Egel
Deze kleine snuiter is intussen een gevestigde waarde in onze tuinen. Hij helpt de tuinman zelfs een handje door slakken op te ruimen. Kom je zelf een egel tegen in je tuin? Dan hoef je hem niet te voeden want het diertje vindt er heus wel genoeg voedsel. Wat je wel kan doen is een goed beschutte schuilplaats voorzien waar het stekelige dier kan overwinteren. Zo ontvang je een egel pas écht met open armen!
Herken de egel
Erinaceus europaeus
De egel herken je uit duizenden. Geen enkel ander dier in onze regio draagt zulke stekels op z’n rug! Andere stekelbeesten zoals het stekelvarken en de tenrek leven niet in Europa, maar in Azië of Afrika.
- De stekels van een egel zijn gemiddeld 3 cm lang
- Hij kan tot 5.000 rechtopstaande, gele tot donkerbruine stekels op z’n rug hebben staan
- De rest van zijn lichaam is bedenkt met grijsbruine haren
- Zijn snuit is langwerpig en spits
- Een egel is gemiddeld 34 cm lang, 15 cm hoog en weegt tot 1 kg
- Hij heeft een staart en 36 tanden
- Mannetje en vrouwtjes zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden met het blote oog omdat ze zo sterk op elkaar lijken
Op het menu
Dit klein, stekelig bolletje is een echte omnivoor met een uitgesproken voorkeur voor insecten: wormen, slakken, naaktslakken, larveneieren, rupsen, spinnen, etc. Daarnaast eet hij ook kleine vruchten en bessen. Heel af en toe durft een egel ook wel eens een prooi te vangen. Dan gaat het om kleine knaagdieren, amfibieën, vogels en kadavers.
De egel is een semi-nachtdier. Hij profiteert van de duisternis om te jagen. Dankzij zijn zeer goede reukzin en uitstekend gehoor kan hij ’s nachts zonder problemen voedsel vinden. Zo vangt en verorbert hij elke keer minstens 100 beestjes. De egel speelt daardoor ook een belangrijke rol in het ecosysteem van onze tuinen.
Eens hij z’n maaltijd bij elkaar heeft gezocht, begint hij te schrokken. En dat mag je letterlijk nemen: hij gromt en kauwt zonder gêne. Z’n eetplaats proper achterlaten? Daar doet de egel ook niet aan mee. Hij trapt restjes en vuiligheid lekker in het rond.
Leefgebied
De egel is niet kieskeurig als het op huisvesting aankomt. Hij past zich makkelijk aan zolang er maar voldoende voedsel en een plekje om te schuilen aanwezig is. Je komt hem vooral tegen aan de rand van een bos, in open plekken omringd door hagen, in struikgewassen, weiden en parken. Ook in je eigen tuin kan je een egel tegenkomen, zeker als je een composthoop hebt waar veel insecten te vinden zijn. Waar je hem echter nooit tegen zal komen is in de buurt van moerassen, naaldbossen of weilanden. Zijn leefgebied strekt zich uit over een groot gebied van minstens één hectare.
Egelliefde
Het broedseizoen van de egel loopt van april tot september. De egel is een solitair dier. Mannetjes en vrouwtjes ontmoeten elkaar om te paren maar leven apart. Dat parende egels luidruchtig zijn is wel het minste wat je kan zeggen. Ze snuiven, piepen, snurken, blazen en huilen zelfs tijdens de daad. In Duitsland werd de politie zelfs al eens opgeroepen voor geluidsoverlast. De agenten ontdekten dat “de daders” twee egels waren die de liefde bedreven.
Na een draagtijd van vijf tot zes weken krijgt het ouderpaar vier tot zeven jongen. Vrouwelijke egels kunnen tot twee keer per jaar bevallen. Je vraagt je misschien af of een baby egel met stekels geboren wordt? Dat is niet zo, en gelukkig maar voor mama egel! Pas enkele uren na de geboorte verschijnen er kleine, zachte, witte stekeltjes op de rug van de jongen. Na vier weken staat hun rug vol met stevige prikkers.
Relatie met de mens
Op Europese wegen worden jaarlijks 700.000 egels overreden. De mens, meer bepaald de automobilist, is dus de grootste vijand van dit dier. Waarom egels zich dan toch tussen het verkeer wagen? Dat is simpel: ze zijn naarstig op zoek naar voedsel.
Andere gevaren die de egel verdrijven uit onze regio, zijn pesticiden op planten en gewassen die het beestje rechtstreeks met z’n voedsel binnenkrijgt en zeer schadelijk zijn. Veranderingen in hun leefgebied hebben ook een grote impact. Het kappen van bomen en hagen is nefast. Ook volledig omheinde tuinen vormen letterlijk en figuurlijk een groot obstakel voor dit dier. Wil je de egel een handje helpen? Check dan hier onze tips!
Wist je dat de egel...
- zichzelf in nesten werkt door zijn eigen verdedigingsmethode? Wanneer hij zich oprolt tot een stekelige bol kan hij zijn vacht niet meer schoonmaken waardoor vlooien vrij spel krijgen.
- het hele jaar door stekels verliest en weer laat bijgroeien? Meer zelfs: elke stekel groeit op zijn eigen tempo. Ze vallen dus ook niet allemaal op hetzelfde moment af. De egel kent geen seizoensgebonden rui.
- zich met een gemiddelde snelheid van drie meter per minuut (!) voortbeweegt? Aarzelachtig trippelt hij over de grond. Hij houdt ook regelmatig een tussenstop om een luchtje te scheppen.