Zwarte kraai
De zwarte kraai heeft geen al te goede reputatie. Toch zijn we ervan overtuigd dat hoe meer je over deze zwartjas te weten komt, hoe beter je hem leert appreciëren.
Herken de zwarte kraai
(Corvus corone corone)
De zwarte kraai leeft zowat overal in ons land, maar het meeste kans om hem te zien heb je waar voedsel aanwezig is. Ga bijvoorbeeld eens kijken op een pas omgeploegde akker en let op volgende kenmerken:
- groter dan een kauw, kleiner dan een raaf
- pikzwarte veren, ‘s zomers met een blauwige metaalglans
- stevige, zwarte snavel
- afgeronde staart tijdens het vliegen
Op het menu
Kraaien leven in de zomer van insecten, larven en ongewervelde bodemdieren. Die pikken ze op terwijl ze over laag begroeide vlaktes lopen. In de koudere seizoenen schakelen ze over op graan, plantenresten en af en toe een muisje. Ze staan ook open voor andere, makkelijke voedselbronnen, zoals kadavers, vuilniscontainers en straatafval. Af en toe durven ze andermans nest leegroven. Kraaien zijn erg intelligent en maken gebruik van hun hersenen om aan voedsel te geraken.
Zo zijn er verschillende gevallen bekend van kraaien die okkernoten laten vallen op het wegdek in de hoop dat de schaal breekt. Af en toe lukt dat, vaak ook niet. Soms hebben ze geluk en knapt een auto het zware werk voor hen op. Ze halen de buit dan binnen als het verkeer weer stilstaat.
Leefgebied van de zwarte kraai
De zwarte kraai broedt van zuid-Spanje en Portugal tot aan het oosten van Duitsland en het noordwesten van Oostenrijk, inclusief Groot-Brittannië. In België komt de grote, zwarte vogel nagenoeg overal voor, er is geen biotoop waar hij zich niet thuis voelt. Zelfs in steden duikt hij regelmatig op om voedsel te zoeken.
Kraaienliefde
Kraaien leven in territoriale paren die het beschermen van eigen gebied heel serieus nemen. Alleen individuen met een goede conditie kunnen die taak het jaarrond waarmaken. Jonge vogels, maar ook broedrijpe vogels met een mindere conditie, hebben geen eigen territorium en zwerven rond in vrijgezellengroepen.
Eind maart of begin april begint het kraaienkoppel een nest te bouwen, hoog in een boom. Na een vijftal dagen beginnen ze aan hun enige legsel, dat bestaat uit 4 of 5 blauwbruin gespikkelde eieren. Het vrouwtje neemt het merendeel van de broedtaak op zich, terwijl het mannetje voedsel aanbrengt. De jongen pikken zich uit het ei na een kleine 3 weken en zijn klaar om uit te vliegen na 4 tot 6 weken. Ze blijven dan nog meer dan anderhalve maand in de buurt van hun ouders rondhangen.
Zwarte kraaien zijn sociaal monogaam. Dat wil zeggen dat ze een levenslange verbintenis aangaan en elk jaar opnieuw op elkaar kunnen rekenen. Toch is slechts 82% van de jongen in een nest van het eigen mannetje. Af en toe rijdt de trouwe vogel dus een scheve schaats. Vaak krijgt het kraaienkoppel hulp bij het opvoeden van hun jongen, van genetisch verwante mannetjes die hun eigen voortplanting nog wat uitstellen.
Relatie met de mens
Kraaien hebben geen goed imago en staan vooral bij landbouwers bekend als schadeveroorzakers. Bij pas ontkiemd zaad werken ze lange rijen kiemplantjes één voor één naar binnen. Ze durven ook door het plastic van kuilvoer pikken.
Bij overlast door kraaien is het enige motto dat telt: voorkomen is beter dan genezen. Een kraai verdelgen (een praktijk die nog vaak wordt aangewend) maakt plaats vrij voor een nieuwe kraai, waardoor de schade meestal niet lang wegblijft. Daarom wordt kuilvoer niet alleen met plastic afgedekt, maar ook met bijvoorbeeld een dikke laag aarde. Een dode kraai ophangen, is vergeefse moeite. Daar laat deze intelligente vogel zich amper door afschrikken!
Kraaien hebben ook zo hun goede kanten, die vaak over het hoofd worden gezien. Met hun werk als aaseter houden ze onze straten schoon van dierlijke verkeersslachtoffers en voorkomen ze de verspreiding van ziektes zoals botulisme. Bovendien kan de grote vogel heel wat insecten verzetten die we (in sommige gevallen althans) liever kwijt dan rijk zijn. Ze zijn bijvoorbeeld gek op emelten, die ook heel wat landbouwschade kunnen veroorzaken. Ook in je tuin kunnen kraaien dus hun nut hebben.
Wist je dat de zwarte kraai …
- ook een bonte neef heeft? De twee soorten sluiten elkaar grotendeels uit, waardoor de bonte kraai in België niet voorkomt als broedvogel. Als wintergast duikt hij hier wel soms op, al kan hij een echte zeldzaamheid genoemd worden.
- ongeveer even groot is als de even zwarte roek? Die laatste heeft een kaal plekje aan de basis van de snavel, waardoor je de twee soorten makkelijk uit elkaar kan houden.
- het soms gemunt heeft op vensterglas waarin hij zijn eigen spiegeling ziet? Die woede kan grote proporties aannemen, met glasschade tot gevolg. Kraaien die zich willen meten met hun spiegelbeeld, richten hun agressie op o.a. ruitenwissers en raamlijsten.