Konikpaarden in het Westhoekreservaat
Oog in oog met grote grazers
Om wilde zoogdieren te spotten, moet je vaak wat geluk hebben. Een ontmoeting met een viervoetige ‘natuurarbeider’ is misschien minder uniek, maar geen mens blijft er onverschillig onder. In ruil voor het afwisselende voedsel in onze natuurgebieden verrichten runderen, paarden, schapen en zelfs ezels er belangrijk beheerswerk. Ze maaien het gras op een natuurlijke manier en doen tegelijkertijd aan bemesting. Onze Natuur zocht uit hoe dat precies in z’n werk gaat, wat je te doen staat als je een kudde tegenkomt én op welke plekken je de dieren zelf aan het werk kan zien.
Ze zijn niet wild in de strikte zin van het woord, maar je kan hen ook niet echt beschouwen als landbouwdieren - al vallen ze in de meeste gevallen wel onder die wetgeving. De grote grazers vallen aan beide zijden van het spectrum uit de boot en moeten daarom aan heel specifieke eisen voldoen.
Vriendelijk, maar niet opdringerig
Omdat grazers de natuur delen met wandelaars en andere recreanten, is het belangrijk dat ze ongevaarlijk zijn voor mensen. Om het risico te beperken kiest men meestal voor runderrassen zonder hoorns. De meeste kuddes bestaan uit vrouwelijke en jonge dieren. De mannetjes verblijven elders, zodat ze geen amok kunnen maken maar ook om de voortplanting beter te kunnen reguleren.
Ook de natuurbezoekers zelf hebben een belangrijke verantwoordelijkheid. Als men telkens weer de dieren probeert aan te raken of te voederen, raken ze gewend aan mensen. De kans bestaat dat de grazers het gezelschap van mensen gaan opzoeken en zelfs opdringerig diens zakken en tassen proberen te inspecteren. Het is nooit een goed idee om door een kudde te wandelen en zeker niet om tussen moeder en kind te gaan staan. Daarom geldt op veel plekken de regel om altijd 25 m afstand te houden. Staan de dieren toevallig op jouw pad? Dan wacht je even en geniet je van de belevenis. Honden blijven in begrazingsgebieden steeds aan de leiband of zijn soms geheel niet toegelaten.
Gallowayrunderen aan het Zwartwaterven
Robuust en zelfredzaam
De grazers in onze natuurgebieden worden niet zomaar aan hun lot overgelaten. Ze worden wel degelijk in de gaten gehouden en vakkundig medisch opgevolgd. Toch is het de bedoeling dat ze zoveel mogelijk zonder tussenkomst van mensen overleven. Ze zoeken zelf hun kostje bij elkaar en trotseren weer, wind, regen en zonneschijn. Daarom wordt er gekozen voor robuuste rassen die dichtbij de oorspronkelijke bewoners van onze contreien staan. Die rassen kunnen bijvoorbeeld zelfstandig jongen werpen, zonder assistentie van een dierenarts.
Hoe helpen grote grazers de natuur?
Als je een open landschap zijn gang laat gaan, zal het al snel verruigen. Er ontstaan struiken en bomen, met bosvorming tot gevolg. Op sommige plaatsen is het net gewenst om een open landschap te behouden en dan kunnen grazers een handje helpen. Ze houden de begroeiing permanent kort, terwijl je met maaimachines telkens cyclussen doormaakt van hoge en lage begroeiing. Ook kunnen dieren bepaalde plekken makkelijker bereiken, maar laten ze ook stukken verruigen zodat het landschap meer varieert. Dat laatste is een grote plus voor de biodiversiteit.
Er zijn twee werkwijzen te onderscheiden: jaarrond begrazing en seizoensgebonden begrazing. In het eerste geval blijven de dieren in alle seizoenen ter plaatse en vormen ze een permanent onderdeel van het gebied. Soms wordt een deel van de kudde in de winter weggehaald, om de begrazingsdruk te verlagen. Bij seizoensgebonden begrazing worden de dieren gebracht naar de plek waar het nodig is. Zo zet men bijvoorbeeld schapen in om de biomassa te verlagen, wat het machinaal maaien minder intensief maakt.
Kempense schapen in Tenhaagdoornheide
Waar kan je grote grazers tegenkomen?
Wie zelf eens oog in oog wil staan met een werkkracht op vier voeten, kan o.a. op volgende locaties terecht:
West-Vlaanderen
- Knokke: schapen, geiten, konikpaarden en Schotse hooglanders in de Zwinduinen en -polders.
- Koksijde: Shetlandpony’s en ezels in Doornpanne - Hoge Blekker.
- Ruiselede: gallowayrunderen in Gulke Putten.
- Waardamme: gallowayrunderen in Doeveren.
- De Panne: konikpaarden en Schotse hooglandrunderen in De Westhoek.
Limburg
- Maasmechelen: een herder met schapen in Nationaal Park Hoge Kempen, runderen aan de Duivelsberg en paarden in de Vallei van de Kikbeekbron.
- Hasselt: gallowayrunderen in domein Kiewit.
- Hechtel-Eksel: aberdeen-angusrunderen, Noorse fjordenpaarden en een herder met Drentse heideschapen in de Vallei van de Zwarte Beek.
- Pelt en Lommel: gallowayrunderen in Hageven - De Plateaux en runderen en schapen in het Hobos.
- Zonhoven: schapen in de Teut en Ten Haagdoorn.
Vlaams-Brabant
- Holsbeek: konikspaarden op de Beninksberg.
- Scherpenheuvel-Zichem: Shetlandpony’s en gallowayrunderen in de Demerbroeken.
- Geetbets: gallowayrunderen in Aronst Hoek.
Antwerpen
- Kalmthout: schapen, gallowayrunderen koeien en IJslandse paarden in de Kalmthoutse Heide.
- Mol: Noorse fjordenpaarden en Schotse hooglandrunderen in De Maat.
- Turnhout: gallowayrunderen in Klein Kuylen en in het Turnhouts Vennengebied.
- Oud-Turnhout: konikpaarden, Shetlandpony’s en Kempische heideschapen in Landschap de Liereman.
- Mechelen: konikpaarden en gallowayrunderen in het Robbroek.
- Bornem: konikpaarden en gallowayrunderen op het Noordelijk Eiland.
- Beerse: gallowayrunderen en schapen in het zuidelijke deel van de Abtsheide en op de Poelberg.
- Hoboken: gallowayrunderen in de Hobokense Polder.
Oost-Vlaanderen
- Aalst: gallowayrunderen in het Osbroek.
- Buggenhout: gallowayrunderen in het Buggenhoutbos.
- Wichelen: gallowayrunderen in de Wijmeers.
- Aalter: konikspaarden, gallowayrunderen en een herder met schapen in het Drongengoedbos.
- Oudenaarde: paarden en runderen in Bos t’Ename.
- Brakel: runderen en Exmoorpony’s in ‘t Burreken.
- Wachtebeke: runderen in het Heidebos.