Plakker
'Carpe diem' zou het motto van deze schattige, harige vlinder kunnen zijn. De volwassen exemplaren leven maar enkele dagen en hebben net genoeg tijd om zich voort te planten voor ze sterven. Zo genieten ze nog even van de zomerse hitte en de kleine momenten die hen nog resten.
Herken de plakker
(Lymantria dispar)
Bij deze vlinder is het makkelijk om de mannetjes van de vrouwtjes te onderscheiden. Het vrouwtje:
- is veel groter (28 tot 35 mm) en heeft witte vleugels, versierd met donkere patronen
- heeft een wit, geel of crèmekleurig behaard lichaam
- heeft fijne antennes
Het mannetje:
- heeft antennes voorzien van een soort ‘pluimen’
- heeft bruine vleugels, versierd met donkere lijnen. In rust zijn ze zo geplaatst dat ze een driehoek vormen (met de kop aan het uiteinde)
- is een stuk kleiner (18 tot 24 mm)
De rups, zeer behaard en okerkleurig, lijkt op een processierups. Ze heeft zwarte haren en gekleurde wratten (blauw op de eerste segmenten en daarna rood) sieren haar volledige lichaam. De heel jonge rupsen daarentegen hebben geen gekleurde wratten, maar wel gele of rode vlekken op hun rug. Bij de geboorte meten ze slechts 3 mm, in het laatste stadium – vlak voor ze in poppen veranderen – bereiken ze een lengte van 5 tot 6 cm.
Op het menu
De rups houdt vooral van loofbomen zoals eiken, berken, meidoorns, appelbomen, populieren, wilgen of zelfs iepen. Zolang hij de vorm van larve aanneemt, zal hij gedurende enkele maanden hun bladeren opeten. Maar onze veelvraat kan zijn buikje ook rond eten met zachthout (lariks of spar), omdat hij een polyfage soort is. Zelfs met decoratieve tuinplanten en -heesters kan hij zich tevreden stellen. Een echt rupsje nooitgenoeg!
Imago’s (of volwassen vlinders) daarentegen hebben geen mond en voeden zich dus ook niet. Ze overleven slechts een paar dagen door gebruik te maken van de reserves die ze opbouwden toen ze nog rupsen waren.
Leefgebied van de plakker
Onze plakker leeft in de buurt van loof- en naaldbomen. Het vrouwtje, eens volwassen, kan zich niet verplaatsen en legt haar eitjes in de boom waar ze zich bevindt. Daarom is het belangrijk dat haar pop zich vestigt in een boom die de toekomstige rupsen zal plezieren. De vlinder leeft dus in alle mogelijke bosrijke omgevingen, zoals bossen, parken en tuinen.
Plakkersliefde
Wanneer ze in de zomer (juli-augustus) in volwassen vorm uit hun cocon komen, zijn de vrouwtjes te zwaar om te kunnen opstijgen. Op dat moment bevat hun lichaam al de toekomstige eitjes, maar ze moeten wel nog bevrucht worden. Mevrouw plakker zendt daarom feromonen uit om het mannetje aan te trekken. Een paar uur later, wanneer een mannetje haar gevonden heeft door haar feromonen met zijn antennes op te pikken, paren de vlinders en gaat het mannetje onder de vleugels van het vrouwtje zitten. Zij legt nadien haar eieren – tussen de 100 en 800 – op de stam van de boom waarop ze zit, en bedekt ze met de irriterende haartjes van haar buik om ze te beschermen.
Vervolgens brengen de eieren de herfst en winter door op hun boom, voordat ze in de lente uitkomen, rond de maand april. Vanaf de eerste dagen al kunnen de jonge rupsen door een voorjaarsbriesje verspreid worden, aangezien de wind een goede grip heeft op de vele haren die hun lichaam bedekken. De komende twee tot drie maanden zal de rups zich verder ontwikkelen door zich op de malse blaadjes te storten. Heeft zij eenmaal aan kracht gewonnen, dan verandert ze rond eind juni of juli in een pop, door zich vast te hechten aan een boom en zich in een soort vangnet te wikkelen. Zo’n 15 dagen later verschijnen de plakkers in volwassen vorm.
Relatie van de plakker met de mens
De volwassen vlinder richt geen schade aan, maar met zijn vraatzucht maakt de rups niet veel vrienden. Als ze erg talrijk zijn, kunnen de rupsen hele bomen van hun bladeren beroven. Op heel het noordelijk halfrond worden ze dan ook als belangrijke ontbladeraars beschouwd. De bomen worden dan gedwongen om uit hun reserves te putten om nieuwe knoppen te ontwikkelen, zodat de bladeren teruggroeien. In extreme gevallen, bijvoorbeeld als rupsen van nachtvlinders meerdere jaren achter elkaar uitzwermen – door de afwezigheid van roofdieren – of als er een droogte optreedt, kunnen de bomen zelfs doodgaan.
De rupsen daarentegen zijn niet gevaarlijk voor de mens, omdat hun haren niet steken.
Wist je dat de plakker ...
- zijn naam gegeven heeft aan een Marvel-personage? Gypsy Moth – ook bekend als Skein – is niets minder dan een synoniem voor de plakker!
- een invasieve soort in Noord-Amerika is? De rupsen veroorzaken er veel schade aan bomen en de autoriteiten bestrijden hun verspreiding.