Ga naar main content
shutterstock-562338241.jpg

Zeeën en oceanen, één pot nat?

Wanneer we bij onszelf peilen naar het verschil tussen een zee en een oceaan dan komen we instinctief uit bij termen die schaal uitdrukken. Oceanen associëren we met begrippen zoals "onmetelijk" en "eindeloos", terwijl zeeën "eindiger" lijken. Maar klopt dat? Wat is nu eigenlijk het verschil tussen een zee en een oceaan? Jan Seys, woordvoerder van het Vlaams Instituut voor de Zee legt uit.

Theoretische verschillen

Algemeen gesteld zijn zeeën kleiner, ondieper, meer kustgebonden of deels door land ingesloten, en rijker aan leven dan hun grotere zussen, de oceaanbekkens. Maar al meteen stuiten we op enorme onderlinge verschillen. Enkele voorbeelden:

De grootste zee, de Middellandse Zee, is vijf keer kleiner dan het kleinste oceaanbekken, de Arctische Oceaan. Dus grootte speelt weldegelijk een rol. Maar qua diepte wordt het complexer. Zo is de gemiddelde diepte van onze Noordzee 95 meter en die van de Baltische Zee 55 meter, ondiep inderdaad, zeker in vergelijking met de Pacifische Oceaan die gemiddeld 4188 meter diep is. Maar de Caraïbische Zee is tot bijna 7 kilometer diep, een pak dieper dan de gemiddelde oceaan! 

Ook het kenmerk 'deels door land ingesloten' zorgt voor problemen want de Sargassozee is bijvoorbeeld helemaal niet omsloten door land, wel integendeel. Dit deel van de Atlantische Oceaan is vooral bekend als het paaigebied van onze paling, en enkel omgeven door grote wervelende stromingen die het Sargassum-wier ter plaatse weten te houden. Aan het andere uiteinde bevinden zich dan weer binnenzeeën als de Kaspische- of Dode Zee, die al langer hun rechtstreekse verbinding met de grote oceanische wereldplas zijn verloren en dus evengoed als enorme zoutwater meren zouden kunnen gezien worden.

Praktisch verschil

Net als aan land vormen planten ook in zout water de basis van elk voedselweb en eigenlijk leggen we hiermee de vinger op het werkelijke verschil tussen zeeën en oceanen. Zeeën onderhouden veelal meer leven dan oceanen. Dat gaat zo.

shutterstock-582300589.jpg

Leven in zee is afhankelijk van licht dat plantjes (vooral micro-algen) toestaat te groeien en aan bladgroenwerking te doen. Naast zonlicht heeft leven ook voldoende voedingsstoffen nodig. In veelal ondiepere zeeën zijn beide overvloedig aanwezig, wat de rijkdom en productiviteit van kustgebieden verklaart. Voor de grote oceaan, met een gemiddelde diepte van 3,6 kilometer, ligt dit anders. Slechts de bovenste 100, soms tot 200 meter, ontvangt genoeg zonlicht om algen toe te laten te floreren. Daaronder heerst het rijk van de duisternis (en van een immense waterdruk). Wie daar dus op de bodem wil overleven in de pakweg twee derde van het oppervlak van onze planeet waar zich diepzee bevindt, moet het hebben van neerdwarrelend dood plankton gevormd in de zonbeschenen oppervlaktelagen, een fenomeen dat zeesneeuw wordt genoemd.

Er is één uitzondering die de regel bevestigt; op grote diepte ontdekte men nauwelijks een halve eeuw geleden leven dat volledig onafhankelijk van planten en dus zonlicht kan functioneren. Bacteriën teren er op chemische verbindingen ter hoogte van warmwaterbronnen, daar waar zoutwater in scheuren doordringt tot in de diepere hete aardbodem ontstaat er een soort ‘buitenaards leven’. 

 

shutterstock-297407741.jpg

Daarbij komt dat er in de grote oceaanbekkens van de tropen en subtropen wel overvloedig licht is, maar dat het er vaak tekort schiet aan voedingsstoffen. Stormen die in ondiepe zeeën voedingsstoffen vanop de zeebodem met de regelmaat van de klok omhoog wervelen, zijn hier niet aan de orde. Ook de rechtstreekse aanvoer vanuit rivieren ligt zeker in afgelegen oceanische gebieden een stuk moeilijker. Ondiepe zeeën, zoals de Noordzee hebben dit probleem duidelijk niet. "Onze zee” floreert dankzij de vele voedingsstoffen en het vele licht en is daarom van oudsher een bron van leven en welvaart. Klein maar fijn, in de marge maar ook weer heel centraal, heeft de Noordzee dan ook steevast een ingrijpende rol vervuld in West-Europa.  

shutterstock-437360821.jpg

Er is maar één oceaan (of zee)

Zeeën en oceanen maken beiden deel uit van de 71% ‘blauw’ dat onze planeet bedekt, en dat in volume goed is voor 97% van alle water op aarde. Men onderscheidt wel eens een 50-tal zeeën en 5 oceaanbekkens, maar feitelijk zijn ze allemaal onderdeel van een groter geheel, dé oceaan of wereldzee. Water kent geen grenzen, die hebben wij verzonnen.

Meer over


Gerelateerde artikels