Ga naar main content
vilda-27145-keep-yves-adams-1900-px-62323.jpeg
Yves Adams

Welke trekvogels overwinteren bij ons?

In september en oktober trekken veel vogels richting het zuiden, anderen maken een tussenstop in België of komen juist bij ons overwinteren. De winter is dan ook hét moment om een paar zeldzame vogels te spotten. Benieuwd welke vogels je enkel in de winter tegenkomt in onze natuur? We zetten een aantal van onze favoriete wintergasten op een rij.

De wilde zwaan

Cygnus cygnus

De knobbelzwaan kennen we allemaal, maar de wilde zwaan, zijn noordelijke neef, is minder vaak in ons land te zien. Wilde zwanen verblijven slechts een paar maanden per jaar in België: tussen half november en maart. Best jammer eigenlijk, want hun complexe, ietwat luidruchtige balts is een bijzonder ritueel om waar te nemen. Je herkent een wilde zwaan aan zijn slanker figuur, in vergelijking met een knobbelzwaan, en zijn opvallende gele snavel met zwart uiteinde.

vilda-6015-duo-wilde-zwanen-rollin-verlinde-800-px-56316.jpeg
Rollin Verlinde

De grote zilverreiger

Ardea alba

Ben je gefascineerd door sierlijke watervogels? Dan mag je de doortocht van de grote zilverreiger absoluut niet missen. Hoewel in 2012 het eerste Belgische broedgeval bevestigd werd in Ploegsteert, kom je grote zilverreigers vooral in de winter tegen. De beste plek om deze majestueuze trekvogel te spotten is aan de rand van oevers, meren en moerassen.

De kuifeend

Aythya fuligula

Deze duikeend met bijzonder kapsel tref je zelden broedend aan in ons land. Als je een stel kuifeenden tegenkomt, is het wellicht in de winter wanneer ze hun geliefde Scandinavië verlaten. Al duiken er steeds vaker koppeltjes op die zich permanent in ons land vestigen. Het bewijs dat deze eend zich relatief makkelijk aanpast aan een nieuw klimaat en biotoop. Zoals bij veel eendensoorten is het verenkleed van de vrouwtjes bruin. Mannelijke kuifeenden komen voor in allerlei schakeringen van zwart en wit. Eigenlijk kan je een kuifeend nooit missen dankzij hun opvallende haartooi. Op hun hoofd prijkt een mooie kuif, die bij de mannetjes veel langer is en naar achter hangt. Wie zei dat een mullet uit de mode is?

De grote mantelmeeuw

Larus marinus

Om ‘s werelds grootste meeuw te verwelkomen moet je je richting zout water begeven. De grote mantelmeeuw is vooral in de winter aan onze kust te zien. In 2004 bracht een alleenstaand vrouwtje haar jongen ter wereld in de haven van Zeebrugge, maar zo’n broedgeval is eerder uitzonderlijk.

De kramsvogel en de koperwiek

Turdus pilaris en Turdus iliacus

Twee treklijsters die er best verschillend uitzien, maar er wel dezelfde gewoontes op nahouden. Daarom vernoemen we de kramsvogel en de koperwiek in één adem. Beiden zijn omnivoren en veranderen hun dieet naargelang de seizoenen. Dat betekent eiwitrijke insecten in de zomer en bessen in de winter, wanneer hun prooien onder de grond zitten. 

De najaarstrek van deze twee zangvogels gebeurt zowel 's nacht als overdag en in grote groepen. Zo belanden de lijsters in onze contreien, waar ze kunnen blijven of doortrekken. Vooral na hevige sneeuwval in het noorden kunnen hun aantallen in Vlaanderen enorm oplopen. Dan verzamelen ze zich in grote groepen in weiden of heggen, met wat geluk zelfs in je tuin. Die kans bestaat zeker wanneer er lijsterbes, duindoorn of hulst groeit. Wil je ze het extra naar hun zin maken? Met wat stukjes fruit maak je kramsvogels en koperwieken extra blij.

Links: kramsvogel, rechts: koperwiek
Stijn Smits, Yves Adams
Links: kramsvogel, rechts: koperwiek

De smient

Mareca penelope

Hoewel in ons land een aantal broedparen gekend zijn, is en blijft deze middelgrote grondeleend voornamelijk een wintergast. De meeste smienten brengen de zomer in Noord-Europa en Siberië door. In de winter zoeken ze een milder klimaat op. De smient is een van de meest algemene overwinterende eenden in de kuststreek. Mannetjes herken je aan hun roestoranje kop en lichter, geel voorhoofd. De snavel van een smient is vrij kort en grijs van kleur.

De blauwe kiekendief

Circus cyaneus

Vergis je niet, niet alleen zangvogels en watervogels komen bij ons overwinteren. Ook roofvogels trekken rond. Een mooi voorbeeld daarvan is de blauwe kiekendief. Het grootste deel van het jaar is deze roofvogel zelden te zien. Het is vooral tijdens de trek en in volle winter dat je deze bijzondere roofvogel zich in ons luchtruim begeeft. Je herkent de soort aan zijn witte buik. Mannetjes hebben een grijsblauwe rug, vrouwtjes zijn bruin. De blauwe kiekendief is een typische akker- en weidevogel die je kan spotten al zwevend op lage hoogte, klaar om zijn prooi te verrassen.

Blauwe kiekendief
Yves Adams
Blauwe kiekendief

De keep

Fringilla montifringilla

Als je zijn Franse naam kent - ‘pinson du nord’ - kan je meteen afleiden waar deze mooie zangvogel vandaan komt: uit het noorden. Enkel tussen oktober en april vertoeft de keep in onze streek. De keep is familie van de vink, en lijkt er ook sterk op. Toch zijn er een aantal verschillen. Let op de witte stuit, minder witte staart, sterker gevorkte staart en oranje borst en schouders. Bij vrouwtjes is de oranje kleur doffer. Wanneer het tijd is om de vrouwen te versieren, draagt de keep een zomerkleed: zijn kop wordt zwart in plaats van grijs en zijn borst kleurt feller oranje. ​

De brilduiker

Bucephala clangula

Een andere wintergast uit de eendenfamilie is de brilduiker. Deze Noord-Europese eend is zeldzaam als broedvogel, maar komt tussen december en maart wel in grote groepen voor, zowel in zoet als zout water. Meneer brilduiker heeft opvallende goudkleurige ogen die fel contrasteren met zijn donkergroene kop en witte wangen. Zoals zijn naam al doet vermoeden duikt hij zijn voedsel op uit het water door voorovergebogen in het water te hangen. Op het menu? Een buffet van kleine waterdieren.

De waterpieper

Anthus spinoletta

De waterpieper is een uitzonderlijk geval. In plaats van zuidelijkere oorden op te zoeken in de winter, trekt hij in noordelijke richting naar lager gelegen gebieden.

Vanaf oktober arriveren zo duizenden waterpiepers tegelijk vanuit bergachtige streken in Midden- en Zuid-Europa in onze wetlands. Deze vogels putten hun kracht uit hun aantal: hoe groter de groep, hoe veiliger ze zich voelen. Ze vliegen, voeden, slapen en schuilen samen. ​

Meer over


Gerelateerde artikels