Schattige babyvosjes leren spelend jagen
Vosjes worden blind en doof geboren, maar ontwikkelen zich erg snel. Zodra ze het nest verlaten, beginnen ze ook allerlei dingen te leren die ze later nodig hebben. Dat doen ze al spelend. Jonge roofdieren ontwikkelen zo hun jachtskills.
De jacht van een roofdier
Vooraleer een roofdier, zoals de vos, zijn prooi kan verorberen, moet hij heel wat stappen doorlopen. Verschillende onderdelen van dat prooigedrag kan je in bovenstaande video bekijken:
- Besluipen: jonge vossen besluipen elkaar (of een ander voorwerp), zoals ze later grotere prooien zullen besluipen. Zo proberen zo dicht mogelijk bij hun doelwit te geraken, alvorens de echte achtervolging in te zetten.
- Najagen: prooien vluchten zodra ze een roofdier gespot hebben. Vossenjongen leren efficiënt achtervolgen door elkaar na te jagen. Maar ook andere bewegende prikkels lokken dit prooigedrag uit, zoals een vallend blaadje of een vliegend insect.
- Vangen, bijten en doden: en dan volgt de échte vangst. Het roofdier bespringt z'n prooi en immobiliseert die. Dat kunnen jonge dieren al erg vroeg uitproberen met alles wat ze kunnen vinden in hun leefomgeving. Ze bijten en schudden ook met hun oefenprooien, net zoals ze dat later tijdens de jacht gaan doen.
- Opeten: ook het eten van prooien moet geoefend worden. Daarvoor brengen de ouderdieren dode prooien mee naar hun kroost. Als de welpjes wat ouder zijn, brengen de ouders verzwakte prooien mee waarop de jongen kunnen oefenen.
