Ga naar main content
ijsvogel-poept.jpg

Vogelpoep onder de loep: wat zit er in de uitwerpselen van vogels?

Wie onbelemmerd door de lucht wil zweven, moet zijn lichaamsgewicht zo beperkt mogelijk houden. Daarom zijn vogels zo geëvolueerd dat ze zich razend efficiënt kunnen ontdoen van hun afvalstoffen. Vloeibare en harde uitwerpselen – pipi en kaka in de volksmond – bundelen ze samen in één handig pakketje dat eruitziet als een witte klodder met een donkere vlek in het midden. Al kan het ook een eerder ondefinieerbare smurrie zijn. Voor de geïnteresseerden bekijken we de gemiddelde vogelpoep even van wat naderbij.

Grote kans op kak-cidentjes

Handen omhoog wie nog nooit een verse lading vogelmest in zijn nek kreeg tijdens een uitje in de buitenlucht. Juist ja … Het overkomt ons allemaal weleens en dat is geen toeval, want de meeste vogels laten regelmatig een dropje vallen, van eens per uur tot elk kwartier. Hoe kleiner de vogel, hoe vaker hij zich ontlast, tot wel honderd keer per dag. Omdat de spijsvertering bij een vogel zodanig snel gaat, moet hij op gezette tijden wat ruimte vrijmaken: wat eruit moet, moet eruit en wel nu! Tussen haakjes, dit is ook de reden waarom vogels geen scheten laten: hun voedsel heeft simpelweg geen tijd om te fermenteren in de maag.

Niet zo moeilijk dus om net op het verkeerde moment op de verkeerde plaats te staan. Zou het niet handig zijn als vogels schone, droge keuteltjes produceerden, net zoals konijnen? Gelukkig heeft gezonde vogelpoep over het algemeen wel een neutrale geur, tenzij je de pech hebt dat er een roofvogel na een all-you-can-eat vleesbuffet op je kop kakt.

Mix van twee types uitscheiding

Zoals je wellicht al wist, hebben vogels slechts één gaatje waar zowel hun ontlasting als – in het geval van een vrouwtje – hun eieren of – in het geval van een mannetje – hun zaadcellen doorheen moeten: de cloaca. Dat is de ‘uitgang’ waar de nieren, de darmen en de ei- of zaadleider op uitkomen. Vogelpoep bestaat dus uit een combinatie van twee types fecale uitscheiding.

  • Het ‘vloeibare’ gedeelte van de vogelpoep bestaat hoofdzakelijk uit urinezuur, een zeer geconcentreerde versie van urine. Omdat urinezuur niet goed in water oplosbaar is, zoals ureum bij zoogdieren dat wel is, hoeven vogels minder te drinken dan wij en komt hun ‘plas’ eruit als een wat dikkere pasta. De witte kleur heeft dit goedje te danken aan de uraatkristallen, die tijdens het afbreken van eiwitten gevormd worden in de nieren. 
  • De hardere uitwerpselen daarentegen zijn, afhankelijk van het dieet van de vogel in kwestie, (groen)bruin, paars of zwart van kleur en kunnen hier en daar harde stukjes bevatten. Net als bij andere dieren bevat deze ontlasting alles wat niet kon verteerd worden door de spijsverteringsorganen. Dat donker gekleurde hoopje zit in het midden van de vogelpoep, omdat de ontlasting als eerste geproduceerd wordt en vervolgens afgedekt wordt met urinezuur. 

Verspreiding via onverteerde zaadjes

De wit/bruin-verhouding en de exacte samenstelling van de ontlasting hangt af van het eetpatroon van de vogel. Vogels die gek zijn op vis of vlees en dus een zeer eiwitrijk dieet hebben, produceren grote hoeveelheden urinezuur, wat resulteert in vogelpoep met véél wit. Bij vogels die vooral bessen eten, zal je meer donkere ontlasting in de vogelpoep terugvinden. Het zachte vruchtvlees van de bessen wordt dan wel probleemloos verteerd, maar de zaadjes zijn een pak lastiger af te breken omdat ze omhuld worden door een harde, beschermende bolster. De spijsverteringssappen van de besseneters zijn simpelweg niet opgewassen tegen die harde pitjes.

Lijster eet een lijsterbes
Lijster eet een lijsterbes

De vertering bij vogels verloopt een tikkeltje anders dan bij de mens. Hun maag bestaat uit twee verschillende delen: de glandulaire maag, waar de spijsverteringsenzymen worden uitgescheiden om het verteringsproces te starten, en de spiermaag

  • Vogels die leven op hard voedsel, zoals zaden en noten, hebben een dikke en gespierde spiermaag. Vaak pikken deze vogels ook regelmatig kleine steentjes, schelpjes of zandkorrels op – denk maar aan het grit dat je aan je kippen geeft. In combinatie met de verteringssappen en de sterke spieren van de spiermaag helpen ze om de harde stukjes voeding te vermalen tot kleinere deeltjes, zodat ze toch verteerd kunnen worden. 
  • Bij soorten die licht verteerbaar voedsel eten, zoals insecten, fruit of nectar, is die spiermaag eerder klein en heeft ze een dunne, weinig gespierde wand. Daarom zijn besseneters niet in staat om de pitjes in het fruit te verteren en komen ze quasi in dezelfde vorm langs de achteruitgang weer naar buiten.

Dat is slim bekeken van de plant van het zaadje in kwestie, want op die manier raakt zijn nageslacht moeiteloos verspreid over een groter gebied, soms wel kilometers ver. Overal waar een vogel zijn gevoeg doet, kan een zaadje ontkiemen – wat extra vlot gaat dankzij de voedingsstoffen in de ontlasting – en uitgroeien tot een nieuwe plant. Een gratis taxidienst, kortom!

Stuur jouw vraag in

Heb jij je altijd al afgevraagd of er ook zwarte bloemen bestaan, waarom een specht geen hoofdpijn krijgt en of vissen ook scheten laten? De redactie van Onze Natuur gaat op zoek naar serieuze antwoorden op originele vragen. Heb jij een idee? Stuur jouw vraag in via ons contactformulier en wie weet prijkt het antwoord binnenkort op deze pagina!

Contactformulier

Meer over


Gerelateerde artikels