Hoe vinden vissen een school?
De grote vakantie lonkt, maar toch blikken we al even vooruit naar 1 september. Heb jij al een geschikte school gevonden voor je kroost? De tijd dat je vóór dag en dauw in je slaapzak voor de schoolpoort moest overnachten om je kinderen een plekje op de schoolbanken van jouw voorkeur te garanderen, ligt gelukkig achter ons. Toch is het zoeken naar een goede school in de buurt voor heel wat ouders nog steeds een stresserende aangelegenheid. Hoe pakken vissen dat eigenlijk aan? Onze Natuur-fan Dorien vroeg het zich af, wij zochten het antwoord!
Samen sterk
Het feit dat vissen zich in een school voortbewegen, heeft niets met hun leergierigheid te maken. Ze doen dit om zich minder kwetsbaar op te stellen voor aanvallen van roofdieren: een vis die in z’n eentje rondzwemt, is een makkelijke prooi voor eventuele kapers op de kust, terwijl een grote groep vissen bij elkaar al snel een intimiderende indruk maakt. Omdat ze zo mooi synchroon samen bewegen, zijn ze in staat hun belager een rad voor ogen te draaien – ze lijken wel één grote, afschrikwekkende megavis! Bovendien zwemmen vissen in een school veel gestroomlijnder of ‘hydrodynamischer’ dan een vis alleen, omdat ze in het kielzog van hun voorliggers kunnen meeliften. Dat maakt dat ze met minder energieverbruik veel grotere afstanden kunnen afleggen dan een solozwemmer. Handig tijdens de migratie!
Van de meer dan 20.000 bekende vissoorten op aarde zal zo’n 80% op een bepaald moment in de levenscyclus in een school leven. Bij sommige soorten zijn het alleen de kwetsbare juvenielen die zich in groep voortbewegen, andere soorten zoeken elkaar net op wanneer ze ouder zijn. Vaak begint het met een paartje dat beslist om samen door het (onderwater)leven te gaan, waarna ze zich gaandeweg aansluiten bij grotere groepen van dezelfde soort. Maar hoe weten ze dan of ze met een school soortgenoten te maken hebben?
Vissen met een lijfgeur
Om een school vissen van dezelfde familie op te sporen in de uitgestrekte oceaan, hebben ze weinig aan hun grote ogen, die vooral van nut zijn om voedsel in hun nabije omgeving te zoeken. Soortgenoten detecteren die een heel eind verderop zwemmen, doen vissen daarentegen met hun chemosensorisch systeem. Misschien zal het je verbazen, maar een vis kent zijn eigen geur heel goed en kan die dan ook herkennen bij andere vissen. Waar een vis leeft en wat hij eet, heeft een grote invloed op zijn ‘lijfgeur’ – net als bij mensen eigenlijk – en dit maakt het gemakkelijk voor een vis om andere individuen uit dezelfde microhabitat te onderscheiden. Waarom het voordelig is om je aan te sluiten bij een groep uit dezelfde ‘buurt’? Wetenschappelijk onderzoek moet dit nog bevestigen, maar volgens professor Ashley Ward van de University of Sydney is de kans groot dat het te maken heeft met de belangrijke, lokale kennis die zo’n school bezit over waar je de beste eet- en schuilplekken kan vinden. Daarom laat je je op reis ook altijd het beste gidsen door een local!
Op dezelfde manier gaan vissen trouwens op zoek naar een geschikte partner, al verkiezen ze in dat geval net een exemplaar dat een tikkeltje anders ruikt. Als het gaat om de toekomstige vader of moeder van je kinderen, wil je als koppel genetisch gezien namelijk niet té identiek zijn. Dat zou de immuunresponsen van het nageslacht namelijk niet ten goede komen. Vissen die het niet zo begrepen hebben op monogamie, zullen bovendien partners waar ze eerder mee hebben gepaard, vermijden. Want ja, ook dat kunnen ze ruiken!