Dagboek van Pim: wachten op schattige mini-draakjes
Als natuurfilmer staat de karaktereigenschap ‘geduld’ best hoog op je CV. Maar dit keer moesten Pim en zijn assistent Mees wel héél lang wachten op resultaat. Een zwangere vuursalamander? Dit laat zich niet zomaar regisseren!
De vuursalamander is een eigenaardig beestje dat ik het afgelopen jaar erg goed heb leren kennen. Hij gedraagt zich niet zoals de meeste andere salamanders in ons land, want hij brengt bijna al zijn tijd in het bos door en leeft dus niet noodzakelijk in de buurt van water. Maar toen ik me begon te verdiepen in de voortplantingscyclus van dit geelzwarte dier, ging mijn hoofd pas echt aan het duizelen.
Zwoele herfstnachten voor de vuursalamander
Terwijl de meeste amfibieën in het voorjaar voor nakomelingen zorgen, is de vuursalamander al in de herfst op vrijersvoeten. Dat wilden we graag vastleggen voor onze natuurdocumentaire, geen sinecure met zo’n zeldzaam en veeleisend diertje. Alle omstandigheden moeten perfect zitten: een goede locatie, een beetje regen in de namiddag die stopt wanneer de avond valt, nachttemperaturen die niet onder de 10°C duiken … Gelukkig nam een ervaren tipgever ons op sleeptouw: die herfstnacht verschenen er meer dan honderd geelzwarte ‘draakjes’ op het toneel.
Koudbloedige amfibieën en reptielen zijn erg moeilijk om te filmen, want ze lijken alle tijd van de wereld te hebben. Een groot deel van de nacht doen ze gewoon niks en zit je als filmmaker met je vingers te draaien in de hoop dat er eentje in actie schiet. Voor de zekerheid filmden we die nacht dus met twee teams tegelijkertijd, zo verdubbelden we onze kans op succes.
De kers op de taart
Kort samengevat, zag ons scenario er als volgt uit: het mannetje, herkenbaar aan zijn opgezwollen cloaca, gaat op zoek naar een vrouwtje. Stoer staat hij op de uitkijk om een gewillige deerne te onderscheppen. Wanneer het nodig is, gaat hij het gevecht aan met zijn rivalen. Na de paring vertrekt het vrouwtje richting water. Daar laat ze haar lichaam onder water zakken voor een hippe onderwaterbevalling. Ze is eierlevendbarend, dat wil zeggen dat de larven meteen uit hun vliesje breken en wegzwemmen na de geboorte.
We zijn er in geslaagd om die volledige sequentie in het wild te filmen, behalve dat allerlaatste. Om de geboorte van zo’n larve in beeld te brengen, moet je je camera met macrolens heel dichtbij in het ondiepe water kunnen opstellen. We hebben het niet eens geprobeerd, want het zou deze zeldzame dieren te hard verstoren. Toch zou dat ene shot dé kers op de taart betekenen van ons vuursalamander-verhaal, dus begonnen we rond te bellen.
Slapeloze nachten met Christy
Er zat immers maar één ding op en dat was het maken van een studio-opstelling waarin we een vrouwtje in alle rust konden laten bevallen. Alleen … mag je niet zomaar een vuursalamander uit het wild meenemen. De dieren staan onder zo’n grote druk, dat ze de allerhoogste bescherming genieten. Alleen vuursalamanders die in gevangenschap geboren zijn - en die dus voorzien zijn van de nodige certificaten en vergunningen - kwamen in aanmerking. Uiteindelijk vonden we een salamanderspecialist die bereid was een drachtig vrouwtje uit te lenen voor dit ambitieuze project.
We kregen er meteen nog een hele hoop tips bovenop voor het aanleggen van een geschikt terrarium. Niemand kon ons immers vertellen of dit project kans op slagen had, maar aan onze voorbereidingen zou het alleszins niet liggen. We gingen de uitdaging aan en bouwden in mijn garage een prachtige habitat voor ons vrouwtje, dat we Christy doopten. Helaas wist niemand wanneer Christy precies in arbeid zou gaan én hoe lang dat dan zou duren. Het enige dat we wisten, is dat het ‘s nachts zou moeten gebeuren. Dus gingen we overdag verder met het filmen van allerlei ander wild, om ‘s nachts post te vatten bij Christy. Die eer viel vooral mijn assistent Mees te beurt, een notoire diepslaper die zelfs met een wekker om de 45 minuten telkens weer in slaap dommelde. Mijn held, want zelf zou ik letterlijk geen oog dichtdoen aan dat moordende ritme!
Mees sliep een week lang naast het terrarium, zonder resultaat. In week twee waren we al iets lakser en lieten we wat meer tijd tussen de wekbeurten, maar nog steeds weigerde Christy elke vorm van medewerking. Toch leek ze het naar haar zin te hebben: ze at het voedsel dat we haar gaven, ging op jacht, … ze gedroeg zich kortom zoals een vuursalamander zich hoort te gedragen.
“Da’s kak!”
Soms moet je je tomeloze ambitie opzij zetten en je neerleggen bij de situatie. Na twee vruchteloze weken besloten we dan ook een afspraak te maken om Christy terug naar haar eigenaar te brengen. Die had pas enkele dagen later tijd om ons te ontvangen, dus bleef ze nog even in mijn garage logeren. En ja hoor, net toen we eigenlijk alle hoop hadden opgegeven, maakte Mees mij wakker omdat er leven in de brouwerij kwam. Bij de eerste larve was er nog even wat onduidelijkheid. “Da’s kak!”, zei Mees stellig, om zich iets later te herpakken: “Of nee, toch een larve!”
De schattige mini-draakjes kwamen ter wereld in een klein vliesje, waaruit ze zich binnen enkele minuten moesten bevrijden. Het was zo’n cool beeld, dat krijg je anders nooit te zien! Christy gaf niet in één nacht al haar geheimen prijs en al snel ontdekten we haar bioritme: in de vroege avond zette ze enkele larven af, om ons daarna weer naar bed te sturen. Zo hebben we een nacht of vijf, in pyjama, telkens enkele geboortes kunnen filmen. Het kostte ons erg veel tijd en energie, maar het resultaat is meer dan de moeite waard. Zoiets unieks kan je onmogelijk in het wild filmen, maar het maakt ons verhaal helemaal af.