Een mini-vijver in 10 simpele stappen
Waterpartijen zorgen voor een explosie van wild leven in je tuin: fascinerend én rustgevend. Wist je dat er zelfs in een stadstuin of op een terras plaats is voor een mini-vijver? Met deze tips zit je in enkele uren tijd met je voeten aan het water!
1. Kies een ‘vijver’
Een miniatuurvijver hoef je niet in te graven, je kan hem ook óp de grond zetten. Recycleren is hip, ga dus op zoek naar een waterdicht reservoir (minstens 30 cm diep en met een inhoud van 50 liter) dat er liefst nog een beetje leuk uitziet ook. Wat dacht je van een half houten vat, een grote metalen emmer, een zinken teil of zelfs een oud bad of oude gootsteen?
Je kan er natuurlijk ook voor kiezen om je mini-vijver in te graven, dan kan je gaan voor een kant-en-klare vijverbak. Een ingegraven vijvertje is minder gevoelig aan temperatuursverschillen en trekt ook dieren aan die over land komen. Toch heeft ook een verplaatsbare vijver zo zijn voordelen: je kan hem altijd het meest optimale plekje geven.
2. Begin met een schone lei
Binnenkort zal er vanalles beginnen groeien in je miniatuurvijver, toch begin je best met een leeg blad. Maak het reservoir daarom grondig schoon met water en azijn. Op die manier verwijder je zeepresten, maar ook achterblijvend organisch materiaal.
3. Zoek naar de geschikte plek voor je mini-vijver
In de halfschaduw komt je kleine vijver het best tot zijn recht. In de volle zon warmt hij te snel op en krijgen algen vrij spel.
4. Een goede bodem brengt leven in je vijver
Voorzie op de bodem van je vijvertje een laag van 10 cm met ‘substraat’. Dat kunnen lavakorrels, kiezelsteentjes, zand of grind zijn. Zo’n laag is ideaal voor goede bacteriën die het water mee zuiveren. Bovendien kunnen kleine waterdieren erin schuilen.
5. Zorg voor hoogteverschillen
Je wil natuurlijk leven in je vijver krijgen, maar dan moet je er ook voor garant staan dat dieren makkelijk in en uit je vijver kunnen. Gebruik oude bakstenen om plateaus te maken waarlangs dieren makkelijk in en uit je vijvertje geraken. Ook kan je zo planten op verschillende hoogtes plaatsen. Een drijvend stuk hout wordt graag gebruikt door amfibieën. Een ‘staplaats’ op niet meer dan 2 cm onder het wateroppervlak, is dan weer ideaal om badderende vogels aan te trekken.
6. Vullen met water
Je mini-vijver is nu helemaal klaar om gevuld te worden! De meest ecologische oplossing is het gebruik van regenwater, al is de zuurgraad ervan minder geschikt voor sommige planten. Kalk is dan weer wél welkom in je vijver en dat zit voldoende in leidingwater.
7. Kies voor inheemse planten
Tover je kleine vijver nu om tot een groen paradijsje, maar zonder te overdrijven. Waterplanten groeien snel, soms té snel! Kies daarom liever voor wat meer ‘bescheiden’ plantensoorten. Ook voor drijvende planten zoals kikkerbeet of een witte waterlelie is er zeker plaats in je mini-vijver. Zorg dat je de planten op de juiste diepte plaatst, liefst in een doorlatend vijvermandje. In de diepste delen plaats je zuurstofplanten, in de ondiepe delen moerasplanten. Kies nooit voor uitheemse planten. Zij hebben de neiging om in geen tijd je ganse vijver over te nemen! Planten die geschikt zijn voor je mini-vijver:
-
watermunt
-
watervergeet-mij-nietje
-
grote en smalle waterweegbree
-
moerasspirea
-
aardvederkruid
-
gedoornd hoornblad
-
dotterbloem
-
waterdrieblad
8. Geen vissen, wel amfibieën
In een mini-vijver is geen plaats voor siervissen. Hun uitwerpselen maken het water troebel en zijn een feestmaal voor ongewenste algen. Kikkers en salamanders zijn wel welkom, net als insectenrovers zoals libellen en waterkevers. Die maken trouwens maar wat graag alle muggenlarven een kopje kleiner. Een waterpartij zonder muggenoverlast kan dus wel degelijk! Om ervoor te zorgen dat amfibieën niet alleen uit, maar ook in je vijver geraken, voorzie je aan de buitenkant best een ‘trapje’.
9. Draag zorg voor je mini-vijver
Hou het waterniveau goed in de gaten en vul je vijver tijdig weer bij. In de zomer daalt het wateroppervlak erg snel door verdamping. Hou je waterplanten in toom door ze te snoeien of uit te dunnen. Wanneer ze volop kunnen groeien, halen ze voedingsstoffen uit het water en krijg je een gezonde vijverkringloop. Geef je kleine vijver één keer per jaar een grote schoonmaakbeurt.
10. Wat doe je in de winter met je mini-vijver?
De zomer moet nog beginnen en wij beginnen al over de winter? Toch is het goed om nu al na te denken over je winterplannen. Omdat een mini-vijver - wel euhm - mini is, bevriest hij snel. Check dus zeker of je reservoir vorstbestendig is én of je planten winterhard zijn. Is dat laatste niet het geval, verhuis dan bijvoorbeeld je planten tijdelijk naar een vorstvrije plaats in een emmer.
