Zwemmen in je wilde tuin
Willen of niet, het ziet ernaar uit dat staycations dit jaar dé nieuwe vakantietrend worden. Daarom is het nu het moment om je thuisomgeving om te toveren tot een zomerparadijs. Water in eigen hof kan daarbij natuurlijk niet ontbreken. Het is rustgevend, brengt leven in je tuin én zorgt voor een heleboel waterpret. Krijg je er al zin in?
Een waterpartij trekt ongelooflijk veel wild aan. De usual suspects zijn amfibieën, watervogels, libellen, kevers … Maar het kan ook spectaculairder: misschien landen er watervogels, verwelkom je een badderende vogel, scheert een zwaluw over je vijver of duikt een ijsvogel in het water. Hoe natuurlijker je vijver, hoe liever de natuur het heeft.
Vijver zonder folie
De beste optie is daarom een vijver zonder folie die zich op een natuurlijke manier vult met water. Als je het goed aanpakt, heb je geen pompen, filters of chemische middeltjes nodig: de natuur regelt het helemaal zelf. Een doordacht ontwerp is dan wel noodzakelijk, want een ‘kale’ vijver zal zich al snel vullen met algen die het zuurstof in het water doen verdwijnen als sneeuw voor de zon.
Het woord ‘natuurvijver’ zegt het zelf al: zo’n vijver ziet eruit alsof je hem zomaar op wandeling kan aantreffen. Hij gaat op in de omgeving en biedt plaats aan een heleboel plantaardig en dierlijk leven. Verschillende zones in de vijver zorgen voor verschillende habitats: diep en ondiep, zonnig en in het lommer, zacht afhellend of met een steile rand …
Het codewoord voor een natuurvijver is ‘grillig’. In de ondiepe delen warmt het water sneller op en kunnen dieren makkelijk in en uit het water geraken. Beplantingen langs en in het water zorgen voor schuilplekjes die veel waterdieren appreciëren. Zuurstofplanten plaats je in het diepe gedeelte, moerasplanten in het ondiepe gedeelte. Op die manier creëer je een natuurlijk evenwicht dat zichzelf in balans houdt.
De gele lis helpt het water zuiveren in deze natuurlijke vijver, waar een meerkoet op bezoek is
Hoe groot is een goede natuurvijver?
Om een natuurvijver goed tot z’n recht te laten komen, heb je wel wat plaats nodig. De natuurlijke helling om het water in te geraken, kan immers snel wegregenen als er geen folie voorzien is. Hoe groter de vijver en hoe zachter de helling, hoe minder problemen dat oplevert. Kies voor een diameter van minstens 6 meter. Voor je eraan begint, ga je best wel even na of een vergunning noodzakelijk is voor jouw plannen.
Check vooraf de stand van het grondwater, want daarop moet je rekenen om je vijver te vullen. Gebruik een grondboor om te bepalen hoe diep je vijver moet worden en denk eraan dat de grondwaterstand ‘s zomers makkelijk een halve tot soms hele meter daalt. Gebruik de grond die je verplaatst bij het graven van je vijver eventueel om een talud te bouwen: een helling waartegen je stenen en puin stapelt. Zo’n grillige schaduwplekjes zijn erg gegeerd bij kleine kruipers.
Soms is het onmogelijk om een grondwatervijver aan te leggen. Op veel plekken zit er te veel ijzer of roest in het water. Als het water een tikje bruin kleurt, is dat niet zo erg. Maar als er na een dag bezinken een dikke laag roest in een glas grondwater achterblijft, heb je geen andere keuze dan voor een folievijver te gaan. Door de randen natuurlijk af te werken, krijg je alsnog het ‘natuurvijver-gevoel’.
Het alternatief: een zwemvijver met filtersysteem
Een kleinere folievijver is ook een goede keuze wanneer een grote vijver je afschrikt of als je minder plaats hebt in de tuin. Zo’n vijver bestaat meestal uit twee delen: een zwemgedeelte en een deel dat het water filtert. Het filtergedeelte bedraagt bij een zogenaamde 'helofytenfilter' een vierde tot een derde van het watervolume. Je vult het met lavastenen en plaatst er moerasplanten in. Het water stroomt vanuit het zwemgedeelte in het filterbed, waar het water gezuiverd wordt en terug in het zwemgedeelte wordt gepompt.
Een zwemvijver kan heel natuurlijk ogen, maar je kan hem ook net zo strak maken als een zwembad. Het grote voordeel is dat je zwemvijver ook in de winter een eyecatcher is en niet onder een lelijk zeil verdwijnt zoals een zwembad. De moerasplanten in de filterpartij helpen bij de zuivering van het water. In een goed werkende vijver groeien ze erg snel en onttrekken ze de stenen aan het oog: het vormt een natuurlijke border. In dat gedeelte kunnen amfibieën ook makkelijk in en uit het water geraken.
Links een strakke vijver in natuurlijke omgeving, rechts een folievijver in een wilde stadstuin
Hoe onderhoud je zo’n vijver?
Eens een vijver aangelegd is, houdt het systeem zichzelf grotendeels in evenwicht. In het najaar kan het wel nodig zijn om bladeren weg te scheppen en dode plantendelen te verwijderen, maar grote terugkerende kosten zoals bij een zwembad zijn er niet. In een natuurvijver zonder folie moet na enkele jaren soms het slib verwijderd worden. Is het water troebel, zorg dan voor meer zuurstofplanten. Voeg eventueel watervlooien toe om algen te lijf te gaan. Lost het probleem zich dan nog niet op, moet je de waterkwaliteit laten checken. Mogelijk is er een probleem met de zuurgraad of de hardheid van je water.
Mag het wat kleiner zijn?
Hou je wel van water in de tuin, maar hoef je er niet noodzakelijk in te zwemmen? Of wil je ervan genieten op je terras? Lees dan hier hoe je in enkele uren tijd een mini-vijver aanlegt.