Vliegje in je oog? Insecten raken steeds minder fietsers
Deze zondag gaat de 106de editie van dé hoogdag van elke toegewijde wielerfan door: de Ronde van Vlaanderen. En wie weet worden de wielrenners wel vergezeld door enkele insecten, die onvrijwillig meerijden nadat ze tegen een fietshelm of een gezicht gebotst zijn? Hoewel, dit soort ‘ongelukjes’ komen de laatste tijd steeds minder vaak voor. Een woordje uitleg dringt zich op!
Heb je al ooit het verfrissende gevoel van vrijheid ervaren dat je overvalt tijdens een fietstocht in de natuur? Op en top genieten! Tot er een vliegje in je mond terechtkomt of tegen je oogbol plakt. Dit soort aanrijdingen komen redelijk vaak voor, maar zijn allerminst aangenaam. In de komende jaren zal de kans op een botsing met een insect echter gevoelig afnemen, omdat ze steeds minder talrijk zijn. Tussen 2008 en 2017 bestudeerden onderzoekers de aanwezigheid van geleedpotigen in 150 weiden en 140 bossen in drie verschillende regio’s van Duitsland. In oktober 2019 werden de resultaten van deze tellingen gepubliceerd, en die zijn niet erg bemoedigend: zowel het aantal verschillende soorten als het aantal geleedpotigen per hectare (oftewel hun biomassa) daalden sterk. Erger nog: de zeldzaamste soorten kenden de grootste achteruitgang, vooral op plaatsen waar landbouw belangrijk is.
Helaas is deze vaststelling niet nieuw en lijkt er geen verbetering in te komen; onze meest ijverige lezers weten al dat onze populaties wilde bijen het erg slecht doendoor het geleidelijk verdwijnen van hun habitat of waardplant. Momenteel wordt 40% van de totale insectensoorten met uitsterven bedreigdin de komende decennia, voornamelijk omdat hun leefgebied inkrimpt door intensieve landbouw en verstedelijking. Jaarlijks verdwijnt 1 tot 2% van alle insecten, of zelfs meer. Er bestaan zeker soorten die zich weten aan te passen, maar onze biodiversiteit neemt flink af. Hoe zijn we op dit punt gekomen?
Banale beestjes? Verre van!
Dit aandeel lijkt misschien klein, vooral als we weten dat insecten de meerderheid van alle diersoorten op aarde vertegenwoordigen. Maar deze kleine wezentjes zijn wel essentieel voor het leven op aarde. Eerst en vooral zorgen ze voor de bestuiving van een heleboel planten: 80% van onze planten – groenten inbegrepen – wordt bevrucht door bijen en hommels, om nog maar te zwijgen van de hulp van andere soorten, zoals mieren of zweefvliegen. De gratis arbeid van de insecten levert jaarlijks wereldwijd miljarden euro’s op. Zonder hen zou het onmogelijk zijn om onszelf te voeden, omdat de meeste planten zouden verdwijnen als ze zich niet konden voortplanten. Bovendien kunnen sommige soorten heel nuttig zijn in de strijd tegen ongedierte, ter vervanging van chemische bestrijdingsmiddelen en insecticiden die schadelijk zijn voor onze gezondheid en ons milieu.
Vervolgens spelen insecten zoals kevers of oorwormen dezelfde rol als begrafenisondernemers: ze breken organisch materiaal en plantaardig afval af en zetten dit om in humus, die de planten kunnen opnemen met hun wortels. Ze zorgen dus voor plantenvoeding.
De kleine beestjes zijn ook de belangrijkste voedselbron voor bepaalde vogels, vleermuizen en amfibieën, die eveneens zouden sterven als hun prooi niet meer zou bestaan. Trouwens, heel wat mensen wereldwijd consumeren zelf ook insecten! En tot slot kunnen insecten zoals de fruitvlieg ons ook op onverwachte manieren helpen. Naast het recycleren van afval heeft dit kleine vliegje ook veel wetenschappelijke vooruitgang mogelijk gemaakt (lucht- en ruimtevaart, genetica, geneeskunde enz.).
Toenemende bedreigingen
Zoals we hierboven hebben aangegeven, is het verdwijnen van de verschillende habitats nodig voor het overleven van insecten één van de belangrijkste factoren die verantwoordelijk zijn voor hun achteruitgang. Dit is grotendeels te wijten aan de verstedelijking en de intensievelandbouw – twee onvermijdelijke tendensen om te voldoen in de behoeften van steeds dichter bevolkte landen – net als pesticiden, ook al wordt het gebruik hiervan in toenemende mate geregulariseerd. Helaas zou een andere aanpak van ons landschapsbeleid niet alle problemen oplossen.
De opwarming van de aarde dwingt meer en meer soorten om van regio te veranderen en op die manier koelere temperaturen en een minder droog klimaat te vinden, dat beter aansluit bij hun behoeften. Diezelfde bedreigingen wegen ook op onze planten, waar insecten sterk afhankelijk van zijn. Bijna de helft van onze planten wordt met uitsterven bedreigd. In de natuur zijn alle organismen met elkaar verwant; het verdwijnen van de ene soort leidt onvermijdelijk tot de ondergang van de andere.
Hoe kunnen wij zelf de insecten helpen?
Om te voorkomen dat onze insecten definitief verdwijnen, zijn verregaande maatregelen nodig. Toch kunnen wij ze ook alvast een handje helpen. Hier zijn enkele tips:
- Bouw een insectenhotel: niet alle soorten zullen je 5-sterrensuite bezoeken, maar sommige zullen wel dankbaar gebruik maken van je toevluchtsoord wanneer het regent of koud is. Raadpleeg onze tutorial als je een eigen bouwproject uit de grond wil stampen!
- Zorg voor drinkwater: als de temperaturen stijgen, krijgen insecten net als wij dorst. Zet een kom water op een beschut plekje, uit de buurt van regen en wind, zodat onze vrienden kunnen genieten van een verfrissend teugje. Vergeet niet om halve kurken op het water te laten drijven, zodat de insecten kunnen drinken zonder het risico te lopen te verdrinken.
- Stop met je gazon te maaien: een wilde tuin zal altijd meer uitnodigend zijn voor fauna en flora. Door niet te vaak te maaien, geef je planten kans om te groeien en laat je ook insecten toe om hun kostbare nectar te verzamelen of beschutting te zoeken.
- Kies voor inheemse planten: veel insecten hebben een waardplant, of het nu wilde bijen of rupsen zijn. Door lokale planten te kweken, sta je deze soorten toe zich te voeden, voort te planten en de natuur te blijven ondersteunen.
Als we de insecten helpen, kunnen ze ons weer vergezellen tijdens onze wandelingen en fietstochtjes in de natuur ;-)