Richt de houtworm echt alleen maar schade aan?
In gebouwen en houten meubels kunnen ze flink wat schade aanrichten, maar in de natuur spelen houtwormen een belangrijke rol. Ontdek hier hoe deze bijzondere insecten leven in onze natuur brengen.
In de volksmond zeggen we houtwormen, maar eigenlijk hebben we het over klopkevers (Anobiidae) of toch de larven ervan. We kennen o.a. de kleine klopkever (Anobium punctatum) en de grote klopkever (Xestobium rufovillosum) die ook wel doodskloppertje, kleine houtwormkever of meubelkever genoemd worden. De houtetende larven van deze kevers verrichten heel nuttig werk in de natuur. Al vretend en wroetend spelen ze namelijk een belangrijke rol bij het hergebruik van voedingsstoffen die in dood hout opgeslagen zitten.
Dood hout leeft
Hoe meer dood hout, hoe groter de soortenrijkdom. Omgevallen bomen, afgevallen takken en andere vormen van dood hout, en daarmee ook de soorten die het dode hout verwerken, spelen een sleutelrol in het bos. Hoe gaan klopkevers precies te werk? De larven, die soms tot drie jaar in dood hout kunnen leven, voeden zich met de suikers die ze er vinden. Ze verteren het hout vervolgens tot molm, een poeder dat vol voedingsstoffen en stikstof zit die nuttig zijn voor de bodem.
Allerlei andere soorten maken ook dankbaar gebruik van de vraatsporen van kevers. De gangetjes van de klopkever, met een diameter van 2 mm of minder, doen bijvoorbeeld dienst als broedplaats voor o.a. kleine graafwespsoorten. Boktorren, boomkruipers en vleermuizen geraken dankzij de weggevreten delen ook makkelijker aan de binnenkant van dode stukken hout. Zo geven klopkevers letterlijk en figuurlijk terug leven aan het bos.
