Uitgetest: rolstoelvriendelijk wandelpad in natuurdomein Keiheuvel
Wandelen houdt je jong, daar twijfelt geen mens aan. Maar wat als je op een zekere leeftijd niet meer zo vlot over grillige boomwortels en glibberige rotspaadjes manoeuvreert? Gelukkig is er vandaag steeds meer aandacht voor toegankelijke wandelpaden, zodat ook gebruikers van rolstoelen en rollators een frisse neus kunnen halen in onze mooie natuur. De gemeente Balen sloeg voor het project ‘Natuur in je buurt’ de handen in elkaar met WZC Orelia Keiheuvel en legde een prachtig parcours voor jong en oud aan.
Keer op keer word ik overspoeld met ongelovige reacties wanneer ik in gezelschap enthousiast vertel over mijn hoogbejaarde grootmoeder van inmiddels 92 jaar, die nog steeds met gemak een uur gaat wandelen. Mét rollator weliswaar – een model met stevige banden dat geschikt is voor alle terreinen, want mijn oma houdt van de Kempense dennenbossen en heidegebieden waartussen ze is opgegroeid. Natuurdomein Most-Keiheuvel was al een geliefkoosde plek in de jaren 1930 en 1940, toen ze als jong meisje samen met de hele familie regelmatig een picknicklaken uitspreidde in de duinen.
En ook voor mijzelf is het natuurgebied van de Keiheuvel geen onbekende … Als kind op vakantie bij oma en opa was dit paradijs vol wit zand en geurige dennenbomen voor mij écht de hemel op aarde. Ik heb er geravot tot de gaten in mijn ‘buitenspeelbroek’ niet meer te herstellen waren. Na al die jaren kijk ik er enorm naar uit om, met mijn oma als gids, die wonderlijke plek opnieuw te bezoeken. Op naar de Keiheuvel, dus!
Een reis door de tijd via de beleeftuin
Herinneringen zijn onlosmakelijk verbonden aan bepaalde plaatsen, mensen en geuren. Zeker voor ouderen is het belangrijk om die connectie met het verleden levend te houden. In het WZC Orelia Keiheuvel verblijven tal van senioren die, net als mijn oma, zijn opgegroeid met gezinsuitstapjes naar het bijzondere natuurgebied dat zich pal achter het woonzorgcentrum uitstrekt. Van het indrukwekkende uitzicht konden de bewoners al langer genieten, maar toegang tot het domein lag ietsje moeilijker … De onverharde wandelpaden waren niet geschikt voor mensen die door ouderdom of fysieke beperking wat minder mobiel zijn. Met de inhuldiging van een verhard, rolstoelvriendelijk en lusvormig pad van 1,3 kilometer is daar vorig jaar dus verandering in gekomen.
De infrastructuur is nog splinternieuw wanneer we arriveren, en ook de nodige bewegwijzering voor de parking lijkt nog niet helemaal op punt te staan. Op aanraden van mijn oma parkeer ik de auto dan maar voor het WZC Orelia Keiheuvel in de Kapelstraat. Zo kunnen we meteen ook even genieten van de mooie, natuurlijke beleeftuin op het domein van de woonzorgcampus. Met enkele moestuinbakken, een ‘klankenwoud’ vol geluiden en streekeigen heidevegetatie is de tuin een waar festijn voor de zintuigen … en de biodiversiteit. Wanneer we langs het fraai aangelegde pad wandelen, zie ik ook een wadi liggen, waar het water rustig in de bodem kan sijpelen. Binnenkort gonst het hier hopelijk van de insecten, de bosbeekjuffer en de bronlibel op kop van het peloton. Met deze prachtige tuin krijgen de bewoners dagelijks de kans om van de positieve effecten van de natuur te genieten. En met een blotevoetenpad en allerlei boomstammen om op te klauteren, is hier duidelijk ook gedacht aan de kleinkinderen die op bezoek komen.
De aanleg van een rolstoelvriendelijk pad
We zijn inmiddels aan de rand van de tuin gekomen, waar we via een houten poortje het natuurdomein Keiheuvel binnenwandelen. En zo sta je meteen op de nieuwe wandellus, klaar voor een fijne natuurervaring met de hele familie. De doorgang is alvast breed genoeg om er makkelijk met een rolstoel doorheen te rijden: het eerste vinkje is gezet.
Aan welke vereisten moet een rolstoelvriendelijk wandelpad nog meer voldoen? Het spreekt voor zich dat een pad gemaakt uit aarde, zand of grind niet geschikt is voor rolstoelen en rollators – de wielen zouden erin wegzinken, waardoor je geen meter vooruit raakt. Maar welke verharding gebruik je dan wel best? Hoe breed en vlak moet het pad zijn? En hoe zorg je dat het voor lange tijd berijd- en bewandelbaar blijft, zonder dat het al te veel onderhoud vergt?
Gelukkig kon de gemeente Balen beroep doen op de technische expertise van Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete.
Voor de financiering stak de Vlaamse overheid een handje toe met de ‘Natuur in je buurt’-subsidie. Met deze tegemoetkoming wil de overheid projecten ondersteunen die, door middel van natuurontwikkeling of door de aanleg van natuurelementen, een duidelijke maatschappelijke behoefte invullen en tegelijk bijdragen aan het verbeteren van de biodiversiteit in de Vlaamse natuur. Zonder twijfel past het toegankelijk maken van een natuurgebied voor mensen met een mobiele beperking perfect in dit plaatje.
Uniek stukje Europese topnatuur
De winterzon klimt al iets hoger aan de hemel, die na een lange, grijze periode voor de verandering nog eens staalblauw kleurt. Eén blik op de dorre graspollen, de exotisch aandoende stuifduinen en de kronkelende dennenbomen, en ik waan me weer in de gelukzalige wereld van mijn kinderjaren. Al is er in dit landschap sindsdien ook al best veel veranderd. Volgens mijn oma staan er al veel minder bomen dan vroeger en is het zand enkele tinten witter dan ‘de gele zand van de Keiheuvel’ uit haar jeugd.
Informatieborden langs het pad zien we op het moment van onze testwandeling nog niet staan, maar die komen er in de toekomst wel aan, wist mijn oma te vertellen. Voorlopig moet ik dus mijn toevlucht zoeken tot het internet om weetjes over dit bijzondere landschap te verzamelen. Zo lees ik dat we hier tussen de dennenbossen, droge heide en open duingraslanden weleens op korstmossen, kruipbrem en heidespurrie kunnen stoten. Dat laatste plantje bloeit van april tot juni met elegante, witte bloemetjes – een extra reden om binnenkort nog eens terug te keren.
In de lucht moeten we onze ogen openhouden voor de boomleeuwerik (zie foto) en de heivlinder, maar ook die laten zich op deze late winterdag nog niet zien. Net als de nachtzwaluw, een trekvogel die doorgaans pas vanaf begin mei in zijn broedgebied arriveert en voorlopig dus verstek laat gaan. Ook tal van graafbijen, sprinkhanen en spinnen voelen zich hier thuis.
Voor we er erg in hebben, zit onze wandeling erop en komen we weer aan ons vertrekpunt bij het poortje. Dat ging vlot! “Kom, we breien er nog een stukje aan”, aldus mijn kwieke grootmoeder, en we leggen een deel van de lus nog eens af, waarna we op een splitsing de andere kant op gaan, richting parking. In de verte lonkt de Keiheuvelwandeling, in 2018 tot ‘Wandeling van het Jaar’ in de provincie Antwerpen gekroond. De route heeft een korte (5 km) en een lange variant (11,6 km) en loopt dwars door een stukje Europese topnatuur: van de droge landduinen van de Keiheuvel naar de groene, natte veengebieden van de Most. Al zal ik die eens op eigen houtje moeten komen verkennen … tenzij er binnenkort ook een rollatorvriendelijke versie wordt aangelegd.