Hoe vossen vissen? Het ingewikkelde seksleven van een vis
Elk levend wezen moet zich op een of andere manier voortplanten, en dat geldt dus ook voor vissen. Wat mogen we ons voorstellen bij de voortplanting van vissen?
De onderwaterwereld is een moeilijk onderzoeksterrein en blijft deels een groot mysterie. Gelukkig zijn er toch een aantal wetenschappers die zich verdiept hebben in de wondere wereld van vissenseks.
Meesters in verleiding
Ook onder water barst de strijd om de ideale partner elk jaar opnieuw hevig los. Om eruit te springen gebruiken vissen verschillende technieken. De driedoornige stekelbaars en de bittervoorn trekken hun mooiste baltskostuum aan. Andere mannelijke vissoorten, zoals de riviergrondel, barbeel, brasem en modderkruiper, gooien het over een andere boeg. Ze ontwikkelen paaiknobbels op hun kop, flanken en vinnen. Deze knobbels zijn hun ultieme verleidingstruc om een vrouwtje te veroveren.
Sommige vissen vertrouwen dan weer op hun bouwkundige vaardigheden. Met de bouw van een een stevig en veilig nest bewijzen ze hun toewijding voor de relatie en toekomstige jongen. Op dit vlak is de driedoornige stekelbaars een echte uitslover. Hij bouwt verschillende nesten om potentiële partners te imponeren. Ook de snoekbaars doet er alles aan om het nest van zijn jongen veilig te houden.
Zalmachtigen keren de rollen om. Bij de zalm, forel en beekridder zijn het de vrouwtjes die instaan voor de versiering. Ze graven hiervoor een paaikuil om later hun eieren af te zetten.
Mannetje van driedoornige stekelbaars in baltskostuum
Een vroege huwelijksreis
Het concept ‘huwelijksreis’ is niet onbekend bij vissen. Met het verschil dat vissen al vertrekken nog voor ze hun bruid of bruidegom ontmoet hebben. Veel vissen veranderen namelijk van omgeving om te paren of eieren af te zetten. Door te migreren ontlopen ze de concurrentie en hebben ze meer kans op voldoende voedsel. Trekvissen, ook wel diadrome vissen, ruilen het binnenwater in voor de zee of omgekeerd. We onderscheiden twee soorten: de anadrome en katadrome vissen.
O.a. zalm en forel behoren tot de anadrome vissen. Zij brengen het grootste deel van hun leven door in open zee en zwemmen de rivier op om zich daar voort te planten. Het omgekeerde gebeurt ook. Paling is een voorbeeld van een katadrome vis die van zoet water naar de zee migreren wanneer ze geslachtsrijp zijn.
Het wordt nog indrukwekkender: trekvissen slagen erin om elk jaar opnieuw dezelfde paaigrond terug te vinden. Die paaigrond is een gebied waar ze met soortgenoten samenscholen om kuit te schieten. De ene vis gebruikt zijn reukzin als kompas, de andere gebruikt magnetische velden en nog andere vissen volgen simpelweg de stroming.
En dan nu: paartijd!
Nu komen we tot de kern van de zaak: de paring. Als een mannetje en een vrouwtje voor elkaar kiezen, gaan ze vrijwel meteen over tot de daad. Bij de meeste vissen gebeurt de bevruchting extern: het vrouwtje legt haar eieren en het mannetje bevrucht de eieren door zijn sperma af te geven in hetzelfde water. Sommige zorgzame ouders blijven bij hun bevruchte eieren, en later bij de jongeren, om ze te beschermen. Anderen laten hun toekomstige kroost aan het lot over.
Er zijn ook vissen die inwendig bevruchten, zoals de rog of de haai. Deze mannetjes hebben een speciaal ‘copulatieorgaan’ (Pterygopood of ‘clasper’) aan hun buikvin hangen waarmee ze hun sperma kunnen overbrengen naar het vrouwtje. Zeldzamer zijn levendbarende vissen. Hun jongen vormen zich volledig in het lichaam van de moeder. In dit geval bevruchten de mannetjes hun partner met behulp van een gonopode of spermatopode, een omgevormd spermakanaal.
Soms is het zelfs niet nodig dat man en vrouw aanwezig zijn bij de voortplanting. In zeldzame gevallen zijn wijfjes in staat jongen op de wereld te zetten zonder mannelijk genetisch materiaal, door maagdelijke of ongeslachtelijke voortplanting (parthenogenese). Deze bijzondere voortplantingswijze is al waargenomen bij o.a. vrouwelijke haaien in gevangenschap die lange tijd zonder mannetjes leefden. Ook bij goudvissen gebeurt het.
Onlangs hebben Portugese onderzoekers ook een geboorte waargenomen van een Squalius alburnoides, een straalvinnige vis uit de Karperfamilie, met precies hetzelfde genetisch materiaal als zijn vader, en dus zonder DNA-materiaal van zijn "moeder". Dit is tot dusver een uniek geval van androgenese bij gewervelde dieren. De theorie van de wetenschappers klinkt als volgt: de spermatozoïde ontmoette een eicel zonder genetisch materiaal, of het vrouwelijke materiaal werd geëlimineerd na de bevruchting.
Squalius alburnoides
Speciaal geval: hermafroditisme
Hermafrodiete vissen maken de voortplanting bij vissen nog een stuk complexer. Sommige vissen zijn in staat om tijdens hun leven een of meerdere keren van geslacht te veranderen. Ze beginnen hun leven als man en worden vrouw (protandry) of starten als vrouw en leven verder als man (protogyny). Deze vissen veranderen van geslacht met een goede reden: het andere geslacht ligt in sommige leefomstandigheden of op sommige momenten beter ‘in de markt’. Bij soorten waar slechts één dominant mannetje zich kan voortplanten, is het voor de andere mannetjes gemakkelijker en slimmer om als vrouw door het leven te gaan, zodat ook zij hun genetisch erfgoed kunnen doorgeven. Anderzijds, wanneer het dominante mannetje sterft, zal één van de wijfjes zijn plaats innemen en het nieuwe dominante mannetje worden. Soms is geslachtsverandering ook gelinkt aan leeftijd. Zeekarpers worden allemaal geboren als vrouw en worden mannelijk op 7-jarige leeftijd.
Voor een aantal vissoorten geldt ook: hoe groter het vrouwtje, hoe meer eieren. In dit geval gebruiken vissen protandry (geslachtsverandering van man naar vrouw) om het voortbestaan van de hele soort veilig te stellen.