Steenuil
Onze op één na kleinste uil hoor je vooral ‘s nachts geheimzinnig roepen. De oude Grieken zagen in hem een metgezel van de godin Athene en boodschapper van de dood. Dat mythische verhaal leverde hem z’n prachtige wetenschappelijke naam op: Athena noctua.
Herken de steenuil
(Athene noctua)
Laat je niet misleiden door de foto’s: deze kleine uil is nog niet eens zo groot als een merel. Alhoewel: door z’n ‘fluffy’ verenkleed zou je hem misschien eerder de proporties van een duif aanmeten. Hij zit vaak te zonnen op een paaltje in het boerenlandschap. Zo herken je de steenuil:
- (grijs)bruine veren met crèmekleurige vlekken
- lichtgekleurde buik met bruine vlekken
- grote, gele ogen
- lichtgekleurde wenkbrauwen
- lange poten met witte bevedering
- lage, golvende vlucht zoals die van een specht
- gemiddeld 25 cm groot met een spanwijdte van 55 cm
Op het menu
De steenuil vat post op een strategische plek, meestal 1 tot 1,5 m boven het maaiveld, om van daaruit zijn prooi te verschalken. Soms gaat hij ook huppend op zoek in het gras. Je ziet hem ook overdag, maar hij is het actiefst in de schemering. De steenuil vangt kleine kruipers zoals wormen en insecten, draait zijn poot niet om voor reptielen en amfibieën en lust zelfs af en toe een klein zoogdier of vogel.
Leefgebied van de steenuil
Van oorsprong is de steenuil een steppevogel. Hij verkiest een lage bodembegroeiing om op de grond te jagen. Bij ons is hij vooral te vinden aan dorpsranden en in agrarisch gebied, waar hij zich huisvest in de buurt van een gevarieerd boerenerf met graslanden, fruitgaarden, houtwallen en/of heggen. Hij blijft gedurende het hele jaar aanwezig in zijn territorium.
Steenuilenliefde
De steenuil is erg gehecht aan zijn broedplaats en daarom ook aan zijn broedpartner. Hij maakt z’n (grotendeels kale) nest in oude, holle bomen - bij voorkeur knotwilgen of grote fruitbomen. Ook nissen in een rustig gebouw of een geschikte nestkast palmt hij graag in.
Het vrouwtje legt 3 tot 5 eieren in april of mei, af en toe volgt in juni nog een tweede legsel. Ma steenuil neemt de broedttaak op zich terwijl meneer de uil voedsel aanbrengt. Na 3,5 - 4 weken komen de eieren uit. Tijdens de eerste tot anderhalve levensweek blijven de uilskuikens permanent onder moeders vleugels, het mannetje gaat naarstig door met jagen.
Na een maand verlaten de jongen voor het eerst het nest, maar het duurt nog 1 à 2 weken eer ze goede vliegers zijn. En zelfs wanneer ze al kunnen vliegen, komen de jongen geregeld terug om zich te laten verzorgen in hotel mama.
Reeds het eerstvolgende jaar zijn de uilskuikens geslachtsrijp en kunnen ze hun eigen nestje bouwen. Meestal doen ze dat op niet meer dan 10km van hun ouderlijke woonst.
Relatie van de steenuil met de mens
De steenuil krijgt met twee bedreigingen te maken: een verdwijnend leefgebied door de intensievere landbouw en een gebrek aan broedholten. Dat laatste kan opgelost worden door speciale nestkasten op te hangen, maar heeft enkel zin als ook de omgeving geschikt is voor de kleine uil. Door het instandhouden van kleine landschapselementen (knotwilgen, fruitbomen, schuurtjes, heggen …) wordt ook het leefgebied weer aantrekkelijker.
Elk jaar opnieuw verdrinken een heleboel - vooral jonge - steenuilen in drinkbakken van paarden en ander vee. Woon je in een gebied met steenuilen, dan loont het de moeite om een steenuilvriendelijke drinkbak te plaatsen. Onfortuinlijke steenuilen kunnen daar gemakkelijk weer uit klimmen.
Wist je dat de steenuil …
- twee gezichten heeft? De achterkant van zijn hoofd is zo getekend dat het lijkt alsof hij met toegeknepen ogen naar je zit te kijken.
- 14 nekwervels heeft? Daardoor kan hij zijn hoofd helemaal naar achteren en zelfs nog verder draaien.
- met z’n gele ogen ook goed overdag kan zien?
- veel natuurlijke vijanden heeft, zelfs binnen zijn ‘familie’? De bosuil lust wel een steenuiltje, net zoals sperwers en haviken.
- ook wel de ‘katuil’ genoemd wordt? Zijn roep doet denken aan een miauwende kat.