Mysterie ontrafeld: dit is sterrenschot/heksensnot!
Het klinkt heel funky en cool, maar het betekent eigenlijk iets totaal onverwacht. Sterrenschot – ook wel heksensnot genoemd – wijst op de geleiachtige substantie die door reigers, ooievaars of marterachtigen wordt uitgebraakt wanneer deze dieren een zwanger paddenvrouwtje hebben gegeten. En hoewel braaksel normaal gezien niet de meest positieve connotaties oproept, ziet het er in dit geval heel fascinerend uit!
De zwangere wijfjeskikker draagt duizenden eitjes in haar buik. Deze onbevruchte eitjes worden, wanneer een wijfjeskikker ze loslaat in een poel bijvoorbeeld, uitwendig bevrucht door een mannetje. De omhulsels van de eitjes zijn waterminnend. Wanneer ze in aanraking komen met water of vocht, zwellen ze op tot een geleiachtige substantie. Maar soms geraakt de wijfjeskikker niet op tijd bij de poel en wordt ze onderweg opgepeuzeld door een predator. In dat geval komen die eitjes terecht in de maag van het roofdier. Daar zwellen de eitjes op doordat ze in aanraking komen met het vocht van de maag. De gezwollen substantie ligt als een baksteen op de maag van de onfortuinlijke killer, waardoor het dier de brij uitbraakt.
Vroeger wist men niet waar deze geleiachtige substantie vandaan kwam. Sommigen dachten dat het een residu was van een vallende ster, vandaar de naam sterrenschot. Anderen spraken over heksensnot omdat men dacht dat een verkouden, overvliegende heks de witte massa had achtergelaten. Het kan dus wel eens zijn dat je in het voorjaar deze witachtige, halfdoorzichtige brij langs de waterkant in de natuur tegenkomt en dan kan je bij de rest van je gezelschap uitpakken met je kennis over dit opvallend fenomeen!
