Impact van oorlog op onze natuur
Vandaag herdenken we in België het einde van de Eerste Wereldoorlog. Tijd om even stil te staan bij de impact die zo’n periode van vernieling kan hebben op de natuur om ons heen.
In dagboeken die dateren uit de Eerste Wereldoorlog kan je nalezen hoe de natuur in de frontstreek bijna volledig verwoest werd. Bominslagen vernietigden het landschap en granaten liquideerden bomen. Volledige bossen werden gekapt om een beter zicht te krijgen op de vijand. Het hout werd tijdens de oorlog gebruikt als kostbare brandstof of om loopgraven te stutten. Het hoeft dus niet te verbazen dat tijden van oorlog nefast waren voor allerlei fauna en flora.
Maar de natuur is veerkrachtig en past zich aan. Het herstel gaat vaak erg snel en soms verschijnen zeldzame soorten die floreren in de nieuw gevormde habitats. Op die manier kan de natuur symbool staan voor de wederopbouw en hoop.
De klaproos als symbool voor de Eerste Wereldoorlog
Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de klaproos, die nog steeds symbool staat voor het mooie dat kan groeien na een complete verwoesting. Omdat de bloedrode bloemen destijds verschenen op slagvelden, dacht men dat ze daar groeiden waar een mens werd vermoord. De rode kleur zou afkomstig zijn van het bloed van de gevallen soldaat. Dat is natuurlijk een mythe, maar dat klaprozen op slagvelden groeiden is niet toevallig. Het is een typische pioniersplant, die als eerste verschijnt op schrale gronden. De zaden kunnen jarenlang overleven in de bodem en als eerste ontspruiten wanneer bijvoorbeeld een granaat het landschap omwoelt.
Vleermuizen overwinteren in forten en bunkers
Tijdens de oorlogen vervulden forten en bunkers een belangrijke historische rol. Vandaag de dag zijn het trekpleisters voor vleermuizen, die er ideale omstandigheden vinden om hun winterslaap te houden. De fortengordels in Antwerpen vormen zelfs één van de belangrijkste vleermuizenhotels van West-Europa! Het is er vochtig, er heerst een constante temperatuur, het vriest er niet en er is nauwelijks verstoring. Veel meer informatie over het belang van de forten voor vleermuizen kan je vinden op Ecopedia.
Inktviszwam kwam mee met Australische troepen
Deze zwam ziet er wat exotisch uit, met z’n felle kleuren en z’n lange ‘tentakels’. Zijn geur is iets minder exotisch: als lid van de stinkzwamfamilie maakt hij z’n naam waar met een rotte kadavergeur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen sporen van deze oorspronkelijk Australische paddenstoel in Europa terecht. De laatste jaren (vermoedelijk door de klimaatopwarming) duikt hij steeds vaker op in ons land.
Bomkraters bieden thuis aan kamsalamanders
De kamsalamander is met zo’n 17 cm lengte de grootste van onze watersalamanders. Hij is zeldzaam in België en wordt bestempeld als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst. Het liefst vertoeft hij in gebieden met een gezonde afwisseling van diepe poelen, dicht struikgewas en open bos. De grootste populatie kamsalamanders bevindt zich in het Hasseltse natuurgebied Tommelen, waar ze genieten van de aanwezigheid van 110 poelen. Die zijn ontstaan door bombardementen op het station tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Ontdek zelf het Loopgravenpad
Wil je met eigen ogen zien hoe de natuur zich heeft hersteld na de Eerste Wereldoorlog? Dan is het Mastenbos in Kapellen beslist een bezoekje waard. Het Loopgravenpad (1,5 km lang) leidt je langs 21 bunkers en uitzonderlijk goed bewaarde loopgraven. Vier bunkers kan je ook binnenin bekijken, een unieke belevenis!