Wilgenpluis zorgt voor zomers sneeuwtapijt
Het is warm, het is droog, en daar zijn de pluisjes weer! Elk jaar in de lente rukken ze zich massaal los uit de zaaddozen van vrouwelijke wilgen en populieren.
Niet iedereen is even blij met zo’n dik tapijt van wilgenpluis. Vaak worden de vederlichte zaden gelinkt aan snotneuzen, traanogen en allergieën. Dat klopt echter niet helemaal. Hooikoorts of pollenallergieën worden getriggerd door stuifmeel, niet door zaden. Het stuifmeel van de (mannelijke) wilg is op dit moment al lang uit beeld, want dat heeft in het begin van de lente vrouwelijke bloemen bevrucht die nu uitgegroeid zijn tot zaadjes. Mensen die nu last hebben van hun allergie, danken dat niet aan de wilg, maar aan andere planten die van dezelfde weersomstandigheden gebruik maken om hun stuifmeel te verspreiden.
De wilg maakt elk jaar massaal veel zaden aan. Toch zijn er slechts enkelingen die het ook schoppen tot volwassen boom. Dat wil niet zeggen dat de overige zaden geen functie hebben. Meer nog: ze spelen een belangrijke rol in het ecosysteem. Zo eten sommige vogels de zaden op of ze gebruiken ze als zachte bedding in hun nest. En jong ontsproten wilgentakken vormen een heerlijke lekkernij voor o.a. reeën en konijnen. Wat een mooi idee: de wilg denkt niet alleen aan zichzelf, maar ook aan al wie met hem samenleeft!