Groenling

Dit mooie, olijfkleurige zangvogeltje uit de vinkenfamilie is een graag geziene gast in tuinen en parken. Leer de groenling herkennen, ontdek waar hij graag nest en wat hij graag eet, en wie weet overtuig jij deze groene jongen ook wel tot een bezoekje aan jouw tuin. ​

Herken de Europese groenling

(Chloris chloris)

Door zijn typische kleuren is de groenling makkelijk te onderscheiden van andere zangvogels. 

• 14-16 cm lang en 25 à 35 g zwaar
• grote, roze tot beige kegelvormige snavel
• korte, gevorkte staart
• roze poten
• paringskleed mannetje: olijfgroen met gele band op de vleugel en gele staartpennen
• vrouwtje: dofgrijs-groen en minder uitgesproken gele kleur

Op het menu

Zoals veel vogels heeft ook de groenling een snavel die aangepast is aan zijn dieet. Met zijn grote, kegelvormige bek en sterke onderkaken kan hij zonder moeite zaden en bessen oppikken op zijn weg. Indien nodig vult deze granivoor zijn dieet aan met kleine ongewervelde dieren of vruchten. Jonge groenlingen worden grootgebracht op insectenlarven en schakelen daarna pas over op (gepelde) zaden en bessen.

Leefgebied en leefwijze van de groenling

De Europese groenling kan op veel verschillende plaatsen waargenomen worden: open plekken, bosranden, tuinen, parken, boomgaarden en zelfs steden. Hij bezoekt ook landbouwgebieden om zaden te verzamelen. Meidoorn en hondsroos (rozenbottel) zijn een populaire nestplaats voor ouders in spé. Ook klimop is zo’n groenblijvende, dichte struik die een uitstekende schuilplaats vormt. De groenling is niet erg territoriaal maar zal tegenover andere vogelsoorten wel zijn nest verdedigen.

Buiten het broedseizoen trekken groenvinken in kleine zwermen rond. In de winter houden ze elkaar warm door dicht bij elkaar te kruipen. Zelfs andere vinkensoorten zoals de sijs zijn welkom. ​

Groenlingliefde

De groenling start in de lente, vanaf eind maart, met broeden. Het mannetje voert een complexe balts uit om het vrouwtje van zijn dromen te versieren. Hij vliegt met schokkerige vleugelslagen en zingt om de dames te bekoren. Hij pronkt daarna met zijn knalgele veren en springt naar het vrouwtje van zijn keuze.

In april legt het vrouwtje 4 tot 6 lichtblauwe eieren die ze in 11 tot 14 dagen uitbroedt. In juni volgt meestal een tweede legsel. Vooraleer ze eieren kan leggen, bouwt het vrouwtje een komvormig nest in dicht struikgewas, gemaakt van twijgen, takken en gras en bekleed met plantaardig materiaal en veren. Zodra de jongen uit het ei zijn, krijgen ze insectenlarven, en later gepelde zaden, van beide ouders aangereikt om groot en sterk te worden. Na 15 dagen verlaten de jonge groenlingen het nest, maar ver lopen ze niet. De jongen blijven nog 2 à 3 weken dicht bij elkaar en nemen genoegen met een zitplaatsje enkele takken verderop want op hun jonge leeftijd kunnen ze nog niet vliegen. ​

Relatie met de mens

De groenling is dan wel klein, maar hij is verre van verlegen. Deze zangvogel is een echte cultuurvolger. Dus het kan best dat je hem in de buurt van huizen of in de tuin tegenkomt. Vooral in de winter zoeken ze voederplaatsen op om terug op krachten te komen. 

Sinds 2014 daalt het aantal Europese groenvinken. De reden daarvoor is hoogstwaarschijnlijk Trichomoniasis, een parasitaire aandoening aan de luchtwegen die via water en voederplaatsen wordt overgedragen van vogel naar vogel. Wil je groenlingen aantrekken in je tuin? Een hygiënische voeder- of drinkplaats stellen deze vogels erg op prijs. Ze zijn dol op zonnebloempitten en ongezouten pinda’s, maar let op met huiskatten. Want die lusten wel eens een groenling …

Wist je dat de groenling ...

• ons kan helpen bij onkruidbestrijding? Hij eet veel zaden van planten, waaronder paardenbloemen en bijvoet.