De vijf wildste dubbelgangers
Diversiteit is troef in onze natuur. In alle kleuren, maten, patronen en biotopen vind je wel een specialist terug met een even uniek uiterlijk als zijn buitengewone leefwijze. Maar heel af en toe duiken twee quasi onverwante soorten op die wel héél erg op elkaar lijken. Ze maken gebruik van hun gestolen looks om vijanden af te schrikken, bestuivers aan te trekken of vrouwtjes te versieren. Het bekendste voorbeeld is misschien wel de ongevaarlijke, geel-zwarte zweefvlieg met de looks van een ‘agressieve’ wesp. Maar ken je ook deze vijf look-a-likes en hun onverwachte overlevingsstrategieën?
Koekoek jaagt vogels de stuipen op het lijf met vermomming als sperwer
De koekoek rekent op kleine zangvogels om eieren uit te broeden. Daarvoor moet het vrouwtje erin slagen om ongezien haar ei te droppen in een verlaten nest. Dan komt het goed uit dat je op een gevaarlijke roofvogel lijkt: haar dwarsgestreepte buik - twee druppels water die van de sperwer - veroorzaakt paniek bij haar waardvogels, waardoor die zich uit de voeten maken en hun nest onbeheerd achterlaten. Maar daar blijft het niet bij.
Zodra het ei gelegd is, maakt mevrouw koekoek een schril geluid, alweer net zoals dat van de sperwer. Verlamd van angst proberen haar waardvogels hun hachje te redden, waardoor ze hun waardevolle nest tijdelijk uit het oog verliezen … en niet eens merken dat er een vreemd ei aan toegevoegd is! Omdat het ei ook nog eens als twee druppels water op dat van de nestouders lijkt - koekoeksvrouwtjes deponeren hun ei slechts bij één soort waarop hun eigen eieren lijken - is zo de ultieme sabotage gepleegd.
Springspin wuift met voorpoten om mier na te bootsen
De natuur loopt vol met liefhebbers van geleedpotigen, maar voor mieren halen veel rovers de neus op. Uit angst om gebeten te worden of een brandend zuur over zich heen te krijgen, kiezen ze liever voor het volgende hapje dat zich aandient. Een kleine spin, bijvoorbeeld. Tenzij die spin eruit ziet als een mier, een trucje dat de bosmierspringspin zich met verve heeft aangemeten.
Met haar slanke voorkomen leidt deze meester-vermommer roofzuchtige ordegenoten om de tuin. Het moge duidelijk zijn dat grote spinnen niet kunnen tellen, want hun gewiekste prooi heeft wel degelijk acht en geen zes poten. Maar die beweegt ze op een mierachtige manier. En op momenten dat ze stil staat, steekt de bosmierspringspin haar voorpoten in de lucht zodat ze lijken op de antennes van haar look-a-likes. That’s dedication!
Links: bosmierspringspin, rechts: rode bosmier
Lentevuurspin doet alsof ze giftig is
Ook het mannetje van de lentevuurspin weet hongerige belagers op een afstand te houden, simpelweg met zijn betoverende looks. Het grootste deel van zijn leven brengt hij trouwens veilig ondergronds door, alleen om te paren - wanneer hij al vijf jaar oud is - komt hij tevoorschijn uit de Lommelse zandgronden (de enige plek in België waar deze spinnensoort leeft).
Zijn felrode achterlijf met vier tot zes zwarte stippen tovert zelfs bij zelfverklaarde arachnofoben een glimlach op het gezicht. Op spinneneters heeft die schreeuwerige outfit echter een heel ander effect. Door zich uit te dossen als een lieveheersbeestje doet de mannelijke lentevuurspin alsof hij even slecht smaakt als zijn evenbeeld en garant staat voor een misselijkmakende indigestie. Zo hoeft hij zich geen zorgen te maken wanneer hij zich open en bloot in de liefdesarena begeeft.
Wat als … je lijkt op een vogelstrontje?
De gehakkelde aurelia ziet eruit als een gevallen en verdroogd boomblaadje, maar ook haar rups heeft zich een bijzondere vorm van camouflage aangemeten. Op haar rug prijkt een grillige, witte vlek die je met niet eens zo veel verbeelding kan verwarren met een vogelstrontje. Dat geeft de rups twee belangrijke voordelen: ze valt minder hard op terwijl ze van de bladeren van haar waardplant eet én vogels laten haar links liggen omdat ze geen zin hebben om zichzelf te besmetten met de feces van een andere vogel. Na de laatste vervelling verdwijnt de vlek, maar haar scherpe stekels blijven en brengen rupseneters alsnog op andere gedachten.
Gehakkelde aurelia vlinder en rups
Mannetjesvogels die lijken op vrouwtjes van een andere soort
It’s complicated, da’s het minste wat je kan zeggen over de dubbelgangerstrategie die sommige mannetjes van de bonte vliegenvanger toepassen. In de fleur van hun leven krijgen doorsnee mannetjes een opvallend zwart-wit verenkleed, waarmee ze niet alleen vrouwelijke aandacht maar ook rivaliserende mannetjes aantrekken. Sommige mannetjes ontsnappen wel aan het agressieve oog van seksegenoten, omdat ze vermomd als een vrouwtje door het leven gaan: met saaie, grijsbruine veren.
Toch zien vogels zelf heel duidelijk het verschil. Enerzijds hebben de mannetjes - in mannen- of vrouwentenue - steeds een witte voorhoofdsvlek, al lijken de zwart-witte mannetjes daar niet om te malen. En wanneer je hun kleuren door een vogelbril bekijkt (en dus ook ultraviolet detecteert), dan blijkt dat de vrouwelijke mannetjes met andere pigmenten uitgedost zijn dan de échte vrouwtjes. Voor ons is dat verschil onzichtbaar, maar vogels zien een totaal andere kleur. Daarom lijken deze mannetjes eigenlijk meer op de vrouwtjes van hun tweelingsoort, de withalsvliegenvanger, dan op die van hun eigen soort!
Het grote voordeel? Mannetjes van beide soorten laten de grijze muizen onder de mannetjes volledig met rust, waardoor die laatste ongestoord een nestplaats kunnen veroveren. Vrouwtjes daarentegen kijken wél los doorheen hun maskerade: ze vallen als een blok voor die witte voorhoofdsvlek, of die nu geflankeerd is door een zwarte dan wel grijsbruine basiskleur. Op plekken waar beide soorten samen voorkomen - in ons land is dat niet het geval - ontwikkelen vrouwtjes zelfs een voorkeur voor mannetjes-in-vrouwenkleren. Zo zijn tenminste 100% zeker om niet met die andere soort in bed te belanden.