Tijgerspin
De soort dankt haar naam aan het geel-zwart gestreepte lijfje van het vrouwtje, dat aan een tijger doet denken. Om dezelfde reden wordt deze achtpoter ook wel 'wespspin' genoemd. De kleuren geven de indruk dat de tijgerspin giftig en gevaarlijk is, maar dat is gelukkig puur bluf.
Herken de tijgerspin of wespspin
De tijgerspin vind je makkelijk terug op open plaatsen zoals graslanden en heidevelden. Ondanks haar opvallende kleuren zie je haar niet snel zitten.
- vrouwtje: geel-zwart gestreept lijf
mannetje: bruin lijfje - vrouwtje: bruinzwarte poten
mannetje: bruine poten - vrouwtje: 15 mm tot 20 mm
mannetje: maximaal 5 mm
Op het menu
Het favoriete gerecht van de tijgerspin is een lekkere sprinkhaan. Om dit springende insect makkelijk te vangen, maakt ze een web dicht tegen de grond. De tijger- of wespspin neemt ook genoegen met andere prooien die in haar web belanden zoals libellen, kevers en hommels.
Leefgebied van de tijgerspin of wespspin
De soort kwam eerst alleen voor in Zuid-Europa. Waarschijnlijk als gevolg van de klimaatverandering kon ze zich ook verspreiden naar Noord-Europa. Sinds 20 tot 30 jaar vinden we haar regelmatig terug in België. Eerst alleen in het zuiden van het land, maar nu is ze bijna overal zichtbaar waar heide en graslanden zijn. Met een beetje geluk kiezen ze misschien ook voor jouw verwilderde tuin als leefgebied.
Tijgerspinnenliefde
De vrouwelijke tijgerspin is een echte femme fatale en geeft de mannetjes weinig kans om te overleven. Daarom kiezen de mannetjes liefst voor een maagd. Ze wachten aan de rand van het web tot haar laatste vervelling, hierna is zij volwassen en kan het mannetje zijn kans grijpen. Als maagd is ze minder agressief omdat het paringsorgaan en de huid van het vrouwtje nog zacht en soepel zijn. Er is dan meer overlevingskans voor het mannetje. Tijdens de bevruchting laat hij één van zijn twee genitaliën in het vrouwtje zitten. Hierna heeft hij dus nog maar één kans om te paren.
Het is eerder uitzonderlijk dat het mannetje de bevruchting overleeft want meestal spint zij het mannetje in. Hij dient dan later als voeding voor de bevruchte femme fatale.
Rond augustus, een maand na de paring, spint ze een cocon waarin ze haar eitjes afzet. Zo’n cocon kan groter dan 2 cm worden en bevat enkele honderden eieren. De eitjes brengen zo de winter door en in het voorjaar komen de kleine spinnetjes tevoorschijn.
Relatie mens en tijgerspin
Door de kleuren van het vrouwtje lijkt het alsof ze giftig en gevaarlijk is, maar je hoeft niet bang te zijn want ze is volledig ongevaarlijk voor de mens. Met haar zwart-geel gestreepte lijfje camoufleert ze zichzelf laag in het gras en schrikt ze vijanden af.
Wist je dat de tijgerspin…
- Meestal met de kop naar beneden hangt in het centrum van haar web?
- Vlak voor het afzetten van de eitjes een opgezwollen achterlijf heeft?