Europese wilde kat
Ook België heeft zijn eigen ‘tijger’, weliswaar een exemplaar dat compleet ongevaarlijk is voor de mens. Maak kennis met onze wilde kat!
Herken de Europese wilde kat
(Felis silvestris silvestris)
De kans is klein dat je ooit een wilde kat tegenkomt. Het is een erg schuw dier, dat vooral bij schemering en ‘s nachts op pad is. Overdag ligt ze hoog en droog te soezen. Het lijkt wel een dikke, gestreepte huiskat en je moet een echte kenner zijn om het verschil te zien. Toch heeft ze enkele opvallende kenmerken die geen enkele Minoes met haar gemeen heeft:
- groter en dikker dan onze katten
- dik behaarde staart met 3 tot 5 zwarte ringen
- staart eindigt in een stompe, zwarte punt
- rugstreep eindigt vóór de staartaanzet
- brede snuit met lange snorharen
- vleeskleurige neus
- achterste voetzolen zijn enkel bij de tenen donker gekleurd
Op het menu
De wilde kat jaagt op allerlei klein wild, liefst in grasvlaktes en zonnige valleien. Muizen, vogels en visjes worden met huid en haar verslonden. Maar ze vangt ook grotere prooien, die tot op het bot worden afgekloven. Dat gaat van konijnen en hazen tot zelfs jonge hoefdieren! Af en toe staan ook kleine amfibieën en insecten op het menu. De Europese wilde kat achtervolgt haar prooi niet, zoals een wolf, maar wacht ze op in een hinderlaag of springt er kort achteraan. Haar geduld is eindeloos en op die manier kan ze zelfs voorbijzwemmende vissen uit het water wippen.
Leefgebied
In Wallonië leeft de wilde kat al langer, maar in 2012 werd ze ook terug in Vlaanderen opgemerkt. Dat was al 150 jaar geleden! Tegenwoordig komen er populaties van wilde katten voor in de bossen van zuid-Limburg en in de Voerstreek. De vrouwtjes van de wilde kat zijn territoriaal en verdedigen het gebied waarin ze slapen en eten. Ze markeren hun terrein d.m.v. krabsporen. De mannetjes leiden een bestaan als zwerver. De jachtgebieden van wilde katten overlappen elkaar. Per 1000 hectare kunnen 2 tot 5 wilde katten leven.
Wilde kattenliefde
Onze eigen katten kunnen in groep leven, ook als ze verwilderd raken. Maar hun wilde variant leeft solitair. Alleen tijdens het voortplantingsseizoen (februari – maart) zoeken beide geslachten elkaar op. De kater maakt dan klaaglijke geluiden om zijn aanwezigheid kenbaar te maken.
De vrouwtjes dragen iets meer dan twee maanden en werpen drie à vier kittens in een veilige nestplaats. Dat kan een omgevallen boom, een takkenbos, een rotsspleet of een oude dassenburcht zijn. Ze voedt haar kittens alleen op en legt daarom voor de bevalling een voedselvoorraad aan. Als ze zes weken oud zijn, eten de kittens mee van de prooien die de moederkat meebrengt. Ze leren zelf jagen vanaf 2,5 maanden en na 5 maanden zijn ze op zichzelf aangewezen.
Relatie met de mens
In de natuur heeft de Europese wilde kat nauwelijks vijanden. Alleen hun kittens vallen wel eens ten prooi aan een roofdier. Ze hebben het meest te vrezen van de mens, die hen in Vlaanderen 150 jaar geleden zelfs helemaal uitroeide. Gelukkig zien we het prachtige dier tegenwoordig niet meer als ongedierte en wordt de wilde kat verwelkomd als nieuwe inwoner van onze bossen. Soms valt er wel eens een verkeersslachtoffer onder de wilde katten.
Wie wél een belangrijk gevaar is voor het voortbestaan van de wilde kat, is onze huiskat. In versnipperde gebieden waar weinig wilde katten leven, komen soms kruisingen voor met (verwilderde) huiskatten. Op die manier raakt de genenpoel verstoord en verdwijnt de zuiver wilde variant.
Wist je dat de Europese wilde kat …
- nog nooit met mensen samenleefde? Verwilderde katten daarentegen ontstaan uit huiskatten die de wilde natuur in trekken.
- niet de voorouder is van onze huiskat? De Afrikaanse wilde kat is dat wél.