Wilde gifplanten in jouw tuin
Weet jij perfect welke planten er in je tuin staan? Prima! Maar we durven ervoor wedden dat er af en toe een wilde plant (sommige mensen noemen het ‘onkruid’) de kop opsteekt. Ook dan weet je maar best waarmee je te maken hebt. Check hier voor welke gifplanten je best even je tuinhandschoenen aantrekt!
Opgelet: deze lijst is niet volledig en ook verschillende sierplanten kunnen nare gevolgen hebben. Ben je niet zeker van een plant, ga dan bijvoorbeeld te rade bij het antigifcentrum.
Reuzenberenklauw
Met zijn reusachtige bladeren (tot een meter), dito bloemschermen (tot een halve meter) en een gestalte om u tegen te zeggen (tot 3 meter hoog), kan je er moeilijk naast kijken. Bij de geringste aanraking van de reuzenberenklauw kan sap vrijkomen en dat maak je liever niet mee. Het sap dringt door je kledij en je huid wordt instant overgevoelig aan zonlicht. Deze conditie kan meer dan een week aanslepen en er ontstaan kleine blaasjes tot grote blaren die er soms uitzien als regelrechte brandwonden. De plant is een invasieve exoot die intensief bestreden wordt.
Vingerhoedskruid
Een prachtige inheemse plant die ook in siertuinen aangeplant wordt. Vingerhoedskruid veroorzaakt irritatie bij aanraking, maar na inname via de mond ontstaan nog veel ernstiger symptomen. De gifstoffen werken in op het hart, waardoor ze zelfs een hartstilstand kunnen veroorzaken. Toch is het onnodig de plant helemaal te weren, want hij is een echte hommelmagneet. Omdat hij geen bessen draagt, is de verleiding om ervan te eten niet zo groot.
Doornappel
De doornappel is makkelijk te herkennen wanneer hij zijn stekelige vruchten draagt. De volledige plant is giftig en de zoete zaden nog het meest. Je hoeft er maar weinig van naar binnen te spelen om volledig van de kaart te zijn. O.a. wijde pupillen, een versnelde hartslag, verwarring, koorts en hallucinaties die tot vier dagen kunnen aanhouden. Bij aanraking is het gevaar beperkt, tenzij er sap in de ogen terechtkomt. Eigenaardig aan deze plant is dat hij zijn bloemen pas ‘s avonds opent, een dag later sluiten ze zich voorgoed. Alleen nachtvliegende pijlstaartvlinders zijn in staat tot bij de nectar in de buisvormige bloemen te geraken.
Kruisbladige wolfsmelk
Deze plant heeft enkele bijnamen die tot de verbeelding spreken. Wat dacht je van kakboon of mollenplant? De melkachtige latex die in de plant aanwezig is, veroorzaakt irritaties, zwellingen en pijn. In de ogen kan dat leiden tot bindvliesontsteking en zelfs blindheid. De plant werd vroeger als laxeermiddel gebruikt en zijn zaad zou mollenwerend werken.
Jakobskruiskruid
De gele bloemetjes van deze plant doen vooral vee- en paardenhouders huiveren. Jakobskruiskruid verschijnt als onkruid in weides, vooral op kale plekken. Grazers laten de plant meestal links staan, tenzij al het overige groen opgegeten is. Eens gedroogd, wordt hij wel aantrekkelijk. Helaas blijft de plant ook gedroogd erg giftig, wanneer hij bijvoorbeeld in hooi terechtkomt. Het gif stapelt zich op in het lichaam en tast de lever aan, met de dood tot gevolg.
Herfsttijloos
Dit lieflijke, paarse bloemetje bloeit in de herfst. Haar bladeren worden wel eens verward met het eetbare daslook, zeker in bloemloze periodes. Herfstijloos is echter heel giftig en bevat de dodelijke stof colchicine. Behalve irritaties aan de slijmvliezen, is de stof ook narcotisch en veroorzaakt ze buikpijn en diarree. Uiteindelijk raakt de nierfunctie aangetast en kan het centraal zenuwstelsel beschadigd raken.
Monnikskap
De gele monnikskap komt zeldzaam voor en de blauwe variant alleen wanneer hij ‘ontsnapt’ uit siertuinen. Voorzichtigheid is geboden: enkele druppels sap kunnen dodelijk zijn. Het dringt via de huid het lichaam binnen en werkt in op hart en bloedvaten. Lang geleden werd het gif in de waterleiding van vijandige troepen gedaan om die zo slinks uit te schakelen.
Moet je nu alles wat je niet kent omzichtig verwijderen uit je tuin? Natuurlijk niet! Ook al zijn ze giftig, verschillende van deze planten vormen een belangrijke schakel in ons ecosysteem. Wel is het belangrijk om te weten wat er in je tuin staat zodat je kan ingrijpen wanneer kinderen of huisdieren een meer dan gezonde interesse tonen in plots ontluikende bloemen of bessen. En wanneer je onkruid gaat wieden? Dan trek je toch maar best die tuinhandschoenen aan.