Kan fauna en flora op Groot Schietveld nog herstellen?
Afgelopen vrijdag leidde een schietoefening op het militair domein Groot Schietveld in Brecht tot een grote brand. Ongeveer 570 hectare natuurgebied ging op in rook. Het militair domein, een natura2000 gebied, is één van de grootste en meest cruciale heidegebieden in de Kempen en bovendien een belangrijk leefgebied voor verschillende zeldzame dieren en planten. De grote vraag is nu of, hoe en wanneer de plaatselijke natuur zich zal kunnen herstellen.
Het Groot Schietveld is met zijn 1500 ha aan natte en droge heide, veenrelicten, waardevolle bossen en vennen een belangrijk leefgebied voor heel wat specifieke planten en unieke dieren. Niet alleen de poel -en heikikker, boomleeuwerik en nachtzwaluw verliezen hun thuis, maar ook de grootste adderpopulatie van Noordwest-Europa loopt ernstig gevaar door de brand. Dat die uitgroeide tot een immense, verwoestende vlammenzee, is te wijten aan een combinatie van factoren: de droogte van het voorjaar, de schrale vennen en de dorre vegetatie hebben elk hun rol gespeeld in het ongelukkige incident.
Lopend vuurtje kan redding zijn voor planten
De brand legde ongeveer 570 ha natuurgebied in as, wat wil zeggen dat grote stukken cruciale heidevegetatie zijn verwoest, maar er is hoop. Jeroen Denaeghel, woordvoerder van Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid: “De brand was als een lopend vuurtje. Het vorderde snel en we hopen op oppervlakkige schade waardoor sommige heideplanten niet tot in de kern verkoold raakten. Wanneer de wortels van de struiken er nog goed uitzien, vinden we bij het afschrapen van de takjes soms nog knoppen die zich kunnen ontwikkelen. Maar momenteel is het afwachten. De komende weken zal duidelijk worden in hoeverre die vegetatie zich kan herstellen, maar we schatten in dat het wel eens beter kan meevallen dan eerst gevreesd.”
Grondbroeders zijn de dupe van grote brand
Konijnen, vossen en reeën kunnen snel wegvluchten, maar alles wat rondkruipt kan dat niet. Heel wat grondbroeders zoals de kievit, de boomleeuwerik, de boompieper en de nachtzwaluw broeden nu in het Groot Schietveld. De volwassen vogels kunnen wegvliegen en vluchten van de brand, maar hun grondnesten met eieren zijn verloren. De bodemfauna is dan ook het meest kwetsbaar. Mogelijk kon een deel van de kikkers en andere amfibieën zich in veiligheid brengen in natte vennen en poelen, maar zeker niet allemaal.
Alle ogen zijn ook gericht op de unieke adderpopulatie. “We hebben al levende adders gezien op het afgebrand gebied en vonden momenteel nog geen dode adders terug. Het zou dus kunnen dat de adders in konijnenpijpen konden vluchten. De adders zijn wel hun natuurlijke vegetatie kwijt en dat maakt hen weerloos tegen roofvogels zoals de buizerd en de valk. Ze liggen nu open en bloot voor het grijpen zonder enige beschutting. Verder zijn hun eigen prooidieren, zoals muizen, eveneens op de vlucht geslagen. Daardoor moeten ze nu verdere afstanden afleggen om eten te vinden, wat hen extra kwetsbaar maakt voor predatie”, zegt Jeroen.
Wankel ecosysteem
Binnen een ecosysteem is alles met elkaar verbonden. Wanneer een bepaald deel uit evenwicht wordt gebracht, heeft dat effect op de andere elementen van het systeem. Vergelijk het met een kaartenhuisje. Wanneer je één kaart wegneemt, valt alles ook ineen. Jeroen Denaeghel: “De heidevegetatie lokt bepaalde insecten zoals het gentiaanblauwtje dat op gentiaanklokjes afkomt. Maar als die vegetatie er niet is, dan blijven ook de insecten weg. En dat is een probleem, want die insecten zijn op hun beurt voedsel voor bepaalde vogels. De brand heeft het ecosysteem van het Groot Schietveld dus volledig in de war gebracht en het is afwachten of dat zich in de komende weken terug zal herstellen.”
Hoe kunnen we de natuur op het Groot Schietveld helpen herstellen?
Bij de nazorg van het Groot Schietveld is het belangrijk om te voorkomen dat grassen – in dit geval het pijpenstrootje – het gebied gaat overwoekeren waardoor de oorspronkelijke heidevegetatie zich moeilijk kan herstellen. “Pijpenstro ontspruit forser en sneller in met stikstof aangereikte bodems (zoals na een brand), anders dan de oorspronkelijke heidevegetatie die beter groeit op erg voedselarme gronden”, licht Peter Symens van Natuurpunt toe.
Om het gras de kop in te drukken, kunnen volgende technieken ingezet worden:
- Intensieve begrazing door schapen en runderen bij het uitkomen van nieuwe grassprieten. Die intensieve begrazing – ook wel stootbegrazing – moet meerdere keren gebeuren om de grasplanten te vermoeien. Daardoor vormen zich opnieuw open plekken in de vegetatie en krijgen heide en andere flora nieuwe mogelijkheden.
- Maatregelen om te vernatten waar mogelijk om bij te dragen aan het herstel van natte heidehabitats.
- Plaggen: het verwijderen van de bovenste laag van de bodem met alle vegetatie (inclusief graspollen). Zo kan de zaadbank van de originele vegetatie in de onderliggende bodemlaag terug ontkiemen. Zoiets moet erg vakkundig gebeuren, want door te diep of te veel weg te graven, loop je het risico de volledige zaadbank te verwijderen.
- Chopperen (een alternatief voor plaggen): het creëren van open plekken door het gras oppervlakkig te ploegen.
“Er zijn verschillende mogelijkheden om de natuur van het Groot Schietveld te herstellen, elk met zijn eigen voor -en nadelen. Hoe dan ook zal het een heuse opdracht zijn om dat herstelbeheer zo vakkundig en effectief mogelijk te plannen en te verwezenlijken”, zegt Peter. “Plaggen en chopperen op het Groot Schietveld moet met de grootste voorzichtigheid gebeuren en is nooit een oplossing op plaatsen waar niet ontplofte munitie aanwezig kan zijn. Sowieso gebeuren deze ingrepen enkel in nauw overleg met het leger. Bovendien is het beter deze technieken beperkt in te zetten op verschillende locaties om de invloed op insecten, amfibieën, reptielen… te minimaliseren.” Het is momenteel nog erg vroeg om de precieze schade voor de fauna en flora in het Groot Schietveld te bepalen. Over een paar weken zal er meer duidelijkheid zijn.