Uitgetest: Wandelen in het groen met het openbaar vervoer
Toegegeven, ik durf wel eens schaamteloos de wagen nemen om een nieuw natuurgebied te gaan verkennen dat iets verder van huis ligt. Maar het is nooit te laat om je leven te beteren, dus test ik in de week van de mobiliteit graag uit hoe het ook anders kan. Wandelen van bushalte tot bushalte en toch helemaal tot rust komen in het groen? Dat lukt wonderwel, dankzij een netwerk van ‘groene haltes’.
Een goede voorbereiding is het halve werk
Dat er wat denkwerk vooraf gaat aan een wandeling, ben ik wel gewend. Tijdens het uitzoeken van interessante plekjes begint het gegarandeerd al te kriebelen om te vertrekken. Nu ik met het openbaar vervoer de natuur in wil trekken, kost die voorbereiding me nét iets meer tijd dan gewoonlijk. De standaardvragen passeren de revue (hoe lang willen we wandelen, in wat voor omgeving, zijn er niet te veel verharde wegen onderweg, is de hond overal welkom, komen we horeca tegen …), maar nu moet ik ook nog uitzoeken hoe we ter plaatse geraken.
Gelukkig kan je voor hulp rekenen op de website groenehalte.be. Je vindt er een lijst met korte (minder dan 10 km) en lange (meer dan 15 km) wandelingen. Ook is er een overzicht met rolstoelvriendelijke routes en paden waarop je met de kinderwagen uit de voeten kan. De meeste wandelingen gaan van bushalte naar bushalte, maar je kan ook kiezen voor een ‘stationsstapper’ tussen twee treinstations (ideaal om eropuit te trekken met de gratis Hello Belgium Rail Pass).
Onze keuze valt op een wandeling van 15,5 km in het Zoerselbos. Ik bestel de wandelbrochure via de website van TreinTramBus (ook verkrijgbaar bij de toeristische dienst van Zandhoven en Zoersel), waarin informatie staat over de bereikbaarheid van het vertrek- en eindpunt. De volledige wandeling (inclusief korter alternatief) wordt beschreven in tekst en foto’s, maar voor de zekerheid steek ik de route ook nog even in mijn wandel-gps. We zijn nu helemaal klaar om te vertrekken!
Nazomers wandelen in de koelte van het bos
De bus brengt ons naar groene halte ‘Heikant’ in Zandhoven, gelegen aan een drukke baan met middenberm en obligate handelszaken. De brochure stuurt ons richting rondpunt, waar we linksaf de Kapellebaan inslaan en niet veel verder meteen de boerenbuiten in gekatapulteerd worden. We naderen de autosnelweg en eens we die overgestoken zijn, belanden we pas echt in de groene natuur.
Al snel passeren we het Vlaams Bezoekerscentrum Zoerselbos, gerund door de vrienden van het Zoerselbos. Zij wisten dit prachtige stukje natuur jaren geleden te redden van verkavelingsplannen, waardoor wij er nu volop kunnen genieten van koelte en rust. Het bijbehorende museum is momenteel om corona-technische redenen gesloten, maar we mogen wél de mooie boerenbloementuin bewonderen (foto bovenaan artikel).
Tegenover het bezoekerscentrum lonkt de gezellige herberg ‘t Boshuisje, maar met slechts 3 km in de benen besluiten we toch eerst maar wat kilometers te maken. Omdat een Groene Halte-wandeling geen lus maakt, geven we een bezoek aan dit epicentrum van Hendrik Conscience’s ‘De loteling’ een plekje in onze toekomstige wandelplanning.
Links: bezoekerscentrum, rechts: 't Boshuisje
Divers landschap met kastelen
Tijdens het wandelen valt op hoe divers het Zoerselbos is. Naaldbomen wisselen af met gemengd loofbos en zelfs een stuk heide. We bereiken het punt waar we moeten beslissen of we de lange of de korte wandeling willen maken. Vol goede moed gaan we voor de lange versie, die deels doorheen een villawijk meandert met als hoogtepunt het zicht op kasteel Zoerselhof.
We wandelen nu verder doorheen een beemdlandschap waarin grasland omzoomd wordt met houtkanten. Hier komen we ook voor het eerst wat water tegen, hoewel eerdere grachten vermoedelijk uitgeput zijn door een lange periode van droogte.
Vanaf dan gaat het via afwisselend woonwijken en kleine stukjes natuur richting gemeentepark. Geen ‘pure’ natuur, maar een fraaie parktuin met romantische prieeltjes, authentieke hoeves, een hofgracht, unieke bomen en als kers op de taart een fraai kasteel dat vroeger dienst deed als gemeentehuis.
Aan de noordelijke uitgang van het kasteelpark schuiven we de voeten onder tafel op het terras van de Castelijnshoeve. Een streekbiertje en een glas rosé hebben we nu wel verdiend. We checken nog even wanneer de bus vertrekt en rekenen een kwartier de tijd om de laatste kilometer af te leggen. Tot het zover is, bestellen we nog een tweede rondje, want we moeten toch niet meer zelf naar huis rijden. Schol!