Meeuwende meeuwen van groot naar klein
Hoe statig meeuwen ook kunnen meeuwen volgens Bart Peeters, op veel fans kunnen deze vogels-van-de-zee doorgaans niet rekenen. Ze worden dan ook vaak met z’n allen over dezelfde kam geschoren, hoewel ‘dé meeuw’ of zelfs ‘dé zeemeeuw’ niet bestaat. De meeuwenfamilie telt wereldwijd meer dan 100 soorten en zowel de grootste (grote mantelmeeuw) als de kleinste (dwergmeeuw) passeren regelmatig in ons land.
Ook onder vogelaars hebben meeuwen een ietwat ‘moeilijke’ reputatie, maar dan hebben we het absoluut niet over hun gedrag. Wel over hun uiterlijk, want de verschillende meeuwensoorten zijn aartsmoeilijk van elkaar te onderscheiden. Dat komt o.a. doordat ze er lang over doen om volwassen te worden - de grote soorten zijn pas met vier jaar geslachtsrijp - en ze in elk jong levensjaar anders getekend zijn. Bovendien lijken juvenielen van verschillende soorten sterk op elkaar, waardoor hun unieke details alleen bij kenners opvallen. Tel daar nog eens bij op dat het verenkleed van een meeuw er ‘s zomers en ‘s winters anders uitziet en dan kan je samen met ons besluiten dat het bijzonder ingewikkeld is om uit te vogelen wie daar voor jouw verrekijker paradeert.
Met dit artikel hebben we niet de intentie om van onze lezers meeuwenkenners te maken. Wie zich wil verdiepen in de verschillende levensstadia en bijhorende kenmerken van meeuwen, verwijzen we graag door naar een goede veldgids. Wel bieden we hier een overzicht van een aantal meeuwen die je in België - aan zee maar even goed in de stad of op het platteland - kan tegenkomen. Meeuw je mee?
Grote mantelmeeuw
- Spanwijdte: 61 - 77 cm
- Adult zomerkleed: zwarte mantel en vleugels
- Poten: vleeskleurig
- Snavel: krachtig, geel met rode vlek
- In België: kust en zee, bij ons vooral als wintergast
- Broeden: noordelijke Atlantische rotskusten
- Voedsel: vis (vaak visserij-afval), schaaldieren, vogels …
Zilvermeeuw
- Spanwijdte: 54 - 60 cm
- Adult zomerkleed: zilvergrijze mantel en vleugels, zwartwitte vleugeltippen
- Poten: vleeskleurig
- Snavel: geel met rode vlek
- In België: te zien aan de kust, in het binnenland, op afvalstorten …
- Broeden: in kolonies langs de kust, ook op daken
- Voedsel: vis, visserijafval, andere zeedieren, kuikens, menselijk afval, …
Geelpootmeeuw
- Spanwijdte: 52 - 58 cm
- Adult zomerkleed: (donker) zilvergrijze mantel en vleugels, zwartwitte vleugeltippen
- Poten: drie keer raden … geel!
- Snavel: geel met rode vlek
- In België: doortrekker
- Broeden: heel af en toe aan Belgische kust
- Voedsel: vis, visserijafval, andere zeedieren, kuikens, menselijk afval, …
Kleine mantelmeeuw
- Spanwijdte: 48 - 56 cm (zoals de buizerd)
- Adult zomerkleed: donkergrijze mantel en vleugels
- Poten: geel
- Snavel: geel met rode vlek
- In België: zee, kust, zoet water, landbouwgebied
- Broeden: grondbroeder in kolonies, ook aan Belgische kust
- Voedsel: vissen en krabben, visserijafval, prooien van andere meeuwen, wormen en insecten achter de ploeg …
Stormmeeuw
- Spanwijdte: 40 - 46 cm
- Adult zomerkleed: zilvergrijze mantel en vleugels, zwartwitte vleugeltippen
- Poten: geelgroen
- Snavel: fijn, geelgroen
- In België: aan de kust en in binnenland, vooral in de winter
- Broeden: enkele tientallen paren in zeehavengebied
- Voedsel: ongewervelden, schaaldieren, ook plantaardig materiaal
Zwartkopmeeuw
- Spanwijdte: 37 - 40 cm
- Adult zomerkleed: zilverwitte rug en vleugels, zwarte kop
- Poten: rood
- Snavel: rood met zwarte vlek
- In België: ‘s winters vooral aan de kust, broedt ook in binnenland
- Broeden: koloniebroeder nabij water, in rietvelden en moerassen
- Voedsel: wormen, insecten, schelpdieren, vis
Kokmeeuw
- Spanwijdte: 35 - 39 cm
- Adult zomerkleed: blauwgrijze rug en vleugels, chocoladebruine kop
- Poten: donkerrood
- Snavel: donkerrood
- In België: eerste broedende meeuw in België, nu heel algemeen
- Broeden: koloniebroeder, aan kust en aan binnenlands water
- Voedsel: kleine dieren, plantaardig materiaal, afval
Dwergmeeuw
- Spanwijdte: 24 - 28 cm
- Adult zomerkleed: zwarte ondervleugels met witte rand, zwarte kop
- Poten: bloedrood
- Snavel: roodbruin (neigt naar zwart)
- In België: doortrekker
- Broeden: noordelijke kusten
- Voedsel: insecten, vis, kleine zeedieren