doeleinden:
- In 1929 werd een vliegveld geopend in de huidige Kleyne Vlakte (in het zuiden van het natuurgebied).
- In 1933-1934 liet Koning Leopold III de Koninklijke Villa bouwen ten noorden van het vliegveld, wat een cruciaal punt was in de verdere ontwikkeling van het hedendaagse Zwin Natuur Park.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Zwin bezet door de Duitsers. Zij installeerden geschut en verschillende verdedigingsmechanismen zoals antitankgracht en bunkers in de duinen.
- In 1951 merkte Leon Lippens dat het Zwin al enorm veel bezoekers ontving, zodanig veel dat het ten koste ging van vogels en planten. Veel nesten werden onopzettelijk platgetrapt. Hij besliste dan ook om het gebied te omheinen en de toegang tot het domein betalend te maken.
Uiteindelijk installeerde Leon Lippens het Belgische slikken -en schorrengebied én het naastgelegen park als een particulier natuur -en vogelreservaat. Het beheer en de bescherming van het reservaat werden steeds bepaald door de eigenaar – toen: Compagnie du Zoute NV van de familie Lippens. In 2006 kocht Het Vlaams Gewest en de provincie West-Vlaanderen het Zwin aan. Sindsdien beheert Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid het natuurgebied.