Gouden tor
De mooiste kevers van onze natuur
Kevers kunnen zelden op dezelfde waardering rekenen als andere, meer opvallende organismen, maar ze vormen een onmisbare schakel in onze natuur. Heel wat keversoorten houden zich immers bezig met het omvormen van organisch afval tot waardevolle voedingsstoffen die ze teruggeven aan het ecosysteem. En hoewel we hier bij Onze Natuur fan zijn van zowat alle kriebelbeestjes, moeten we toegeven dat er onder de kevers enkele exemplaren rondvliegen met een wel heel bijzondere lichaamsbouw. Ben jij nog niet overtuigd? Deze topmodellen verdienen zonder twijfel een plekje op de chicste catwalk!
Vliegend hert
Natuurlijk openen we het defilé met onze allergrootste kever: het vliegend hert. De impressionante kaken van het mannetje maken meteen duidelijk waarom we hem opvoeren in dit artikel. Maar hoe groot die kaken ook zijn - tot een derde van de lichaamslengte van het insect - ze zijn een schoolvoorbeeld van de bekende quote ‘size doesn’t matter’, want voor het mannetje dienen die kaken tot niets meer dan pure bluf. Hoewel het vliegend hert er zijn tegenstander mee kan omgooien om tijd te winnen om in de gratie van een vrouwtje te vallen, is hij niet in staat om echte schade aan te richten met z’n handelsmerk.
Gouden tor
Ook België heeft zijn eigen ‘juweelkever’ en dan hebben we het niet over de dode exemplaren die Jan Fabre tegen het plafond van het koninklijk paleis prikte. Onze gouden tor is overigens geen juweelkever pur sang, maar een bladsprietkever met prachtige reflecties in iriserend metaalgroen. Hij meet slechts 13 tot 20 mm en is vrij zeldzaam in ons land, maar met een beetje geluk kan je hem van juni tot augustus aantreffen al badend in de zon. Als liefhebber van stuifmeel voedt de gouden tor zich met de meeldraden van vlierbes, meidoorn en wilde roos, maar ook rijp fruit vormt een dankbare voedselbron. De larven focussen zich op de afbraak van plantenresten en recycleren zo organisch afval.
Grote glimworm
Je leest het goed: ook de glimworm (of het vuurvliegje) is eigenlijk een kever. Zijn lichaamsbouw is niet de meest aantrekkelijke, maar hij heeft één onmiskenbare troef: licht geven zonder stopcontact! Bij de grote glimworm schitteren de vrouwtjes het hardst. Vleugels hebben ze niet, maar ze gebruiken een onweerstaanbare truc om mannetjes te verleiden zonder hun stekje te verlaten. Wie dit spektakel wil aanschouwen, weert kunstlicht best uit zijn tuin. Zo zijn de condities het allerbest om het lichtballet van de glimworm vanop de eerste rij mee te maken.
Neushoornkever
Maak plaats voor dit mannetje met de allerstoerste looks. Zijn gelijkenis met een neushoorn beperkt zich tot de imposante hoorn op zijn hoofd, maar echt gevaarlijk is hij enkel voor soortgenoten die zich tot hetzelfde vrouwtje aangetrokken voelen. Net als het vliegend hert gebruikt de neushoornkever zijn geheim wapen om rivalen op te tillen en op de grond te werpen. Voor beten, knepen of steken hoef je echter niet bang te zijn. Wil je op safari gaan in eigen tuin en deze eyecatcher spotten? Laat dan wat dood hout liggen, de favoriete maaltijd van de neushoornkever.
Meikever
Wie valt er niet als een blok voor het schattige snoetje van de meikever? De waaiervormige antennes van het mannetje en het laagje dons op hun lichaam geven de meikever een erg aaibaar uiterlijk. Helaas wordt dit insect niet graag gezien door de meeste tuinders, omdat zijn larven echte veelvraten zijn. Ook de adulten kunnen trouwens heel wat voedsel verzetten: wanneer ze met velen zijn, vreten ze met gemak een volledige boom kaal. Ben je geen plant, dan hoef je niks te vrezen van deze harige kever. Als symbool voor het mooie weer duikt de adulte meikever vooral in mei op, maar zijn larven zijn het jaarrond onder de grond aanwezig.
Tienvleklieveheersbeestje
Jep, ook lieveheersbeestjes zijn rasechte kevers! En hoewel we vooral gewend zijn aan rode bolletjes met zwarte stippen, komen ze in allerlei kleuren voor. Bij dit exemplaar wordt elk dekschild gesierd door 5 witte stippen. Net als veel van zijn neven en nichten, doet het tienvleklieveheersbeestje zich tegoed aan bladluizen, wat hem een dankbare bondgenoot van tuiniers maakt. De soort leeft zowat over het ganse land verspreid, met een voorkeur voor parken en tuinen.
