Nieuwe brandtoren beschermt Kalmthoutse Heide
Of een natuurbrand uitgroeit tot een natuurramp, hangt o.a. af van de snelheid waarmee de brandweer kan beginnen blussen. Het is dan ook cruciaal om beginnende brandhaarden zo snel mogelijk op te sporen. Waar vuur is, is rook, en die kan je vaak al van ver opmerken - als je een goed overzicht hebt over de omgeving tenminste. In het Grenspark Kalmthoutse Heide wordt daarom dit weekend een gloednieuwe brandtoren in gebruik genomen, vanwaar vrijwilligers het 6.000 ha grote natuurgebied volledig kunnen overzien.
Vera Milis, gepensioneerd preventieadviseur en vrijwilligerscoördinator van de Kalmthoutse brandtorenwachters, kijkt uit naar haar nieuwe werkplek: “Onze vorige toren dateert nog van 1981, hij werd opgericht na de verwoestende brand in het extreem droge jaar ‘76. Eerlijk gezegd was het de laatste tijd niet leuk meer om de wacht te houden: de oude cabine was kil, we kampten er regelmatig met vervelende insecten en de kooiladder maakte dat je met het minste pijntje aan je hand of kleine teen de toren niet meer kon bereiken. Bovendien merkten de brandweer en hulpdiensten bij de laatste brand dat de toren nét niet hoog genoeg was om goed te kunnen communiceren met elkaar.”
Nieuwe brandtoren ook toegankelijk voor toeristen
Dat er een nieuwe uitkijkpost moest komen, was al enkele jaren duidelijk, maar de bouw ervan liep vertraging op door - hoe kan het ook anders - de coronacrisis. “Maar in het najaar konden we eindelijk beginnen bouwen en het resultaat mag er zijn. Onze brandwachterspost zit nu op een hoogte van 30 meter, dat is 5 meter hoger dan vroeger. We kunnen onze cabine nu gewoon met de trap (170 treden) bereiken, wat de toegankelijkheid ten goede komt. Bovendien mogen ook toeristen gebruik maken van twee uitkijkplatformen met informatieborden, al zijn ze niet tot op de bovenste verdieping welkom.”
“Twee strategisch geplaatste hekken moeten ervoor zorgen dat natuurliefhebbers onze vrijwilligers niet kunnen storen”, licht Vera toe. “Onze job komt met een torenhoge verantwoordelijkheid, pottenkijkers kunnen ons uit onze concentratie halen. We werken in shiften die tot 4 uur kunnen duren en al die tijd scannen we continu de omgeving. In principe hoeven we niets anders te doen dan aandachtig rondkijken, maar ik kan je verzekeren dat dat energie vreet. Maar wees gerust: enkele meters lager is het uitzicht nog steeds de moeite om eens langs te komen!
Wanneer wordt de brandtoren bemand?
Vera staat in voor de planning van de vrijwilligers, maar wie ingeroosterd wordt, moet niet per se opdraven tijdens zijn shift. “We beschikken momenteel over een team van ongeveer 30 vrijwilligers. Omdat we vanaf dit jaar 3 wachten per dag vervullen, kunnen we alle hulp gebruiken. Onlangs zijn we daarom gestart met het stelselmatig opleiden van nieuwe geïnteresseerden. Twee maanden op voorhand vraag ik aan iedereen om zijn beschikbaarheden door te geven, zodat ik aan de puzzel kan beginnen. In een online document vul ik dan in wie wanneer van wacht is.”
“Het is de boswachter die de knoop doorhakt of er op een bepaalde dag een torenwachter nodig is”, gaat Vera verder. “Dat hangt van verschillende factoren af. Hij kijkt o.a. naar gegevens die hij van Defensie doorkrijgt over de droogte en het weertype, maar ook de hoeveelheid volk die in het natuurgebied verwacht wordt, heeft een invloed op de mate waarin we alert moeten zijn. Tijdens de coronadrukte waren we bijvoorbeeld extra voorzichtig, omdat er zoveel volk op de been was. Kort door de bocht kan je stellen dat we vanaf code geel - de laagste branddreiging - paraat moeten staan. Onze vrijwilligers kunnen ‘s morgens rond 9u online lezen of ze in de brandtoren verwacht worden of niet. In periodes van langdurige droogte is die informatie natuurlijk de avond tevoren reeds bekend.”
Hoe wordt de locatie van een brand bepaald?
Wanneer een rookpluim opgemerkt wordt door één van de vrijwilligers, neemt die meteen contact op met de brandweer van Wuustwezel. “Alleen samen zijn we in staat om de exacte plaats van een brand in het grote natuurgebied aan te duiden. In het midden van onze cabine staat een pelorus of kompasroos waarmee we heel precies de exacte windrichting van een brand kunnen bepalen. De brandweer doet hetzelfde vanop een hoge brandladder. Het snijpunt van die twee windrichtingen is de plaats waar ze meteen naartoe moeten. Hoe urgenter de kleurcode, hoe meer manschappen er klaar staan om uit te rukken.”
Gelukkig hoeven de torenwachters op de meeste dagen geen brand te melden, maar ondertussen zien ze wel vanop de eerste rij andere zaken gebeuren in hun geliefde Kalmthoutse Heide. “Uiteraard zijn wij niet gemachtigd om in te grijpen bij overtredingen, maar het gebeurt wel dat wij de boswachter bellen om onregelmatigheden te melden. Vanuit onze toren kunnen we bijvoorbeeld perfect zien wanneer iemand zich in het broedgebied begeeft - een bijzonder kwetsbaar stukje natuur waar de rust gewaarborgd moet worden. En van die rust, daar genieten wij mee van. Het vergt veel concentratie om de toren te bemannen en we nemen onze plicht bloedserieus, maar dat neemt niet weg dat het een waar privilege is om telkens weer vier uur lang dat prachtige, groene deel van België te mogen bewonderen.”