Ga naar main content
zoetwaterkwal-in-water.jpg

De zoetwaterkwal: niet alle kwallen zwemmen in zee

Wist je dat kwallen niet alleen in zout water leven? Meer zelfs: de zoetwaterkwal vormt een volledige soort op zich. Wie weet waar hij moet kijken, kan zelfs in het Belgische binnenland op deze miniatuurkwallen stoten, al komen ze dan oorspronkelijk uit het Verre Oosten. Onze Natuur ging op zoek – mét vergrootglas – en vond enkele boeiende weetjes over de zoetwaterkwal!

Verspreid over de hele wereld

Zoals dat wel vaker gaat, dankt de zoetwaterkwal of Craspedacusta sowerbii zijn naam aan de ontdekker van de soort, in dit geval de secretaris van de Botanical Society of London, William Sowerby. Toen de kwalletjes in 1880 in een tank met Braziliaanse waterlelies werden aangetroffen in Londen, ging men ervan uit dat het om een Zuid-Amerikaanse exoot ging, tot jaren later bleek dat de zoetwaterkwal eigenlijk Chinese roots had. Ondertussen zijn het echte wereldreizigers geworden en kan je ze zowat overal op aarde spotten.

Jawel, ook bij ons! Al blijven ze in België en Nederland toch eerder zeldzaam. Als er dan toch een school van die kleine neteldiertjes in onze streken opduikt, is dat natuurlijk meteen nieuwswaardig, bijvoorbeeld toen ze in 2012 in de meren van l’Eau d’Heure in Henegouwen werden gezien en een jaar later in de plas van Kelchterhoef in Limburg. Je vindt ze doorgaans in kalm en helder zoet water, zoals in vijvers en meren, of in zoetwatergetijdengebieden en wetlands. ​

Samenhokken in een kolonie

Erg makkelijk is dat trouwens niet, met hun diameter van amper twee centimeter. Een zoetwaterkwalletje weegt slechts een luttele drie tot vier gram en bestaat eigenlijk voor het overgrote deel uit water. Bovendien is de kans dat je ze ziet rondzwemmen niet zo groot in ons gematigde klimaat. Het grootste deel van het jaar vinden de zoetwaterkwallen het te fris om alleen op stap te gaan en leven ze samen als poliepen in een kolonie, die zich vastzet op de bodem of op waterplanten. Enkel aan het einde van een erg warme zomer slagen ze erin zich los te maken van de kolonie en verder te ontwikkelen als kwal of meduse. En dan nog heb je geen zekerheid dat je ze telkens opnieuw op dezelfde plek te zien zal krijgen. Hoe dat komt? Daar zijn wetenschappers tot op vandaag nog steeds niet uit ...

Als het in de winter echt héél koud is, klitten de poliepen bij elkaar en vormen dan samen een podocyst, een soort ingekapselde slaaptoestand, waarin ze op non-actief staan. Het duurt dan tot het water in het voorjaar weer langzaam opwarmt, voor ze weer de vorm van poliepen aannemen en eventueel kunnen evolueren naar kwal. Of tot ze een taxiritje van een watervogel krijgen, die de podocyst helpt emigreren naar een ander, warmer meer.

Voortplanting met of zonder partner

In het stadium van poliep planten deze dieren zich ongeslachtelijk voort. Dat moet wel, want zo’n kolonie bestaat uit enkel mannelijke of enkel vrouwelijke dieren, omdat ze zelf ook van één dier afstammen. Enkel wanneer ze als kwalletje de onderwaterwereld gaan verkennen – op een diepte van nul tot drie meter – kunnen ze een partner van het andere geslacht tegenkomen en zich geslachtelijk voortplanten. Dit doen ze met behulp van hun vier zilverwitte geslachtsorganen, die je dankzij het doorzichtige lijfje goed kan zien zitten. En dan verloopt het verhaaltje redelijk klassiek: uit de bevruchte eitjes komen larven of planula, die op de bodem van het water verder ontwikkelen naar poliepen.

Ongevaarlijk voor de mens

Net als andere kwallen heeft ook de zoetwaterkwal tentakels aan zijn lichaam, een 600-tal om precies te zijn. Met de kortere tentakeltjes vangt hij zoöplankton zoals watervlooien, de langere gebruikt hij om zich stabiel te houden in het water. Aan het uiteinde van die draadvormige tentakels zitten oogvlekjes, waarmee de kwal licht en donker kan onderscheiden. Handig om prooien van vijanden te onderscheiden! 

Bang om gestoken te worden door een zoetwaterkwal hoef je absoluut niet te zijn. Ook al heeft hij gifcellen in zijn tentakels zitten, die zijn véél te minuscuul om door de huid van een mens te dringen. Je kan dus onbezorgd gaan zwemmen in een meer waar zoetwaterkwallen gespot zijn.

Close-up van een zoetwaterkwal

Impact op de natuur

De zoetwaterkwal mag dan een invasieve exoot zijn, omdat hij bij ons zo zeldzaam is, is zijn ecologische impact eerder miniem. Slechts een fractie van de poliepen evolueert naar het kwalstadium en ook daar richten ze weinig schade aan in de populatie van het zoöplankton. In feite worden ze vooral als invasief beschouwd omdat ze zo snel verspreid zijn geraakt over alle continenten – met uitzondering van Antarctica – en kunnen overleven in een brede range van watertemperaturen, van koudgematigd tot subtropisch.

Meer over


Gerelateerde artikels