Voetbalveld in de IJzervallei
Wat is de impact van voetbalvelden op onze natuur?
Over het omstreden WK voetbal in Qatar is al veel inkt gevloeid. Bij de bouw van de stadions werden de mensenrechten flagrant met de voeten getreden en ook corruptie, homofobie en discriminatie zijn schering en inslag in de Arabische Golfstaat. En dat terwijl voetbal toch een feest hoort te zijn … Ook voor de natuur is onze passie voor de meest bekeken sport ter wereld helaas geen pretje. Of ze nu uit kunstgras of echte sprietjes bestaan, die gemillimeterde biljartlakens bieden weinig meerwaarde voor de biodiversiteit en brengen daarnaast nog meer problemen met zich mee.
Gras, een groene woestijn
We zullen niet zo ver gaan om een strakke grasmat te vergelijken met een betonnen parking, maar veel scheelt het toch niet. Een kort gemaaid gazon heeft voor de natuur in feite weinig te bieden: je trekt er geen insecten mee aan en op warme dagen verdampt de regen die erop valt nog voor het vocht in de bodem kan trekken. Bovendien zijn er enorme hoeveelheden water nodig om een voetbalveld fris en groen te laten ogen – om nog maar te zwijgen van de vele meststoffen en pesticiden die hier het jaar rond aan te pas komen. En dan brengen we het gebruik van de liters benzine voor de zitmaaiers nog niet in rekening … Waarom een voetbalveld bedekt met kunstgras al helemaal niets kan bijdragen voor de natuur, hoeven we natuurlijk ook niet uit te leggen.
Volgens een onderzoek van de KU Leuven uit 2018 telt Vlaanderen alleen al 3.006 natuurgrasvelden en 285 kunstgrasvelden. Als je weet dat de internationale afmetingen van een officieel voetbalveld 105 op 68 meter bedragen, dan weet je dat er een aanzienlijk aantal hectares in ons landje – en met uitbreiding de wereld – bedekt wordt door een groene woestijn. Een plek waar niets anders dan (nep)gras kan groeien, zonder bloemen waar bestuivers hun nectar en stuifmeel kunnen halen om onze gewassen in stand te houden.
Voetbalveld aan Fort Merksem
Kunstgras, een bron van afval en microplastics
Steeds vaker wordt voor de aanleg van voetbalvelden gebruik gemaakt van kunstgras. Zuinig in onderhoud, jazeker, maar een ramp voor het milieu. Om ervoor te zorgen dat de voetballers even vlot over dit nepgras kunnen schuiven als over een échte grasmat, wordt het veld namelijk bedekt met een strooisel van minuscule korreltjes uit rubber. Zo wordt de grasmat schokdempend en zorgt ze voor een natuurlijker balgevoel. Jammer genoeg blijven die rubberkorreltjes ook aan de schoenen en de kleren van de spelers hangen … En door het veld te borstelen of met een bladblazer te lijf te gaan, komen zo onbewust jaarlijks duizenden kilo’s afval in de bodem en het oppervlaktewater terecht.
Het kunstgras zelf is daarenboven ook onderhevig aan slijtage en gooit zo nog wat extra microplastics in de mix. Na gemiddeld tien jaar zijn de kunstgrasmatten rijp voor de vuilnisbelt en moeten ze vervangen worden door nieuwe exemplaren. Recycleren is een optie, maar daar is de sector nog maar pas mee bezig en voorlopig zijn er slechts twee kleine recyclagefaciliteiten in Europa. Gevolg: een enorme toename van de afvalberg – in 2019 alleen al was er sprake van 61 miljoen vierkante meter ‘afvalgras’, en dat cijfer wordt in de toekomst alleen maar groter.