Ga naar main content
fb-img-1465071593120.jpg

Veelspotter @ work

Je hebt vogelspotters, insectenfreaks, reptielenlovers en vlinderfans. En soms kom je iemand tegen die van alle (natuur-)markten thuis lijkt te zijn. Zoals Bart Hoeymans: boswachter van Natuur en Bos in de Noorderkempen en fervent spotter van alles wat zijn pad kruist. Onlangs deelde hij op Twitter zijn statistieken: 14.076 Belgische waarnemingen op één jaar tijd. Hoe het zover is kunnen komen? Dat vertelt Bart ons graag uit eerste hand! 

Vijftig logs per dag

Wanneer je er ook zijn Nederlandse waarnemingen bij telt, komt Bart uit op een dagelijks gemiddelde van bijna 50 logs. Hoort hij dan ook bij de fanatiekste spotters van waarnemingen.be? “Ik denk niet dat ik tot de echte top behoor, maar je kan mij zeker bij de betere helft rekenen. Met wat ik nu noteer, zit ik in ieder geval aan de grens van wat voor mij haalbaar is. Als ik het aantal nog verder opdrijf, krijg ik ruzie met mijn vrouw,” monkelt de boswachter. 

Dat Bart zo fervent turft wat hij tegenkomt, is natuurlijk niet louter een hobby: “Ik gebruik het digitale platform waarnemingen.be als een handig, digitaal notitieboek. Een deel van mijn job bestaat uit het verzamelen van gegevens over allerlei soorten in de natuurgebieden waar ik werk. Voor planten gebruiken we een apart programma, maar voor o.a. mijn onderzoek naar nachtvlinders en amfibieën voer ik alles rechtstreeks in op waarnemingen.be. Op het einde van het jaar kan ik daar dan een handig rapport uit trekken, zonder dat ik zelf alles manueel moet verwerken.”

Van links naar rechts: scheefbloemwitje, heideblauwtje, grijze herfstuil
Foto's: Bart Hoeymans
Van links naar rechts: scheefbloemwitje, heideblauwtje, grijze herfstuil

Fan van alpenwatersalamanders

Het leuke aan die rapporten is dat ze inzicht leveren in de interesses van de waarnemer zelf. Over de jaren heen heeft de boswachter het vaakst de Alpenwatersalamander ingegeven en daar staat hij zelf ook een beetje van te kijken: “Ik had eerder verwacht dat er een nachtvlinder of libel zou opduiken aan de top van mijn lijst. Maar het is wel te verklaren. Elk voorjaar onderzoek ik intensief de lokale amfibieënpopulatie met fuiken, die ik elke dag controleer. De Alpenwatersalamander is in mijn buurt de meest algemene salamandersoort, dan is het niet zo gek dat hij eruit springt.”

Het afgelopen jaar kruiste Bart in België 1145 soorten aan. “Dat klinkt als enorm veel, maar het aantal soorten tikt sneller aan dan je denkt. Tijdens een gemiddeld nachtvlinderonderzoek van een drie uur, komen er gemakkelijk 100 soorten in mijn val terecht. Ik maak er ook een punt van om zoveel mogelijk losse waarnemingen te noteren. Hoe meer mensen dat doen, hoe sneller nieuwe trends duidelijk worden. Een dwaalgast zegt erg weinig, maar toen er enkele jaren geleden op verschillende plekken scheefbloemwitjes gesignaleerd werden, wisten we met zekerheid dat de vlinder uit het zuidoosten kwam opgerukt.” 

Een aparte bucketlist

Veel fervente spotters houden de website in de gaten om zeldzaamheden te spotten, maar die drang is Bart onbekend: “Ik word helemaal niet euforisch van een zeldzame soort, want dat is eerder een toevalstreffer en zegt weinig over de staat van een bepaald gebied. Het opduiken van orchideeën in een van ‘mijn’ graslanden maakt me bijvoorbeeld blijer dan het zien van een goudlijster waarvan er misschien nog geen vijf gezien zijn in ons land. Die orchideeën zijn immers zoveel meer dan een mooi bloemetje: ze tonen aan dat onze beheerwerkzaamheden werken en dat de biodiversiteit erop vooruitgaat. Een nieuwe soort die zich spontaan vestigt, is de kers op de taart voor ons harde werk. Mijn bucketlist bestaat dus eerder uit niet-zo-zeldzame soorten die nog ontbreken in een bepaald gebied. Voor het eerst een veldkrekel horen tsjirpen in het Merkske: daar doe je het voor!”

Zeggen dat speciale soorten hem helemaal onverschillig laten, is dan weer een brug te ver: “Eerder deze week zat ik thuis te werken aan mijn bureau, toen er plots veertig kraanvogels over ons huis vlogen: dat doet toch iets met je. En ook toen ik jaren geleden voor de eerste keer een (toen nog vrij zeldzame) zeearend spotte, liet dat me allesbehalve koud.” Na lang aandringen, komt er dan toch een ultieme soort over Barts lippen: “Ik doe al zo lang nachtvlinderonderzoek, maar nog geen enkele keer ontmoette ik in levende lijve een doodshoofdvlinder. Die zou ik graag eindelijk eens afvinken!”

Van links naar rechts: bijenwolf, knoflookpad, levendbarende hagedis
Foto's Bart Hoeymans
Van links naar rechts: bijenwolf, knoflookpad, levendbarende hagedis

Warme oproep: noteer ook algemene soorten

Wanneer we de lijsten met waarnemingen van Bart onder de loep nemen, valt op dat er heel wat soorten in staan waar niemand van opkijkt. Ook roodborsten, mollen en wilde eenden belanden in zijn statistieken. “Dat is meteen ook de reden dat ik aan zo’n grote aantallen kom, want ik vind het enorm belangrijk om soorten die we als vanzelfsprekend beschouwen op te volgen. Alleen zo kunnen we immers tijdig problemen opmerken. De wilde eend bijvoorbeeld, wordt door veel spotters niet genoteerd wegens ‘te banaal’. Maar we zien dat deze soort de laatste jaren achteruitgaat. Ook de problematiek van de huismus wordt veel duidelijker in kaart gebracht door systematisch te turven. Het kan soms erg snel gaan: twintig jaar geleden maakte de argusvlinder op niemand een grote indruk, terwijl hij nu bijna uitgestorven is. Dat maakt dat de spottersgemeenschap zo’n belangrijke functie heeft. Ik roep dus iedereen op om mee te werken aan dit gigantische burgerproject. Zeldzaamheid of banaliteit: elke waarneming telt!” 

Meer over


Gerelateerde artikels